Column: The days after…
16 Apr 2012, 08:30
foto


Het zijn zware emotionele dagen geweest in de aanloop naar de wijziging van de amnestiewet en daarna. Ik kijk erop terug met een mengeling van verbittering en hoop. De verbittering is vanwege het feit dat de wet een verkeerd signaal afgeeft. De NDP heeft meermalen gezegd dat ze voor een oplossing is van de Decembermoorden. Het signaal dat nu is afgegeven is dat zij niet een oplossing zoekt voor de Decembermoorden, maar een oplossing voor haar leider Bouterse.

In de enorme tegenstellingen van de afgelopen week leek het alsof er maar twee kampen mogelijk zijn: het kamp van Bouterse dat hoe dan ook een manier wil hebben om van de rechtszaak af te komen en het kamp van de oppositie met enorme steun vanuit Nederland die hoe dan ook wil voorkomen dat er amnestie gegeven wordt.
Als je niet voor het ene kamp bent, dan hoor je automatisch in het andere kamp. Er wordt niet van je verwacht dat je zelfstandig nadenkt over een oplossing van de Decembermoorden. Er wordt van je verwacht dat je of voor of tegen de amnestiewet bent. Meer keuzes zijn er niet. Dat is het klimaat van de afgelopen weken.

Ik heb ook hoop geput uit de discussie over de amnestiewet. Dertig jaar geleden was ik nauw betrokken bij discussies over de coup van 1980 en de decembermoorden van 1982. Mensen waren in die tijd bang om hun mening te geven. Dat is nu niet het geval.
In het algemeen was het proces gekenmerkt door grote tegenstellingen, maar voor- en tegenstanders konden in de media openlijk hun mening geven en verdedigen. Rabin Parmessar heeft in het parlement een karikatuur gepresenteerd van mijn standpunt en de indruk gewekt alsof ik de amnestiewet in deze vorm steunde. Chan Santokhi heeft dat gelukkig gecorrigeerd in DNA, waarvoor ik hem dankbaar ben.

Hoe moet het nu verder? De kernvraag die beantwoord zou moeten worden is de vraag: wat is de eindoplossing voor het vraagstuk van de Decembermoorden? Na alle discussie over het behoud van de rechtsstaat en het politiek karakter van het proces moet iedere Surinamer en vooral onze politieke leiders zich de vraag stellen: welk soort eindoplossing sta je voor?
Volgens mij zijn er drie mogelijke eindoplossingen voor de Decembermoorden. Ik kies voor de derde eindoplossing.

De eerste eindoplossing is een juridische: er zijn moorden gepleegd en de daders dienen berecht te worden. Die oplossing lijkt de meest normale oplossing in iedere rechtsstaat. Dat geldt voor alle moorden: de moorden die gepleegd zijn vanuit persoonlijke motieven (overspel, roofmoord) en moorden die gepleegd zijn in een politiek kader (Decembermoorden, de moorden die gepleegd zijn door het Jungle Commando).
Wie voor deze oplossing is, moet ook duidelijk zijn in de stappen die nu moeten worden ondernomen. En die stappen zijn duidelijk. De Krijgsraad moet worden opgeroepen om de rechtszaak af te ronden. De oppositie verwacht een veroordeling van Bouterse. De oppositie moet ook helder zijn en duidelijk stellen dat zij vindt dat er een arrestatieteam moet worden gevormd dat Bouterse moet arresteren en in de gevangenis stoppen. Dat is de juridische oplossing. Zo simpel is het toch? Of niet?
Als het arrestatieteam niet de eindoplossing is, is het dan mogelijk dat we eerst allemaal opgehitst worden voor een juridische oplossing (gerechtigheid moet er komen) en als het zover is dan plotseling van de oppositie horen dat er toch verzoening moet komen en amnestie wel degelijk een optie is in plaats van een arrestatieteam. Want als dat ook in het vooruitzicht ligt, dan hebben we te maken met een grof spel van het spelen met emoties waarbij verwachtingen worden gewekt waarvan men van tevoren weet dat men ze niet zal nakomen. En dat is ook verwerpelijk.
Veel mensen voelen aan dat de juridische oplossing niet zo simpel is en problemen met zich meebrengt.

