Feiten of fictie? Werkelijkheid of verbeelding? Kennelijk hebben veel mensen grote behoefte om die twee duidelijk van elkaar te onderscheiden. Maar of dat onderscheid ook altijd valt te maken is iets anders. We hoeven maar naar de recente geschiedenis van Suriname te kijken om te snappen dat het nog niet zo eenvoudig is om te bepalen wat echt gebeurd is en wat niet.
Een beetje journalist hoort dan ook als filosoof te werk te gaan. Met verbazing en een gezonde dosis wantrouwen de wereld verkennen en vervolgens verslag uitbrengen van de bevindingen. Klopt het allemaal wat hij of zij ziet, hoort en leest? Of zouden hier en daar bepaalde belangen een zekere verdraaiing van de feiten in de hand werken? Vandaar dat de journalist die feiten - of zaken die daar voor doorgaan - zorgvuldig behoort te controleren en meerdere bronnen dient te raadplegen.
Naar eer en geweten schrijft de journalist zijn stuk. De ene krantenlezer of internetgebruiker vindt het een goed artikel. De ander, die over achtergrondinformatie of kennis beschikt, denkt daar misschien heel anders over. De neutrale volger doet er dan ook verstandig aan om een andere krant open te slaan of een andere nieuwsbron aan te boren. Om vervolgens te concluderen dat de waarheid vermoedelijk ergens in het midden ligt.
Om aan te geven dat een scherpe scheidslijn tussen werkelijkheid en fictie ook in de journalistiek nogal eens dilemma’s oplevert, teken ik aan dat sommige journalisten spreken van een verhaal dat ze aan het schrijven zijn. Zoals er ook genoeg journalisten zijn die zich van verhaaltechnieken bedienen. Ze brengen geuren en kleuren aan in hun verhaal of laten hun eigen mening erin doorschemeren. Zo geven ze hun eigen versie van de werkelijkheid. Maar of die ook overeenkomt met de échte werkelijkheid?
Nemen we nu 'De man van veel', de nieuwe roman van Karin Amatmoekrim. Zoals u weet is over het boek een discussie over fictie en werkelijkheid gaande. In ben geneigd die discussie met enige scepsis te volgen. Ik vraag me namelijk af of het er ook maar iets toe doet of Amatmoekrims verhaal de werkelijkheid geweld aan zou doen. Of dat de kinderen van De Kom zich eraan zouden storen. Hetgeen ik me trouwens levendig kan voorstellen, daar niet van. Verplaats ik mij in Ad de Kom (87) en lees ik in 'De man van veel' over een ronduit pijnlijke ontmoeting met mijn overspannen vader, dan zou ik waarschijnlijk even moeten slikken. Misschien gooide ik het boek wel in een hoek van de kamer. Maar als ik vervolgens weer bij zinnen zou komen en bereid was verder te lezen, zou ik de bedoelingen van de schrijfster waarschijnlijk prima begrijpen.
Ik heb de roman vrij snel na verschijning gelezen. Een mooi verhaal, vind ik, met de nadruk op verhaal. Karin is namelijk geen journalist, ze schrijft verhalen en romans. Ze hoeft geen feiten te checken. Wel kan ze zich laten inspireren door een ‘waargebeurde’ geschiedenis.
De auteur concentreert zich op de gedwongen opname van Anton de Kom in een psychiatrische kliniek in Den Haag, begin 1940. Daar ziet hij zijn leven aan zich voorbijtrekken. Het boek biedt inzicht in de zielenroerselen van Anton de Kom die in zijn ongelijke strijd tegen de autoriteiten aan beide kanten van de oceaan genadeloos met zijn beperkingen wordt geconfronteerd. In het dagelijks leven werd hij geschaduwd; in zijn verbeelding stond achter elke lantaarnpaal een spion of informant. Hij blijkt zwaar overspannen, lijdt aan achtervolgingswaan en vertoont paranoïde verschijnselen.
Amatmoekrim laat hem dromen en beschrijft zijn terugkerende nachtmerries. Ze legt zijn innerlijke conflicten bloot. Zo krijgt de legende Anton de Kom een echt karakter met menselijke eigenaardigheden en tegenstrijdigheden en komt hij wat mij betreft als een nog sterkere persoonlijkheid uit het boek naar voren.
Er was al een biografie over De Kom. Die heb ik niet gelezen maar naar ik begrijp is dat boek niet geheel onomstreden. Amatmoekrim zal er zeker uit hebben geput. Als bron van inspiratie, niet om feiten te checken. Ze werkte immers aan een roman.
En of ze langs had moeten gaan bij de kinderen van De Kom? Dat was misschien een aardig gebaar geweest. Ze had hen in kennis kunnen stellen van haar voornemen om een roman over hun vader te publiceren. En dan? Ze wist dat ze het levensverhaal van De Kom zou gaan inkleuren, aanvullen en naar haar hand zou zetten. Het was niet haar bedoeling een nieuwe biografie over hem te schrijven.
Fictie of feiten; zou het echt zo veel uitmaken? Verdichting van de werkelijkheid, dat is wat er volgens mij in “De man van veel” aan de hand is. Wie weet, misschien komt de auteur door middel van haar fictie nog heel dicht in de buurt van de werkelijkheid. Dat maakt het ook zo interessant. Het boek bood in elk geval stof tot nadenken en aanleiding om de werkelijke gebeurtenissen - voor zover die al exact zijn te achterhalen - in een ander perspectief te plaatsen. En laten dat nou net een paar cruciale kenmerken van een roman zijn.
Diederik Samwel