De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) wil dat de regering de aanpassing van het nieuwe minimum uurloon aanhoudt. De regering moet onmiddellijk starten met tripartiete consultaties, zodat het bedrijfsleven zijn visie hierover kan geven. De VSB had verwacht dat er overleg zou worden gepleegd bij het aanpassen van het algemeen minimum uurloon per 1 juli 2018. In een concept Staatsbesluit is dit bedrag aangepast naar SRD 8,40 en een hoger tarief voor bepaalde groepen, met name voor de horeca, winkelbedrijven en bewaking.

De VSB wist dat het ministerie van Arbeid in de afgelopen maanden, onder meer door de instelling van een tripartiete commissie, het vraagstuk van het minimum uurloon aan het bestuderen was. Echter had de VSB verwacht, dat middels sociale dialoog dit vraagstuk verder bekeken zou worden, inclusief de bespreking van het resultaat van het werk van de commissie, zodat nationale consensus bereikt zou worden over de aanpassing van het minimum uurloon.

De VSB zegt in een persbericht in de afgelopen jaren continu gepleit te hebben voor sociale dialoog en nationale consensus om uit de crisis te geraken en blijft ook nu voorstander hiervan om een minimum uurloon te bepalen. Suriname is in de afgelopen jaren door een financieel-economische crisis gegaan, waarbij er in
opeenvolgende jaren zelfs sprake is geweest van een ernstige inkrimping van de economie, die nog steeds zijn weerga heeft op de economie.

Hoewel de verwachting is dat de economie dit jaar met ongeveer 1 procent zal groeien, zal dit voor de meerderheid van het bedrijfsleven niet het geval zijn, maar bij gelijkblijvende of stijgende prijzen slechts voor enkele sectoren in de extractieve industrie. Het gros van het bedrijfsleven, bestaande uit micro-, kleine- en middelgrote bedrijven, is derhalve nog steeds dagelijks bezig om te overleven en kan zich een verhoging van het minimum uurloon met een percentage van bijna 40 procent niet veroorloven. Een dergelijke verhoging op dit moment kan de fragiele economische stabilisatie ook ernstig bedreigen, omdat deze een stuwende werking zal hebben op andere lonen, terwijl vele bedrijven gedurende de crisis al meerdere keren hun lonen hebben aangepast op basis van de vigerende bedrijfsomstandigheden.

De VSB wijst er ten overvloede op, dat de voorgestelde verhoging van het minimum uurloon volledig voorbij gaat aan de capaciteit van werkgevers om het te kunnen betalen als gevolg van een toename van de omzet en/of verhoogde arbeidsproductiviteit. De bedrijfslevenorganisatie meent dat de voorgestelde aanpassing een vergaande kostenverhogende impact heeft, zoals:
- verhoging bijdrage pensioenpremie door de werkgever
- verhoging vakantiegeld
- betaling horeca op zon- en feestdagen is gesteld op 80% van het loon.

De stuwende werking kan volgens de VSB ook onnodig inflatie aanwakkeren en andere macro-economische en monetaire gevolgen hebben, hetgeen Suriname op dit moment niet kan gebruiken.