Het eerste probleem is de prijs die je wilt betalen met deze oplossing. Die prijs kunnen we nu vaststellen. De Decembermoorden zijn complexer dan een gewone moord. De Decembermoorden zijn ingebakken in politieke processen die zich hebben afgespeeld tussen 1980 en 1982 en vooral daarna. Er is een maatschappelijke realiteit ontstaan waarbij de gewone juridische oplossingen voor enorme sociale en politieke onrust zal zorgen. De politieke leider die deze juridische oplossing kiest, moet dan ook zeggen: die prijs ben ik bereid om te betalen, en dan zien we wel wat er gebeurt.
Die politieke leider geeft dan ook tegelijkertijd aan hoe hij of zij denkt het land en volk van Suriname in de toekomst te willen leiden met deze beleidslijn.

Het tweede probleem is een probleem van de consistentie van de oppositie. Als zij vindt dat een juridische oplossing de correcte oplossing is voor iedere moord, waarom heeft zij dan in 1992 de amnestiewet ingevoerd. Kennelijk is er geen principieel bezwaar tegen amnestie. Nu lijkt het alsof men principieel tegen amnestie is. Maar als men niet principieel tegen amnestie is, waarom moet de ene moord wel amnestie krijgen en de andere niet. Dat is niet consistent.

Het derde probleem is het probleem van de geloofwaardigheid van de oppositie. De oppositie heeft aan de nabestaanden haar verontschuldigingen aangeboden. Mijn vraag is: waarvoor precies?
Als men zegt: “Sorry, in 1987 hadden wij 83% van de stemmen. Als we Bouterse dan gearresteerd hadden wegens moord, had de hele samenleving voor ons geapplaudisseerd. De reden dat we het toen niet gedaan hebben is omdat we lafaards waren en als leiders gewoon niet de durf hadden om te doen wat de hele samenleving van ons had verwacht.”
Dan zeg ik: “OK, het is niet geweldig, maar liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.”
Als men zegt: “Sorry. We waren geen lafaards. We hadden legitieme politieke motieven om Bouterse niet te arresteren.”
Dan vraag ik: “Wat waren dan die legitieme politieke redenen en hoe kun je me garanderen dat als je straks aan de macht bent je niet weer soortgelijke legitieme redenen zult verzinnen om het niet te doen?”

En dit zijn maar enkele van de problemen met de juridische oplossing. Ik heb in mijn eerdere columns aangegeven waarom ik geheel tegen mijn hart in niet kies voor de juridische oplossing. Ik wil het Surinaamse volk niet de prijs laten betalen voor deze eindoplossing. Het is bitter, maar mijn verstand laat ik prevaleren boven mijn hart. Andere landen zoals Zuid-Afrika en Rwanda zijn ons hierin voorgegaan.

De tweede eindoplossing is een politieke oplossing. Dat is de oplossing die vanuit het kamp van Bouterse wordt voorgesteld: de amnestiewet erdoor jagen en het proces stopzetten. Daardoor is Bouterse politiek veilig gesteld voor mogelijke problemen vanuit de rechtsgang.
De argumentatie is dat het proces een politiek proces is en het hele circus is opgezet door de voormalige kolonisator, die vanwege de misdaden uit het kolonialisme geen recht van spreken hebben.

Ik zal het de dames en heren gemakkelijk maken. Ik ben anti-kolonialist. Nederland heeft inderdaad boter op het hoofd met zijn misdaden tegen de menselijkheid waarvoor het tot de dag van vandaag niet eens excuses heeft aangeboden, laat staat dat het land ooit voor het gerecht is gedaagd. Sterker nog, Nederland kent zijn eigen Decembermoorden. Op 9 december 1947 – wat een ironie van de geschiedenis – heeft in opdracht van de Nederlandse regering een actie plaatsgevonden in het dorp Rawagede in West-Java waarbij 431 Javanen geëxecuteerd werden. Een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties oordeelde op 12 januari 1948 dat het militaire optreden opzettelijk en meedogenloos was. Familieleden van die mannen proberen decennialang Nederland voor de rechter te krijgen. Afgelopen week besloot het Openbaar Ministerie in Arnhem na jaren van juridische strijd om geen vervolging in te stellen.

