Enerzijds mogen we als land trots zijn dat onze eerste vrouwelijke president, H.E. Jennifer Simons, in de Verenigde Staten haar stem laat horen over gelijkheid. Anderzijds zien we dat femicide en structurele ongelijkheid de dagelijkse realiteit in Suriname blijven bepalen.

Er bestaat nauwelijks een sterke beweging of georganiseerde movement die dit onrecht met kracht en continuïteit agendeert. In functies, en zeker in hogere posities, worden vrouwen nog steeds weggedrukt – soms bewust, soms door onzichtbare structuren en diepgewortelde cultuurpatronen. “Gelijkheid” klinkt mooi wanneer het in een toespraak wordt uitgesproken, maar in de praktijk stelt het vaak weinig voor.

Het historische moment dat zich nu in de VS voltrekt, zou ons land trots moeten maken. Maar waar zien we dit echt terug in ons beleid, in de kansen die vrouwen krijgen, en in hun bescherming tegen ongelijkheid en geweld?

Het is wrang dat Suriname internationaal erkenning krijgt voor vrouwelijk leiderschap, terwijl vrouwen in eigen land nog altijd strijden om gehoord en gezien te worden. Voor vele vrouwen blijft gelijkheid in Suriname een verre droom.

Het is hoog tijd dat de rol van de vrouw werkelijk zichtbaar wordt in beleid, in kansen en in bescherming. Suriname kan trots zijn op zijn vrouwelijke leiders, maar laten we er samen voor zorgen dat élke vrouw de kans krijgt om veilig, gelijkwaardig en krachtig haar plaats in de samenleving in te nemen, te krijgen en te verdienen.

Sushma A.S. Biere BA