Regen van rechtszaken in kwestie Sapoen/Chitan

Pertjajah Luhur (PL), de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), de Nationale Partij Suriname (NPS) en de belanghebbenden Barkat Mohabali (VHP) en Prim Sardjoe (NPS) hebben een kort geding aanhangig gemaakt tegen diverse instanties. Tegen instanties die een rol vervullen in het terugroepen van Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan wordt een rechtszaak aangespannen. Voorzitter Eugene Merkus en alle twaalf leden van het Centraal Hoofdstembureau (CHS) worden naar de groene tafel gesleept.

Behalve tegen de leden van het CHS, is ook tegen de voorzitter van Hoofdstembureau Saramacca en Wanica, respectievelijk Laksmienarain Doebay en Roline Samsoedien, een kort geding aanhangig gemaakt. Volgens artikel 137 van het Kiesreglement moeten, nadat de terugroeping een feit is, de voorzitters van de betrokken Hoofdstembureaus aan het CHS doorgeven of de kandidaten – in dit geval Mohabali en Sardjoe – de functie als Assembleeleden aanvaard hebben of niet. Voorts wordt ook president Desi Bouterse gedagvaard, omdat die in de positie verkeert om de leden van het CHS te benoemen en te ontslaan. Het staatshoofd dient immers toezicht te houden op de handelingen van het CHS en als zodanig zal dan ook tegen hem als Staatshoofd én tegen de Staat Suriname een kort geding worden aangespannen.

In de rechtszaak tegen de leden van het CHS is een dwangsom van SRD 5 miljoen per dag geëist, indien binnen 5 dagen na het vonnis geen vergadering is belegd. Voorts dient de voorzitter van het CHS binnen 1 x 24 uur de aanvaardingsbrieven te sturen naar Mohabali en Sardjoe, dit tegen een dwangsom van SRD 500.000 per dag. Ook in de rechtszaken tegen president Bouterse en de Staat Suriname wordt een dwangsom van SRD 5 miljoen per dag geëist, indien binnen vijf dagen, nadat het vonnis is uitgesproken geen gehoor wordt gegeven hieraan. Een eventueel te betalen dwangsom zal worden aangewend ten bate van de minder draagkrachtigen in de samenleving, zoals degenen die op dit moment geen Financiële Bijstand kunnen ontvangen. “Dat is het aandeel van de Pertjajah Luhur,” laat Somohardjo weten.

Ook de verrichtingen van de voorzitter van De Nationale Assemblee over de terugroepkwestie van Sapoen en Chitan worden nauwlettend in de gaten gehouden. Gehoopt wordt dat de DNA-voorzitter zich goed laat adviseren en de wet niet naast zich neerlegt, zegt Paul Somohardjo, voorzitter van PL. Hij vindt dat het CHS en zijn leden de attitude van ‘A no mi’, achterwege moeten laten. Somohardjo benadrukt dat alle betrokken instanties een brief hebben ontvangen over de terugroeping van Sapoen en Chitan, en dus volgens hun wettelijke verantwoordelijkheden moeten handelen en invulling dienen te geven aan de opvolging van de teruggeroepen leden door Mohabali en Sardjoe. Zij dienen een brief te ontvangen over hun aanvaarding als leden van De Nationale Assemblee.