De regering werkt aan de invoering van een compleet nieuw onderwijssysteem, dat gericht is op het diversifiëren van de economie. In dat kader heeft president Jennifer Simons tijdens haar bezoek aan New York en Brazilië gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de Scandinavische landen (Noorwegen, Zweden en Finland) en met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB).

Volgens Simons gaat het om zowel de ontwikkeling van een nieuw onderwijsprogramma als om investeringen in opleidingen en trainingen voor productiegerichte sectoren, zoals de agro-industrie.

De president maakte zaterdag tijdens een persconferentie bekend dat dit programma zal worden opgenomen in het landenproject van de IDB. Binnen dat project zijn al middelen beschikbaar gesteld voor verschillende ontwikkelingsinitiatieven. Samen met de Scandinavische landen is daar nog eens US$ 800 miljoen aan toegevoegd voor regionale ontwikkelingsprojecten, waarbij ook ontwikkelingslanden als Guyana betrokken zijn.

Het onderwijsprogramma zal in detail worden besproken wanneer op 20 november een delegatie van de IDB naar Suriname komt om de lopende ontwikkelingsprojecten te bespreken. Een van de doelen van deze besprekingen is het organiseren van een internationale onderwijsconferentie. “Tijdens die conferentie kunnen we deskundigen uit andere landen aanhoren en leren van hun ervaringen, om uiteindelijk voor Suriname een modern en effectief onderwijsprogramma te ontwerpen,” aldus Simons.

De onderwijsvernieuwing zal worden ondersteund door nieuwe wetgeving en investeringen in de fysieke infrastructuur van scholen. Volgens de president zijn veel schoolgebouwen dringend aan vernieuwing en modernisering toe.
Daarnaast zal binnen het programma ook aandacht worden besteed aan sociale ontwikkeling, met name in het binnenland. “Daar willen we mensen trainen om zelf in hun levensonderhoud te kunnen voorzien,” zei Simons.