Geachte president Geerlings-Simons,

Als Surinamer met een diepe betrokkenheid bij het onderwijs en in het bijzonder voor kinderen in het binnenland, voel ik de dringende noodzaak om mijn zorgen met u te delen. In aanloop naar de onlangs gehouden verkiezingen sprak u overtuigend over een “inhaalslag” in het onderwijs, waarbij u het benoemde als een nationale prioriteit en een onmisbare pijler voor ontwikkeling. Deze woorden gaven hoop aan velen van ons die geloven dat Suriname alleen echt vooruit kan als we investeren in onze jeugd, kennis en kansen.

Een onderwijscrisis die al veel te lang duurt
De zorgwekkende situatie waarin het onderwijs in het binnenland verkeert, vereist onmiddellijke, concrete actie. Leerkrachten werken al jaren onder erbarmelijke omstandigheden: klaslokalen met lekkende daken, zonder basisvoorzieningen zoals goed meubilair, gordijnen of zelfs gedegen lesmateriaal. Internet en moderne leermiddelen ontbreken vaak volledig. Leerlingen komen met lege magen naar school; hun thuissituatie wordt gekenmerkt door armoede, gebrekkige hygiëne en sociale achterstanden.

Onder zulke omstandigheden is het onrealistisch en onmenselijk om van leerkrachten te verwachten dat zij kwalitatief onderwijs kunnen verzorgen. Toch blijven de beleidsmaatregelen vooral beperkt tot logistieke of tijdelijke oplossingen: transport, noodhuisvesting, incidentele vervanging. Maar wie met een scherp oog kijkt, ziet dat het probleem dieper ligt: het onderwijssysteem in het binnenland is fundamenteel verwaarloosd.

Het probleem is structureel, niet logistiek
Mijn grootste zorg is dat het beleid zich momenteel blindstaart op symptoombestrijding: tekort aan leerkrachten, huisvesting, vervoer. Maar dit zijn slechts de gevolgen van een decennialang verwaarloosd, falend onderwijssysteem.

De vraag die wij onszelf moeten stellen is niet alleen: “Hoe krijgen we een leraar in een klas?”, maar vooral: “Hoe creëren we een onderwijssysteem waarin die leraar de ruimte en middelen heeft om goed werk te kunnen doen?” Zolang we blijven vasthouden aan ad-hocoplossingen, zullen structurele verbeteringen uitblijven. Het is tijd voor een visie met daadkracht, gericht op duurzame verandering.

Leiderschap begint bij het erkennen van de echte problemen
En wat nog meer zorgen baart: recent heeft de minister van Onderwijs, de heer Dirk Currie, in de media aandacht gekregen vanwege zijn manier van omgaan met leerkrachten in het binnenland. De toon en houding waarmee zorgen werden weggewuifd, waren beneden de maat en vooral een gemiste kans om verbinding te maken met mensen die met hart en ziel proberen het systeem draaiende te houden. Als de regering werkelijk gelooft in verandering, dan moet dat beginnen met luisteren naar degenen die het werk doen, in de moeilijkste omstandigheden.

Waarom wij het vroeger wél konden
Ik ben zelf opgegroeid in een tijd waarin het Surinaamse onderwijssysteem nog functioneerde. Ondanks dat mijn ouders niet hoogopgeleid waren, heb ik dankzij een degelijke schoolbasis goed Nederlands leren spreken en schrijven. De leraren waren goed opgeleid, gemotiveerd en beschikten over de juiste middelen en het respect dat nodig was om hun werk goed te doen. Deze stevige fundering is helaas afgebrokkeld.

Het ontbreken van die basis benadrukt dat we niet moeten denken in kortetermijnoplossingen, maar in duurzame hervormingen en investeringen.

Wat er nú nodig is
Geachte president, als u echt wilt bijdragen aan een toekomstbestendig onderwijs, dan vraagt dat om een brede aanpak die verder gaat dan beloften en kortetermijnmaatregelen. Wat concreet nodig is:
1. Een diepgaand, onafhankelijk onderzoek naar de situatie in het binnenlandse onderwijs.
2. Een nationaal onderwijsplan dat regionale verschillen erkent en maatwerk mogelijk maakt.
3. Structurele investeringen in de basisvoorwaarden, niet enkel tijdelijke oplossingen.
4. Herwaardering van de leerkracht: betere arbeidsomstandigheden, eerlijke vergoedingen en professionele ondersteuning.
5. Leiderschap dat verbindt: luisteren naar het werkveld, beleid maken samen met de praktijk en niet vanuit een ivoren toren.

Tot slot
Onderwijs mag geen privilege zijn voor alleen kinderen in Paramaribo. Elk kind in Suriname - van Apoera tot Galibi, van Kwamalasamutu tot Albina - heeft recht op kwalitatief goed onderwijs. Dit kan alleen gerealiseerd worden als de randvoorwaarden kloppen en degenen die dit onderwijs mogelijk maken, gezien en gewaardeerd worden.

U heeft de unieke kans om geschiedenis te schrijven — niet met woorden, maar met daden. Niet met slogans, maar met structurele hervormingen die een stevig fundament leggen voor onze toekomst, te beginnen bij de leerkracht in het klaslokaal en het kind dat elke dag op zoek is naar een betere toekomst.

Geachte president, ik hoop dat u deze brief met dezelfde ernst en toewijding leest waarmee velen in het binnenland dagelijks hun werk proberen te doen — vaak in stilte, maar niet zonder hoop.

Hoogachtend,
T. Sansaar
Suriname KennisNetwerk
September 2025