Milieu in Regeringsverklaring: veel aandacht, weinig concreets
03 Oct 2015, 12:22
foto


Het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur is verheugd dat er zoveel aandacht is voor milieu en gevolgen van klimaatverandering in de Regeringsverklaring. Dat is historisch. Toch zijn er enkele kanttekeningen te plaatsen bij de wijze waarop deze cruciale vraagstukken zijn behandeld in de verklaring.

Het stemt goed dat er aandacht is voor klimaatverandering en in die context zeespiegelstijging, kustbescherming en rukwinden. Echter, andere reële bedreigingen voor Suriname hebben te maken met een gemiddelde temperatuurstijging, langer aanhoudende droge/hete perioden, en hogere frequentie van extreme neerslag. En dit zal gevolgen hebben voor alle sectoren. Serieus omgaan met klimaatverandering betekent dat er meteen gekeken moet worden naar adaptatie en mitigatie in zijn geheel, en niet alleen naar kustbescherming. In de loop der jaren zijn er een aantal plannen gemaakt die helaas nog niet, of onvoldoende, in uitvoer zijn, zoals het Integrated Coastal Zone Management (ICZM) Plan 2010, welke direct te maken heeft met bescherming tegen de gevolgen van zeespiegelstijging, en het National Biodiversity Action Plan (NBAP) 2012-2016 van het NIMOS, waarvan de uitvoering meteen ter hand moet worden genomen.

Het is ook alom bekend dat de gevolgen van klimaatverandering in het bijzonder arme mensen treffen, waarbij inheemse volken, vrouwen en kinderen de meest kwetsbare groepen zijn. De binnenlandse landbouwers, met name inheemse en tribale vrouwen, zijn zelfvoorzienend en klimaatverandering heeft nu reeds gevolgen voor hun voedselvoorziening. Maatregelen kunnen daarom ook niet los gezien worden van armoedebestrijding en de versterking van de weerbaarheid van de meest gemarginaliseerde groepen. In dit kader is het dan ook jammer dat slechts wordt gekeken naar de negatieve effecten van klimaatverandering in de kustvlakte.

De gevolgen van klimaatverandering worden verergerd door ongecontroleerd menselijk handelen, o.a. vervuiling van waterbronnen, ontbossing door mijnbouw, degradatie van ecosystemen in het algemeen (kwik, afval, pesticiden, overconsumptie etc). De grootste dreigingen komen momenteel niet vanuit de zeespiegelstijging, maar uit ons onbekwaam en ongereguleerd grond- en watergebruik (mijnbouw en kwikvervuiling, afgravingen, verkavelen van zwampen, dempen van trenzen, enz). Voor ons is daarom één van de belangrijkste eerste stappen naar, en voorwaarden voor de beoogde duurzame ontwikkeling, duurzame economische groei, duurzame bescherming en duurzame samenleving zoals genoemd in deze verklaring, het AANNEMEN VAN DE MILIEUWET. Middels een milieuwet kan Suriname voldoen aan haar internationale verplichtingen zoals UNFCCC, UNCBD, Stockholm Conventie. Deze milieuwet zal een randvoorwaarde zijn voor het vervullen van de verplichtingen in de milieuverdragen waarvoor de Regering zich openstelt.Naast deze milieuwet zullen er ook stevige controlemechanismen en sterke instituten nodig zijn. En daar schort het nog aan. Het Burgerinitiatief heeft steeds gepleit voor o.a. op lijn brengen van alle bestaande wet- en regelgeving, en het versterken van de capaciteit van alle instituten die met milieu te maken hebben.

