Ontwikkeling van het verpleegkundig beroep in Suriname
09 Mar 2015, 02:00
foto


Op 7 jl. maart organiseerde de Vereniging van Verpleegkundigen in Suriname (VVS) in samenwerking met de Nationale Ziekenhuis Raad (NZR) een seminar. Het thema was ‘Upgraden van verpleegkundigen in relatie tot de veranderende behoeften in de gezondheidszorg’.
Het vraagstuk van de kwaliteit van het niveau van onze verpleegkundige opleiding en de effecten hiervan werd reeds in het begin van deze eeuw zichtbaar. In de jaren die volgden is, om verschillende redenen, geen duurzame oplossing voor het vraagstuk gevonden, bedacht of uitgevoerd.
Het vraagstuk is chronisch en nijpend geworden. Zo nijpend dat vanaf 2013 Suriname gebruik moet maken van buitenlandse HBO verpleegkundigen.

Raamwerk en denkraam
Sinds de vorige eeuw worden internationaal en regionaal voor de opleiding tot verpleegkundige studieprogramma’s ontwikkeld, die onbelaste doorstroom bieden van niveau MBO t/m niveau Master (verpleegkunde heeft een academische basis).
Suriname is blijven steken op MBO niveau.
Onze centrale verpleegkundige opleiding dateert uit 1984, heette toen Centrale Opleiding Verpleegkundige en Aanverwante Beroepen (COVAB) en heet nu Elsje Finck-Sanichar college COVAB (EFS college COVAB).
In 1984 was MULO het instroomniveau voor de verpleegkundige opleiding van COVAB en het niveau van afgestudeerden MBO. In 2015 is MULO het instroomniveau voor de verpleegkundige opleiding van EFS college COVAB en is het niveau van afgestudeerden MBO.

Terwijl in andere CARICOM landen het verpleegkunde onderwijs werd gedekoloniseerd, geprofessionaliseerd en opgewaardeerd; wordt verzorgd aan hogescholen en universiteiten, verpleegkundigen kunnen promoveren tot doctor in de verplegingswetenschappen, heeft Suriname MBO als hoogst haalbaar niveau voor zijn het basis beroepsonderwijs aan verpleegkundigen. Ook hebben we geen kenniscentrum voor Verpleging en Verzorging.
Qua opleiden en beroepsvorming doen onze verpleegkundige (op)leiders het met een ‘mindset’ die gedrag uit een koloniaal verleden in stand houdt en reproduceert. Een pijnlijk voorbeeld hiervan is ons huidig nationaal verpleegkundig beroepsprofiel.
In 2012 zijn, in een kleine groep onder leiding van een ‘verpleegkundig leider’, grote delen uit het Nederlands verpleegkundig beroepsprofiel 2020 gekopieerd en verklaard tot ons nationaal verpleegkundig beroepsprofiel. Onze verpleegkundig inspecteur vond dit kennelijk vernieuwend, deed mee met de kopieerexercitie en keurde het resultaat goed.

Deze stilstand in de ontwikkeling van onze verpleegkunde - want dat is wat het is - heeft effecten voor de kwaliteit van de verpleegkundige dienstverlening, voor de exploitatie van onze zorginstellingen en ook voor de verdere ontwikkeling van onze volksgezondheid.
En te bedenken dat Suriname in 2020 een Academisch Medisch Centrum (AMC SU) zal hebben. Een nationale Landmark die sterk en positief zal bijdragen aan de transformatie van onze gezondheidszorg. Maar ook een Landmark die niet optimaal van de grond kan komen zonder een substantieel deel aan beter en hoger opgeleide verpleegkundigen.

Voorstel voor duurzame oplossing
Over het vraagstuk van de kwaliteit van onze verpleegkundige opleiding, heeft de VVS in juli 2014 een notitie geschreven waarin ze haar voorstel voor een duurzame aanpak presenteert en motiveert.
Dit voorstel behelst in hoofdlijnen het oprichten van een hogere beroepsopleiding verpleegkunde (HBOV) met twee instroomvarianten.
1. Een zij-instroom vanuit het MBO niveau (onze huidige verpleegkundige workforce). De duur van deze deeltijd opleiding is twee jaar.
2. Een ‘reguliere’ instroom van schoolverlaters/werkzoekenden met minimaal een HAVO diploma of gelijkwaardig. De duur van deze voltijdse opleiding is vier jaar.

Hiermee maakt de VVS een verbinding met de beroepsontwikkelingen die internationaal en regionaal gaande zijn. Het voorstel biedt een concrete en werkbare oplossing voor het kwaliteitsprobleem. Een oplossing die internationaal en regionaal werkt, maar kennelijk niet de aandacht trok van onze ‘verpleegkundig leiders’. Ondanks ‘studiereizen’ naar buitenlanden waar zulke verpleegkundige scholing wettelijk erkend en gangbaar is.
De VVS heeft de notitie aangeboden aan de NZR en aan het ministerie van Volksgezondheid.

Het voorstel is duurzaam omdat met de uitvoering ervan het ontwikkelingsplafond van onze huidige MBO verpleegkundigen structureel wordt verbeterd en verhoogd en omdat het verpleegkunde aantrekkelijker maakt voor schoolverlaters/ werkzoekenden van HAVO niveau, met beroepsambities op bachelorniveau. Uitvoering van het voorstel levert ons binnen twee jaar het verpleegkundig praktijkkader op dat we nu missen en draagt direct bij aan onze volksontwikkeling.
Wanneer planmatig, deskundig en consequent uitgevoerd, komt ook de oplossing van een ander structureel probleem in onze verpleegkunde in beeld en kan gericht aan de aanpak hiervan worden gewerkt. Dit probleem is ons in zichzelf gekeerd en disfunctioneel verpleegkundig systeem met zijn postkoloniale erfenissen.
Wie kan hier tegen zijn? Of kan alleen na weer een consultancystudie en/of congres, de vraag worden beantwoord of in onze volksgezondheid er behoefte is aan Bachelor verpleegkundigen?

