Het Korps Politie Suriname stond ooit symbool voor orde en respect. Vandaag vecht het niet alleen tegen criminaliteit op straat, maar ook tegen de verloedering binnen de eigen gelederen. Schandalen, normvervaging en nauwe banden met de onderwereld tasten het vertrouwen van de burger aan.

Vroeger gold de politie als gezaghebbend en onberispelijk. Er waren strikte regels voor uiterlijk, discipline en gedrag, en overtreders werden aangepakt. Agenten waren in hun buurt voorbeeldfiguren. Maar de afgelopen decennia is dat gezag afgebrokkeld. In de afgelopen weken heeft het korps bakken vol kritiek over zich heen gekregen. DNA-lid Cedric van Samson stelde bijvoorbeeld dat agenten vroeger veel meer respect afdwongen omdat ze niet leken op criminelen in uniform. Een scherpe opmerking maar niet helemaal onterecht. Het korps heeft in recente tijden enorm ingeboet aan gezag. De oorzaken zijn uiteenlopend en complex, maar enkele trends springen eruit.

1. Verminderde afstand tussen politie en burger
 Waar agenten vroeger een bijna mythische status hadden, is hun menselijke kant nu zichtbaar in kranten en op sociale media. Transparantie is waardevol, maar in deze context tast het ook het gezag aan. 
Sinds enkele jaren zien wij dat de omgang tussen burgers en de politie steeds amicaler is geworden. Denk maar de oudejaars vieringen in POC compleet met muziek en alcohol.

 2. Algemeen moreel verval
Normvervaging binnen de Surinaamse samenleving is ook doorgelekt naar ons politiekorps. We kunnen stellen dat de gedragingen van agenten die door velen zo worden vergruisd een afspiegeling zijn van de Surinaamse mentaliteit in het algemeen.
De hosselcultuur in de samenleving heeft ook het korps bereikt. Regels zoals het verbod op nevenactiviteiten worden massaal genegeerd. Het wordt gezien als een vorm van overleven en soms lijkt het alsof rijk worden het voornaamste doel is. Sociale controle en interne discipline zijn verzwakt; wie binnen het korps ondergeschikten aanspreekt, wordt vaak gezien als lastig en ouderwets.

3. Verwevenheid met de onderwereld
 Vriendschappen tussen agenten en bekende criminelen worden steeds vaker openlijk onderhouden. Dit was ooit ondenkbaar en zelfs taboe. We zien steeds vaker dat agenten de houding en het gedrag van de straatcultuur overnemen, zelfs in uniform. Dat maakt dat wetsdienaren steeds minder professioneel overkomen en het apparaat inboet aan gezag.

4. Het loslaten van strenge voorschriften
 Hoewel sommige regels verouderd zijn, blijven netheid, beleefdheid en professionaliteit essentieel. Het overnemen van straatgedrag zoals het dragen van grote opvallende sieraden of het bezigen van straattaal ondermijnen de neutraliteit en geloofwaardigheid van het korps. Toezicht en handhaving van de dienstvoorschriften en morele codes van het korps moet weer prioriteit krijgen om te voorkomen dat het een complete Sodom en Gommorra wordt. 

5. Schandalen en crimineel gedrag
Incidenten met agenten die de wet overtreden, brengen onherstelbare schade toe aan het imago. Het jammerlijke is dat de misstappen van enkele agenten het beeld schept alsof alle agenten bandeloos en corrupt zijn. Naast het toepassen van tuchtstraffen en zelfs strafrechterlijke vervolging, is onderzoek en grondige analyse naar de diepere motieven wenselijk om de koe bij de horens te kunnen vatten. 

Toen ik ruim dertig jaar geleden bij de politie ging zei het toenmalig hoofd van de Opleidingen, inspecteur Freddy De Mees, tegen ons als nieuwe recruten: "Wie rijk wil worden moet niet bij de politie komen werken. Dan moet je iets anders gaan doen. Politiewerk is een roeping. Daar kan je niet rijk van worden."

De uitdaging
De korpsleiding balanceert anno 2025 tussen het bestrijden van criminaliteit en het handhaven van de interne discipline. Het is een enorme uitdaging om de Facebook en TikTok-generatie te houden aan de morele en etische codes welke vijf decennia geleden heel normaal waren.

Sommigen beweren dat de gebeurtenissen op 25 februari 1980 diepe wonden hebben geslagen in de morele bewapening van het korps. Eentje welke zij nooit echt te boven is gekomen. Die dag was een keerpunt en het korps is daarna alleen maar verder afgegleden. Hoe dan ook, de huidige leiding heeft de enorme taak om het aantal schandalen drastisch terug te brengen. Het oude gezag van vijftig jaar geleden zal waarschijnlijk niet terugkeren, maar het streven moet zijn om er zo dicht mogelijk bij te komen. Tatoeages zijn niet langer een indicatie van een criminele inborst maar tenminste moet de drang om het korps zo waardig mogelijk uit te dragen als "nieuwe" paradigma terugkeren binnen KPS.

Irwin Maatrijk