Het frappeert ons dat in de Regeringsverklaring de 17 Sustainable Development Goals niet zijn genoemd. Per slot van rekening hebben wij ons daar vorige week aan gecommitteerd, hetgeen betekent dat deze 17 doelen ook richtinggevend zullen moeten zijn voor onze ontwikkelingsplannen en zeker gezien het feit dat 7 van de doelen betrekking hebben op een duurzaam gebruik van het milieu. Wij kijken dan ook uit naar de eerste stappen voor nationale prioritering van deze doelen: welke zullen we voorop stellen? En hoe vertalen we die naar onze nationale omstandigheden? Hoe gaan we vooruitgang en ontwikkeling meten?
In deze context van milieudoelen en sustainable development goals is het ook fnuikend dat er zo weinig aandacht is voor Inheemsen en Marrons. Deze worden genoemd in het kader van de uitgifte van mijnbouwrechten in het binnenland, maar deze formulering is te vrijblijvend en doet afbreuk op het recht op grond, recht op Free Prior and Informed Consent (FPIC) en het zelfbeschikkingsrecht van inheemse en tribale volkeren. Zoals het staat geformuleerd is herziening van de Mijnbouwwet niet hierop gericht, maar vooral op het openleggen, en exploiteren van het binnenland.

Over grondenrechten is niets gezegd, terwijl dat in voorgaande jaren wel als prioriteit werd gesteld, en voor een goede bescherming van het milieu een randvoorwaarde is. De voorgestelde mijnbouw in het Bakhuysgebergte raakt ook direct aan de rechten van de inheemsen. Is bij de feasibility studie een grondige milieueffecten en sociale effectenrapportage inbegrepen? Wij zullen met een kritische blik uitkijken naar de afspraken die worden gemaakt met Alcoa over het Bakhuysproject, evenals naar afspraken die zijn gemaakt met de Alcoa over de gebieden die zij nu uitgemijnd achterlaten. In die context zijn afspraken met alle multinationals over historische vervuiling en degradatie van het milieu waar zij hebben gewerkt van belang, waaronder ook valt b.v. de benzinestations overgenomen door de nationale oliemaatschappij.

Echte bereidwilligheid om ons milieu te beschermen komt tot uiting door:
1. Goedkeuren van de milieuwet , eventueel te herzien voor goedkeuring
2. Formulering en aanname van een Wet op ruimtelijke ordening
3. Werken aan voorzieningen/instanties voor controle en handhaving.
4. Coördinatie en integratie van milieubeleid en ruimtelijke ordening, integrale aanpak en lange termijn planning.
5. Meer en specifieke aandacht voor milieu als dwars door alle sectoren en beleidsgebieden heen
6. Versterking van eigen wetenschappelijk en technisch kader, op het brede gebied van milieu (o.a.milieutechnologie, milieubeleid, milieu-economie, milieusysteemanalyse, milieueducatie en -communicatie, milieutoxicologie, bodem-water-atmosfeer kwaliteit). Met andere woorden: een doordacht en uitgebreid traject van capaciteitsversterking.
7. Betere, gestructureerde samenwerking tussen Overheid en maatschappelijk middenveld, wetenschappelijke instituten, maar ook de private sector en andere groepen die kennis en lopende initiatieven hebben.

Hoewel van een Regeringsverklaring niet verwacht kan worden dat er concrete acties in extenso worden genoemd, spreekt uit de tekst een te gefragmenteerde, ad hoc benadering van deze zwaarwichtige vraagstukken. Zo ontbreekt elke informatie over de institutionele structuur. Aangezien er geen enkel ministerie meer is dat milieu onder zich herbergt, is de kans dat de beleidsvoornemens ook slechts voornemens blijven groot. Wie zal verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de beleidsvoornemens en het toezicht daarop en hoe gaat capaciteit opgebouwd worden?

De Regeringsverklaring en het Regeringsakkoord hebben beiden milieu hoog in het vaandel, echter een duidelijke systematiek voor de aanpak van milieukwesties lijkt te ontbreken. Wij hopen daarom een duidelijke systematiek voor de aanpak van milieukwesties terug te vinden in het te formuleren Ontwikkelingsplan.

Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April