Tijdens de UNIDO General Conference in Riyad heeft minister Andrew Baasaron van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZOTI) Suriname gepositioneerd als een opkomende partner voor landen en bedrijven die investeren in duurzame maritieme ontwikkeling. De minister schetste dat de blauwe economie voor Suriname vooral een strategische samenwerkingszone is, waar buitenlandse kennis, regionale innovatie en lokale ondernemerschap elkaar moeten versterken.

Hij nodigde bedrijven, onderzoekscentra en multilaterale instellingen uit om met Suriname partnerschappen op te zetten die economische groei combineren met natuurbehoud. De nadruk lag minder op nationale beleidsmaatregelen en meer op de kansen die internationale samenwerking kunnen creëren.

Suriname wil regionale en globale experts aantrekken om toepassingen te ontwikkelen op basis van mariene en riviergebonden biodiversiteit. Het land ziet potentieel in nieuwe biotechnologische concepten, variërend van farmaceutische extracten tot duurzame biomaterialen. Suriname wil onderzoeksrelaties verdiepen en innovatieve investeerders aantrekken die samen met lokale instellingen waarde kunnen creëren.

Ook in de visserijsector is de behoefte aan partners die moderne systemen, traceerbaarheidstechnologie en best practices kunnen inbrengen benadrukt. Suriname wil de sector moderniseren en tegelijk voldoen aan internationale criteria voor duurzaamheid en markttoegang. De visserijsector wordt zo gepositioneerd als een veld waar praktische samenwerking voor alle betrokken partijen winst oplevert.

Voor aquacultuur stelde de minister dat Suriname openstaat voor joint ventures die innovatieve, milieuvriendelijke productiemodellen ontwikkelen. De focus ligt daarbij op soorten met hoge commerciële waarde, maar lage druk op ecosystemen. Internationale technologische toegang moet lokale KMO’s helpen om concurrerende exportproducten te ontwikkelen en de voedselzekerheid te versterken.

Daarnaast presenteerde Baasaron de ambities voor eco- en riviertoerisme als een uitnodiging aan partners om te investeren in natuurvriendelijke toeristische infrastructuur. Lokale gemeenschappen – waaronder Inheemse en Tribale volkeren – moeten volgens hem volwaardige economische actoren worden in deze sector, niet enkel deelnemers.

Een ander speerpunt dat hij naar voren bracht is de modernisering van logistieke en haveninfrastructuur. Suriname zet in op digitalisering, klimaatbestendige faciliteiten en herstel van natuurlijke verdedigingszones zoals mangroven. Hiervoor zoekt het land samenwerking met technische en financiële partners die ervaring hebben met duurzame havenontwikkeling.

Aan het einde van zijn bijdragen maakte Baasaron duidelijk dat de blauwe economie voor Suriname vooral een internationale agenda is: een raamwerk voor partnerschappen die het land helpen een koolstofarme, veerkrachtige economie te bouwen. Suriname wil volgens hem niet enkel profiteren van expertise, maar zelf ook uitgroeien tot een proactieve speler in de regio, een land dat innovatie, duurzaamheid en economische vooruitgang via de oceaan en rivieren met elkaar weet te verbinden.