Met verbazing las ik het artikel van 6 november, getiteld Alarm bij Deviezencommissie over gelduitvoer via stichtingen.
Als bedrijf dat al twintig jaar actief is binnen honderden vastgoedtransacties, hebben wij nog nooit meegemaakt dat stichtingen extreem grote bedragen naar het buitenland willen overmaken. Slechts in een handvol gevallen betrof het personen die hun onroerend goed verkochten en het geld naar hun buitenlandse rekening wilden overboeken omdat ze daar wonen. Het lijkt in het genoemde artikel te gaan om individuele gevallen buiten de reguliere vastgoedpraktijk.

Wij begrijpen volledig dat gelduitvoer een goede onderbouwing en naleving van compliance vereist. Toch moet de Deviezencommissie onderscheid maken tussen G-uitvoer van deviezen en deviezentoestemming voor overdracht van onroerend goed. Wist u dat het G-formulier nog steeds een negendelig carbonpapierdocument is? Dat zegt genoeg over de veroudering van deze regelgeving.

Verouderde wetgeving remt de vastgoedsector

De Deviezenwet is gebaseerd op regels uit een tijd waarin de huidige economische realiteit ondenkbaar was. Volgens deze wet is bij elke vastgoedtransactie waarbij een niet-ingezetene betrokken is, voorafgaande toestemming van de Deviezencommissie verplicht (ook als er geen deviezenuitvoer mee gepaard gaat).

In Nederland wonen ruim 400.000 mensen van Surinaamse afkomst, met een sterke band met Suriname. Het is logisch dat regelmatig transacties plaatsvinden waarbij buitenlanders betrokken zijn. De verplichte toestemming zorgt echter vaak voor wekenlange vertragingen, waardoor koopakten niet kunnen worden gepasseerd - tot frustratie van kopers, verkopers, notarissen en makelaars.

Praktijkvoorbeeld
Een Surinaamse koper koopt een bouwkavel voor €18.000 van een verkoper die in Nederland woont. Omdat de verkoper niet-ingezetene is, vraagt de notaris deviezentoestemming aan. Tot verbazing van alle partijen vraagt de Deviezencommissie vervolgens om een herkomstverklaring van de koper, die zijn geld lokaal heeft verdiend. Zou hij van een ingezetene hebben gekocht, dan was dat niet vereist.

Deze willekeurige benadering belemmert gewone burgers die, vaak met spaargeld of contanten, hun droom van een eigen perceel willen realiseren. De Surinaamse economie blijft grotendeels contant - dat verandert niet van de ene op de andere dag. De huidige regels schieten hun doel voorbij en belemmeren juist de vooruitgang die ze zouden moeten stimuleren.

Buitenlandse investeerders en economische groei
Buitenlandse investeerders lopen tegen dezelfde bureaucratie aan. Zelfs wanneer zij vastgoed in Suriname aankopen via een buitenlandse entiteit, moeten ze weken wachten op goedkeuring, terwijl hun investeringen juist deviezen inbrengen.

Suriname staat inmiddels op plaats 162 van 190 landen op de Ease of Doing Business-ranglijst van de Wereldbank. Dat is pijnlijk voor een land met zoveel talentvolle professionals en ondernemers. Verouderde regelgeving verlamt ons investeringsklimaat en houdt groei tegen.

GLIS en de vertraging bij taxaties
Naast de deviezenproblematiek kent het GLIS (Grondregistratie en Landinformatiesysteem) een ander structureel probleem. Taxateurs moeten hun rapporten laten “coderen” door GLIS voordat notarissen ze mogen gebruiken voor het passeren van een akte, terwijl daar geen duidelijke wettelijke basis voor bestaat. De waardebepaling ligt wettelijk bij de beëdigd taxateur, niet bij GLIS.

In de praktijk leidt deze dubbele toetsing tot wekenlange vertragingen. Dit systeem is inefficiënt, juridisch twijfelachtig en belemmert de sector. Kwaliteitsbewaking kan beter worden gegarandeerd via beroepsnormen en toezicht op taxateurs zelf, niet via administratieve herkeuring door een niet-bevoegde instantie.

Een kettingreactie van vertragingen
Een eenvoudige vastgoedtransactie kan maanden duren door een opeenstapeling van procedures:

 GLIS-uittreksel: tot vier weken

 Perceel-ID: drie à vier maanden

● GLIS-codering: weken vertraging

● Deviezentoestemming: opnieuw weken

 Bankafwikkeling: extra tijd


Het gevolg: een transportakte kan drie tot zes maanden of langer op zich laten wachten. Dat remt kapitaalstromen en ontmoedigt investeerders.

Hervorming en digitalisering
De oplossing ligt in modernisering en samenwerking. Wetten moeten worden geactualiseerd en bevoegdheden verduidelijkt. Snellere besluitvorming, minder bureaucratie en een integrale aanpak tussen overheid, notarissen, makelaars en banken zijn noodzakelijk.

Suriname staat aan de vooravond van een economische transformatie door olie en gas. Willen we daarvan profiteren, dan moet het ondernemersklimaat drastisch verbeteren.

De rol van stichtingen binnen vastgoed
Tot slot verdienen stichtingen binnen vastgoedtransacties een eerlijke beoordeling. Vaak worden ze gezien als constructies om zegelrechten te ontwijken, maar dat is te kort door de bocht — ze zijn mede ontstaan uit de noodzaak om efficiëntie te bevorderen in een systeem dat te traag werkt.

Wanneer vastgoed in een stichting of N.V. is ondergebracht, kan overdracht plaatsvinden via bestuurs- of aandelenwijziging — niet specifiek om belastingen te ontduiken, maar om maandenlange vertragingen en onnodige kosten te vermijden.

Momenteel betaalt een koper van een woning van €150.000 al snel 8–10% aan bijkomende lasten enkel voor de transportakte. Dat is onhoudbaar. Als zegelrechten en bijkomende notariskosten proportioneel rond 5% van de transactiewaarde zouden worden, zouden reguliere overdrachten weer aantrekkelijk zijn en zou het gebruik van stichtingen grotendeels overbodig worden.

Snellere processen, moderne wetgeving en lagere transactiekosten zijn de sleutel tot een dynamische vastgoedmarkt die vertrouwen, groei en investeringen stimuleert. Alleen door bureaucratische vertragingsmechanismen te hervormen kan Suriname zijn potentie waarmaken en de vastgoedsector de motor laten zijn van duurzame economische ontwikkeling.

Thijs Mouchart, 
directeur Surgoed N.V.