Nu is mijn vraag aan het Bouterse kamp: nu we weten hoe huichelachtig de Nederlandse regering is, welke conclusie trek je hieruit? Is de conclusie: “Als jullie mensen vermoorden, dan mogen wij dat toch ook? Dus houd je mond.” Wat is dat voor een moraliteit!
Nederland heeft mensen vermoord, maar ik niet. De duizenden mensen die demonstreren tegen de amnestiewet in Suriname en de honderden in Nederland hebben ook geen mensen vermoord. Hebben die geen recht van spreken?
Juist als je anti-kolonialist bent, dan zou de redenatie moeten zijn: wat de kolonialisten hebben gedaan – onderdrukking, uitbuiting en moord – zouden we moeten voorkomen in de post-koloniale samenleving. We willen geen herhaling van de daden van de kolonisator in een vrije Surinaamse samenleving. Dat is toch wat iedere anti-kolonialist zou moeten voorstellen in plaats van de gedachte dat wat de kolonisator heeft gedaan, wij ook mogen doen?

Het grootste probleem met de politieke eindoplossing is dat indruist tegen alle gevoel van rechtvaardigheid en integriteit. Het lost niet de Decembermoorden op. Het lost een korte termijn probleem voor Bouterse op. Zijn politieke positie is veilig gesteld, maar zijn morele positie is hierdoor verder aangetast.

De derde eindoplossing is een morele oplossing, die van waarheidsvinding en verzoening. Voor nabestaanden is dit een bittere pil, zoals ik in mijn eerdere columns hebt betoogd. Het druist in tegen het gevoel van gerechtigheid. Na de aanname van de amnestiewet vreesde ik dat de aangekondigde waarheidscommissie een sprookjescommissie zou worden. Een waarheidscommissie is een commissie waarin getuigenissen worden afgelegd door mensen die hebben deelgenomen aan de activiteiten in het kader van politieke moorden. De commissie heeft de bevoegdheid tot het geven van amnestie. Als je de waarheid spreekt ga je automatisch vrijuit. Als je leugens verkondigt, dan verspeel je het recht op amnestie. De commissie roept getuigen op en die zijn ook verplicht om te verschijnen.

Een sprookjescommissie is een commissie zonder enige bevoegdheid, met alleen de taak om aan te horen wat mensen die dat willen, te vertellen hebben. En al vertellen ze sprookjes, er gebeurt daarna niets dan dat er een rapport wordt opgesteld.

Mijn vrees dat er een sprookjescommissie zou worden ingesteld is hopelijk onterecht. Die hoop put ik uit twee elementen. Het initiatief om de OAS te vragen om te helpen bij het opzetten een waarheidscommissie. Die stap is voor mij een indicatie dat men serieus wil kijken naar een waarheidscommissie. Het tweede element is de aankondiging van de DNA voorzitter Jenny Simons dat het parlement niet op de regering zal wachten en zelf een initiatiefwet zal formuleren. Ik hoop dat de oppositie meedoet en de eisen voor de verplichte oproep van getuigen daarin zal opnemen. Wie niet komt getuigen, dan de gevangenis ingaan.
Dat zou betekenen dat we eindelijk een getuigenis van Bouterse krijgen, die we nu niet hebben.
Ik hoop dat de Krijgsraad het proces afrondt en haar oordeel uitspreekt. Het hele proces wordt dan onderdeel van de waarheidsvinding, want de uitspraak zal in het kader van verzoening geen gevolgen hebben voor de verdachten. Als de NDP serieus is met de waarheidscommissie, dan zou ook zij voorstander van moeten zijn van het afronden van het proces en de Krijgsraad oproepen om het proces vooral niet te staken. In het kader van de waarheidsvinding mogen de advocaten betogen dat het om een politiek proces gaan en het Surinaamse volk maag haar eigen mening vormen.

De afgelopen weken zijn slopend geweest. Het houdt me elke dag bezig. Het vreet aan me. Ik heb vorige week geen column gepubliceerd omdat ik de uitslag van 13 april wilde afwachten. Die is onbevredigend.

Soms wil ik gewoon rust en de dagelijkse dingen doen die ik enkele weken terug heb gedaan. Ik hoop dat ik de komende weken die rust zal krijgen. Als deze column gepubliceerd wordt, ben ik in Amerika te gast bij de University of California – Berkeley en de Zaytuna College, de eerste islamitische universiteit in Amerika, om colleges te geven.
Ik wil me weer richten op andere zaken dan deze emotionele discussie. Het leven gaat verder, soms in verbittering, soms in hoop.

Sandew Hira
Advertenties