Behandeling
De NZR reageerde ontvankelijk op het voorstel van de VVS, hetgeen o.a. blijkt uit de ‘seminar joint’ met de beroepsvereniging. De financiering van het seminar kwam tot stand door bijdragen van de NZR en andere donoren. De financiële middelen van de VVS zijn schaars.

Het Kabinet van de President werd uitgenodigd voor het seminar en gaf acte de presence.
Vanuit het ministerie van Volksgezondheid is niet op de notitie gereageerd en niet ingegaan op het verzoek van de VVS om het seminar te openen.
Dit laatste is op zijn minst ‘opvallend’ wanneer men het plaatst in licht van de verpleegkundige paragraaf in het Ontwikkelingsplan 2012-2016 ‘Suriname in transformatie’, pagina 115. Een korte en bondige paragraaf waaruit visie op en goodwill voor het beroep blijkt, en die de strategische ontwikkelrichting voor verpleegkunde aangeeft.

Nog meer opvallendheden van dit seminar waren:
1. De afwezigheid van het EFS college COVAB in het programma. Dit opleidingsinstituut wordt 100% gefinancierd door de overheid en is een parastatale stichting. Aan de directeur van dit instituut was gevraagd, een overzicht te presenteren van de resultaten van de activiteiten gerelateerd aan de conclusies en aanbevelingen van het nationaal onderwijsseminar van maart 2013. De directeur gaf aan niet aan het seminar te willen bijdragen en deelnemen.
2. De afwezigheid van een inhoudelijke bijdrage aan het programma vanuit de verpleegkundig directeuren van ziekenhuizen. Dit terwijl zij in de aanloop naar het seminar hun inhoudelijke bijdrage van essentieel belang achten en de beroepsvereniging hen om een presentatie had gevraagd.
Wel waren er vier verpleegkundig directeuren op het seminar aanwezig.

Met deze opvallendheden kan het seminar – afgemeten aan de doelstelling en de opkomst - als zeer geslaagd worden beschouwd.
Het seminar was inhoudelijk goed en qua duur en structuur in balans. De opkomst was zoals verwacht en vanuit diverse (deel) sectoren, waaronder vakbonden, vertegenwoordigers van het Ministerie van Onderwijs, stichtingsbesturen, artsen, aan zorg verwante beroepsopleidingen en beroepsvertegenwoordigers, vertegenwoordigers van ziekenhuisdirecties, ouderenzorg/ psychogeriatrie en thuiszorg.

De doelstelling van de VVS was input/ideeën krijgen om haar oplossingsvoorstel te versterken, af te ronden en aan te bieden aan de regering. Die input/ideeën heeft ze nu.
Duidelijk werd ook – met name door de behandelde stellingen - dat er:
- in het veld grote behoefte is om verpleegkundigen aan de basis, maatschappelijk weer zichtbaar te maken (ze zijn de Backbone van onze gezondheidszorg!);
- behoefte is aan upgrading (meer verbreding en verdieping) en aan meer en beter inspelen van het beroepsonderwijs op actuele gezondheidsvragen uit de gemeenschap;
en
- dat herpositioneren van het verpleegkundig beroepsonderwijs onder het Ministerie van Onderwijs, meer dan een gedachtespinsel is. Van de aanwezigen op het seminar was niemand tegen. Onderwijs is niet de kerntaak van het Ministerie van Volksgezondheid. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn de grootste beroepsgroep in onze gezondheidszorg. De kwaliteit van hun beroepsonderwijs heeft ook vanuit strategisch beleidsniveau professionele aandacht nodig. Deze aandacht kan niet worden gegeven noch verlangd van een ministerie zonder onderwijsdeskundigen.

Tot slot
Dit bestuur van de VVS, dat pas twee jaar in functie is en waarvan de voorzitter een verpleegkundige van de werkvloer is, heeft bewezen dat denken en handelen zonder ‘vooringenomenheid, ingesleten patronen en schijnbare tegenstellingen’ kan leiden tot het begin van transformatie van de hele beroepsgroep.
Ontwikkeling van verpleegkunde begint écht vanuit de basis. Dat vraagt om verpleegkundigen met verstand van hun zaak, hart voor hun vak, een ontvankelijke beroepshouding, de gulheid van delen en het lef om uit hun comfortzone te stappen.

Het ontwikkelingsplan ‘Suriname in transformatie’ eindigt op 25 mei 2015.
De transformatie van verpleegkunde in Suriname gaat nu pas beginnen; de ambitie van de VVS is een nieuwe mijlpaal voor verpleegkundig Suriname: HBOV SU 2015!
Het is verkiezingstijd en de beroepsgroep – als collectief – staat er niet om bekend haar beroepsbelang (partij) politiek te venten. Maar het zou voor Surinaamse verpleegkundigen op de werkvloer een geweldige ‘push forward’ zijn wanneer op regeringsniveau ontvankelijk wordt gereageerd op deze ambitie.
Nursing is: people and community driven health business!

Drs. Filia Kramp
Verpleegkundige en health care consultant
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April