De groep Cubanen die bivakkeren te South Drain krijgen humanitaire hulp van Suriname.
Een ministerieel team is bezig met de situatie van de ruim 400 Cubanen die zich bevinden te South Drain in Nickerie. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking heeft op een persconferentie meegedeeld dat humanitaire hulp wordt geboden. Diverse instanties zijn ingeschakeld hiervoor. De internationale organisaties en landen worden eveneens geïnformeerd. Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie deelde mee dat de meerderheid een illegale status heeft.

De afdeling Vreemdelingendienst van het Korps Politie Suriname heeft documentatie verificatie van de groep gedaan. Op dit moment gaat het om 367 vreemdelingen: 236 mannen, 118 vrouwen, 10 kinderen met de Cubaanse nationaliteit, 1 man en 2 vrouwen met een Dominicaanse nationaliteit. 158 hebben een legale status, bevestigt politiewoordvoerder, inspecteur Rachel Deekman.

Minister Amoksi merkte op dat er steeds meer mensen bijkomen. De controle bij Burnside in Coronie is opgevoerd. Mensen die naar South Drain worden gebracht en een illegale status hebben, worden gelijk aangehouden. Wat er precies gaat gebeuren, is nog niet duidelijk. De Cubaanse ambassadeur is formeel op de hoogte gesteld van de situatie door minister Ramdin. Ook is er contact met de Guyanese regering.

De Cubanen willen weg uit Suriname. Zij zijn naar Nickerie gegaan met de bedoeling om naar Guyana over te steken. De grens met Guyana is officieel gesloten, terwijl sinds maart er geen veerverbinding is. De Cubanen zeggen dat ze een armoedig bestaan hebben in Suriname. Door Covid-19 hebben velen geen werk meer.