De recente wetsvoorstellen rond het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht roepen fundamentele vragen op over de staat van de rechtsorde in Suriname. Waar hervorming noodzakelijk kan zijn, dreigt in dit geval politieke invloed de grens te overschrijden tussen rechtsstaat en machtsstaat.

Met een reeks wetsvoorstellen zet de Nationale Democratische Partij (NDP) druk op de kern van de rechtsorde. Onder het mom van hervorming dreigt de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht structureel te worden aangetast. Niet door één drastische maatregel, maar door een samenhangend juridisch pakket dat politieke invloed normaliseert.

Centraal staat het voorstel tot invoering van een college van procureurs-generaal, waarbij de president meerdere PG’s kan benoemen. Daarmee verschuift het zwaartepunt van het vervolgingsbeleid van een onafhankelijke rechtsketen naar het politieke centrum. Cruciale waarborgen ontbreken: wie worden benoemd, op basis waarvan, en hoe wordt politieke loyaliteit uitgesloten? Zonder heldere garanties verandert het Openbaar Ministerie van hoeder van het recht in een instrument van de macht.

Ook de geplande invoering van cassatierechtspraak roept vragen op. Cassatie kan bijdragen aan rechtszekerheid, maar alleen als de onafhankelijkheid van het cassatiehof onaantastbaar is. Zolang onduidelijk blijft wie daarin zitting nemen en hoe politieke benoemingen worden voorkomen, ontstaat het risico dat rechterlijke uitspraken selectief worden teruggedraaid — met verstrekkende gevolgen voor lopende en afgeronde strafzaken.

Daarnaast ligt er een wetsvoorstel dat het Hof van Justitie onder tijdsdruk zet: adviezen over benoemingen moeten binnen dertig dagen worden uitgebracht. Gebeurt dat niet, dan kan de regering alsnog benoemen. Negatieve adviezen moeten bovendien expliciet worden gemotiveerd. Dit maakt het adviesrecht kwetsbaar voor politieke druk en tast de institutionele autonomie van het Hof rechtstreeks aan.

Ook de verlaging van de pensioenleeftijd van de procureur-generaal van 70 naar 65 jaar past in dit patroon. In context oogt dit minder als administratieve hervorming en meer als strategisch middel om zittende functionarissen voortijdig te vervangen. Dat deze maatregel niet geldt voor politieke ambtsdragers, versterkt het beeld van selectieve toepassing.

Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf. Suriname kent een geschiedenis van machtsgrepen: de militaire coup van 1980, de Telefooncoup van 1990 en de Kapitale Coup van 1996. Wat nu dreigt, is een juridische coup: uitgevoerd via wetgeving, met blijvende gevolgen. Wie justitie controleert, controleert vervolging, vrijspraak en uiteindelijk de politieke toekomst — inclusief de aanstaande olie- en gasinkomsten.

Het risico beperkt zich bovendien niet tot de oppositie. Een gepolitiseerd Openbaar Ministerie kan selectief optreden binnen de hele politieke arena. Wie vandaag denkt veilig te zijn, kan morgen doelwit worden.

De kernvraag is daarom staatsrechtelijk: willen wij een rechtsstaat waarin macht wordt begrensd door onafhankelijke instituties, of accepteren we een machtsstaat waarin wetten worden ingezet om politieke controle te consolideren?

Suriname staat op een kruispunt. Wie nu zwijgt, stemt in.

Paul Anansi Middellijn
Publicist en content creator