Het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima aan Suriname is niet alleen een ceremonieel hoogtepunt, maar ook een moment van reflectie over de historische band tussen Nederland en zijn voormalige kolonie. Dit bezoek, omringd door de grandeur van protocollaire ketens, belicht de complexiteit van een relatie doordrenkt van geschiedenis, cultuur en hedendaagse uitdagingen.

In theorie zou dit staatsbezoek een kans moeten zijn om een nieuwe bladzijde om te slaan. Een moment om bereidheid te tonen om samen te werken aan een toekomst waarin wederzijds respect en begrip centraal staan. Maar juist in de rigide protocollen schuilt een pijnlijke paradox.

Surinaamse media worden 'opgedragen' in een instructie om de koning en koningin aan te spreken met ‘Hare Excellentie’ en ‘Hunne Majesteiten Koning en Koningin’, en speculatieve of ongecontroleerde berichtgeving wordt afgeraden. Publicaties en uitzendingen moeten de waardigheid van het staatsbezoek weerspiegelen. Interessant genoeg worden deze regels zelfs in Nederland niet nageleefd, maar hier lijken ze onwrikbaar.


Deze protocollaire ketens zijn niet alleen regels voor beleefdheid; ze zijn een spiegel voor Suriname zelf. Waar is onze eigen identiteit? Waar is onze eigen cultuur? Waarom lijken we vast te zitten in het verleden, gevangen in een houding van onderdanigheid die herinnert aan de slavernij en koloniale overheersing?

Door ons te buigen voor deze symbolen van macht, tonen we helaas dat we de slavernij nog niet zijn ontgroeid. Het is alsof de Oranje familie, die eeuwenlang de macht had over onze voorouders, nog steeds een onzichtbare keten om onze nek legt. Dit is geen kwestie van beleefdheid, maar van zelfrespect.

Laten we hopen dat dit bezoek niet alleen gaat over ceremoniële pracht en praal, maar dat het ons ook aanzet tot een diepere reflectie: dat Suriname durft te breken met oude patronen en zichzelf durft te zien als een trots, vrij en gelijkwaardig land. Want echte waardigheid ontstaat niet door het volgen van protocollen die ons klein houden, maar door het verbreken van de ketens die ons binden aan een verleden dat we achter ons moeten laten.

Pas dan kunnen we werkelijk vooruit, als een vrij en trots Suriname.

Indra Toelsie