Er is iets vreemds aan de hand met de VHP. De partij die ooit het boegbeeld van eerlijk bestuur, hervorming en vernieuwing wilde zijn, lijkt haar morele kompas volledig kwijtgeraakt. In de vijf jaar dat zij de macht in handen had, toonde ze zich niet als een partij die het algemeen belang vooropstelde, maar als een netwerk van invloedrijken, vrienden, families en vertrouwelingen die elkaar de hand boven het hoofd hielden.

Sinds de verkiezingsnederlaag van 25 mei is dat beeld alleen maar duidelijker geworden. De VHP blijkt geen nationale volkspartij, maar een verzameling individuen die zich verschuilen onder dezelfde oranje paraplu. Niet de principes, maar de personen bepalen de koers – vooral de invloedrijke, die zich graag omringen met applaus en bevestiging. De partij doet voorkomen alsof intern alles koek en ei is, maar wie iets verder kijkt, ziet vooral verdeeldheid, gekrenkte ego’s en angst om het leiderschap tegen te spreken. Maar de kruik gaat te water tot zij barst – en de scheuren zijn inmiddels niet meer te negeren. 

Wat nog het meest opvalt, is dat de partij, zeker sinds de verloren verkiezingen, een opportunistische oppositiepolitiek voert. Zaken die ze zelf met een ruime meerderheid aan zetels had kunnen oplossen, worden nu met luide stem aangeklaagd. Problemen waar ze destijds verantwoordelijk voor was, worden vandaag met gespeelde verontwaardiging op het bord van anderen gelegd. Terwijl de samenleving hunkert naar volwassen politieke zelfreflectie, plaatst de VHP liever politieke bommen – niet om te bouwen, maar om te beschadigen.

Voorzitter Chan Santokhi lijkt daarbij gevangen in zijn eigen werkelijkheid. Hij verklaart de nederlaag met geruststellende onwaarheden, alsof het volk niet begreep wat hij allemaal had bereikt. Alsof de kiezer zich vergiste – en niet de partij. In zijn hoofd is hij nog steeds de president, of erger: de onmisbare redder die het land slechts tijdelijk is ontvallen. Maar buiten de muren van de partij is dat geloof al lang verdampt.

Hoe weinig ruimte er nog is voor eerlijkheid, bleek deze week toen woordvoerder Dew Sharman de integriteit van Starnieuws in twijfel trok. Hij suggereerde dat een bericht niet op waarheid berustte, terwijl het simpelweg ging over het vertrek van hoofdbestuurslid Sidik Moertabat, die zijn uitreden ui het hoofdbestuur en de partij in een interview zelf had bevestigd. In plaats van de feiten te erkennen, koos Sharman voor ontkenning en het te grabbel gooien van de integriteit van een medium. Een inborst die veel zegt. Misschien zijn realiteit en de waarheid te ingewikkeld geworden voor wie te lang heeft geprobeerd haar te controleren. Maar respect voor de media – dat is geen luxe, het is een graadmeter van volwassen democratie.

Het is bovendien geen incident. Telkens wanneer er iets knarst binnen de VHP, wordt de realiteit, zeker de politieke, niet erkend, maar op een opportunistische manier bejegend: zoals bijvoorbeeld de politieke benoemingen en het ontheffen van (sommige) partij politieke loyalisten. 

Het is het kenmerk van arrogantie – een mengsel van machtsgevoel, zelfbedrog en angst voor de waarheid. Maar een partij die zich ‘drager van waarden’ noemt, zou beter moeten weten. Democratie vraagt geen volgzaamheid, maar moed. En vooral: de moed om de waarheid onder ogen te zien, ook wanneer die pijnlijk is.

Wilfred Leeuwin