Column: Rancune tegen media in strijd met persvrijheid
03 May 2011, 00:01
Persconferentie president Desi Bouterse in september vorig jaar. (Foto: Ramon Keijzer)
Wereldwijd wordt vandaag stilgestaan bij de Internationale Dag van de Persvrijheid. Ook in Suriname gaat deze dag niet ongemerkt voorbij. De Amerikaanse ambassade heeft het voortouw genomen in de herdenking en maakt tijdens diverse activiteiten de balans van persvrijheid op. De Amerikanen geven hiermee ook een signaal dat nauwgezet ontwikkelingen rond persvrijheid in de gaten worden gehouden.
Er zijn in de ruim zeven en een halve maand regering-Bouterse/Ameerali zorgelijke rancune en beknotting van de persvrijheid te merken. Twee dagbladen krijgen geen uitnodigingen van het kabinet van de president omdat bepaalde publicaties niet in goede aarde zijn gevallen. Deze rancuneuze houding is ook te merken in het advertentiebeleid van de regering.
De media moeten ook ervoor zorgen dat ze sterke organisaties zijn, waarbij journalistieke principes hoog worden gehouden. Daarvoor zijn goed getrainde journalisten nodig. De beroepsethiek moet te allen tijde worden toegepast. De samenleving moet er op kunnen rekenen dat feiten kloppen en het nieuws niet gekleurd wordt met eigen meningen. Zelfcensuur is ook uit den boze. Journalisten moeten een betere waardering krijgen, waardoor ze niet om positieverbetering bezwijken voor de worst die hen wordt voorgehouden. Persvrijheid wordt niet alleen door de overheid maar ook door de media in gevaar gebracht. Het is goed om op deze dag ook de hand in eigen boezem te steken.
De STVS en SRS, twee staatsmedia, zijn onder controle van de regering. Bij deze media zijn personen geplaatst die ervoor zorgen dat de informatiestroom in lijn is met de opvatting van de machthebbers. Journalisten die werkzaam waren bij particuliere media, zijn in dienst genomen en ingezet bij deze media. Uiteraard kan de regering uit staatskas drie maal zoveel aan salaris betalen en zekerheden bieden die er niet waren. Dit zijn bekende methoden die toegepast worden om media uit te hollen. Voor 2009/2010 heeft Suriname een 35ste plaats gekregen. De uitdaging is om deze positie te verbeteren!
Bij het beleven van persvrijheid gaat het niet alleen om wetten. Democratie is ‘a way of living’. Het gaat om openheid, transparantie, verantwoording willen afleggen, kortom openbaarheid van bestuur. Het beleggen van een wekelijkse persconferentie, waarbij vaak geen afdoende antwoorden worden gegeven, is in strijd met openbaarheid van bestuur. Journalisten krijgen bij die gelegenheid niet de ruimte om echt vragen te stellen en door te vragen. Op deze manier wordt de democratie een farce.
President Desi Bouterse is ook al gestopt met zijn maandelijkse persconferentie. Zijn laatste persconferentie dateert alweer van vorig jaar. Het blijkt ook niet mogelijk te zijn om via perschef Clifton Limburg reacties te krijgen van de president. Als hij iets te zeggen heeft, doet hij dat liever via regeringsprogramma’s of in de talkshow op SRS. Limburg leverde vroeger zoveel kritiek op de eenzijdige keuzes die de vorige president maakte, maar vervalt in hetzelfde stramien. Kortom: de persvrijheid is op papier gegarandeerd, maar de beleving ervan laat nog veel te wensen over.