Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons heeft het jaaroverzicht 2019 van het parlement gepresenteerd. (Foto: Raoul Lith)
De
Nationale Assemblee (DNA) heeft het afgelopen jaar 26 van de 37 wetten die
behandeld zijn, goedgekeurd. De Assembleeleden hebben 59 keer in het openbaar
vergaderd. Door gebrek aan quorum zijn zes (6) openbare vergaderingen niet
doorgegaan. In huishoudelijk verband zijn de parlementariërs 21 keer
bijeengekomen. Dit blijkt uit het jaaroverzicht van 2019, dat
Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings- Simons heeft gepresenteerd. De
statistieken opsommend zegt ze dat er vorig jaar 143 commissievergaderingen
uitgeschreven zijn, waarvan 127 zijn doorgegaan. Van de uitgeschreven 21
openbare commissievergaderingen zijn uiteindelijk 18 voortgezet.
Geerlings-Simons
geeft aan dat ook de gebruikelijke activiteiten met en voor de leden zijn
uitgevoerd. Ze haalt in dit verband aan dat samen met de overheid een
internationale conferentie ‘high forest, low
deforestation countries’ is gehouden. Verder zijn er workshops over ‘Disaster risk reduction’ georganiseerd en
zijn er een vervolg discussies met districtscommissarissen en de overheid
gehouden om de bewustwording te verhogen en te verbeteren. “Dit om het feit dat
we een nationaal rampenplan moeten hebben en het risico op rampen moeten
inperken,” zegt Geerlings-Simons.
“In
het kader van healthy lifestyle hebben we in september voor onze medewerkers
een minibeurs gehouden. Om zo het personeel te attenderen op hun gezondheid”.
Voor DNA-leden is er een sessie geweest over Diabetes Mellitus in verband met
wereld diabetes dag. “Niet alleen voor hun persoonlijke informatie, maar omdat
we als parlement ook vaker oordeel moeten vellen over allerlei beleid en zeker
in verband met NCD’s “. Vorig jaar heeft ook de eerste steenlegging van de
herbouw van het oude parlementsgebouw aan de Henck Arronstraat plaatsgevonden.
De
Assembleevoorzitter zegt dat het parlement de afgelopen tien jaren
internationale betrekkingen actief op een hoger pitje heeft gezet. Zo zijn er
meer activiteiten ontplooid met andere parlementen, maar ook met
organisaties waar de assemblee lid van is. In februari is het contactplan
tussen de parlementen van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Suriname ondertekend
voor samenwerking. “We kunnen van elkaar leren hoe dat moet. We streven
allemaal in de wereld naar open parlementen, meer professionele en effectieve
parlementen en dat is een traject. Suriname is aardig gevorderd binnen de
regio, maar we kunnen altijd van anderen leren en we kunnen anderen onze
informatie en ervaring ook meegeven.”
Het
Surinaams parlement heeft een vrije goede positie in vergelijking met de regio,
zegt Geerlings- Simons, als zij kijkt naar de mogelijkheden om te functioneren,
de technische en wetenschappelijke ondersteuning maar vooral ook de
ondersteuning bij het indienen van initiatief wetten. De laatste mogelijkheid
ontbreekt in de regio in de praktijk veelal.
In
Suriname worden nu veel initiatiefwetten ingediend, zeker in vergelijking met
de periode voor 2010 waar deze een hoge uitzondering waren. Dit komt deels
omdat er samen met de overheid gewerkt wordt daar er in Suriname een grote
achterstand was in sociaal, maatschappelijke, economische wetgeving. De
achterstand is nog niet helemaal ingelopen. De DNA-voorzitter vindt dat het
parlement het nog beter kan doen, maar je niet van het ene uiterste naar het
andere kan, "maar het is een traject dat afgelegd wordt."
Over het gezamenlijk functioneren van de leden
van het parlement, merkt Geerlings-Simons op dat zij niet tevreden is over het
op tijd krijgen van quorum. De griffie is vooruitgegaan, maar ook daar is
ruimte voor verbetering, vooral het vastleggen van processen en procedures
zodat iedereen in de organisatie kan raadplegen hoe dit moet gaan. Het
functioneren van elk individueel lid is iets wat de samenleving zelf beoordelen
moet. De communicatie met de samenleving is goed te noemen, "alhoewel we
nog niet zijn waar we willen zijn, maar we zijn op de goede weg."
Over de individuele spreektijd van leden, geeft
Geerlings-Simons mee dat de voorzitter dit vroeger zelf moest beheren. Dit
systeem is door haar afgeschaft, de voorzitter heeft dit zelf niet meer onder
controle, maar het gaat automatisch. Alleen bij een punt van orde wordt dit
door de voorzitter bepaald. Ze begrijpt dat er soms kritiek is over de
spreektijd, maar dat is niet erg. De beurten en punten van orde die de leden
krijgen zijn voor hen tijdens de vergaderingen zichtbaar.