“Beste doorspoelers van ethanol…”
“Even, meester, spoel je daarmee je toilet door?”
“Nee, je keel, het is de scheikundige naam van dat spul dat in je glas zit. Dus beste broeders, ons staatshoofd schittert door aanwezigheid bij de klimaattop in Azerbeidzjan."
“En na onze politici schitteren nu ook onze politica door aanwezigheid bij de diaspora in Nederland.”
“Eerst tante J. en nu vrouwe A., en die is voorstander van een dubbele nationaliteit.”
“Ow, goeie zaak. Dus je bedoelt het voorstel: mogen dan degenen die tot 1975 Nederlandse onderdanen waren, en toen Surinamer werden, nu dan ook opteren voor de Nederlandse nationaliteit?”
“Nee man, kom nou! De voorgestelde dubbele nationaliteit geldt voor Nederlanders, met of zonder Surinaamse roots, die dan hun bijdrage makkelijker aan Suriname kunnen leveren.”
“Welke bijdrage? Hun euro’s?”
“Dat weet ik niet, go aksi Tjaan, Greg, Jenny nanga Angelique wat ze van die mensen daar, ‘a drape-spora’ precies willen.”
“Hun kennis en kunde en zo.”
“Kan je grotendeels van het Internet downloaden”
“Of zoals een aantal de afgelopen periode met hun consultancy en slijmerij bij de toppers alhier flink wat euro’s van ons hebben gesnoept?”
“Gewoon netjes geklede en mooi pratende oplichters bij elkaar.”
“Zeg me eerlijk: wat voor wezenlijke bijdrage hebben al die diasporanen de afgelopen jaren hier geleverd?”
“Misschien hun goed en kundig doordachte adviezen en oplossingsmodellen die al bij de eerste stappen niet uitvoerbaar bleken te zijn?”
“Volgens mij hebben we meer last gehad van hun verwarring veroorzakende politieke en etnische opstokerij.”
“Vele van die lui daar zijn ergens na 1980 en 2000 blijven steken tussen paars en oranje en tussen koolie en plakkaman. Ze verstoren bewust of onbewust onze groei naar één natie.”
“Mooi nationalistische gepraat van je, beste broeder. Maar verstoren wij ook zelf niet onze groei naar elkaar toe? Met allerlei kleinzieligheden en soms achterlijkheden die nog erbij door velen gedeeld worden via de sociale media?”
“Inclusief bepaalde internetmedia die er overdreven veel aandacht aan besteden, alleen om hun kijkcijfers en dus hun verdiensten omhoog te stuwen.”
“Maar de mensen die al die jaren hier om welke reden dan ook zijn blijven wonen en werken en zich blijven inzetten, worden door de beleidsvoerders vaak genoeg met de voeten getreden, geminacht en zelfs gediscrimineerd.”
“Klopt, wij zijn de underdog; alleen goed om eens in de vijf jaren op hun te gaan stemmen.”
“En dan is het: ‘klarie, is goed, bedankt’, tot over vier jaren als de volgende verkiezingen in aantocht zijn.”
“Maar wij willen dat, want al klagend stemmen we toch steeds weer op hen, of we blijven maar thuis mopperen op de dag van de stemming.”
“Maar oke, maar kijk naar de alternatieven die ons worden aangeboden. Vaak egotrippers die niet met andere egotrippers willen samenwerken, terwijl velen van ons naar een politiek alternatief smachten.”
“Maar zo een alternatief moet rond oprechte en integere persoonlijkheden met een trackrecord waaruit blijkt dat ze er zijn voor de doorsnee-burgers, the common people, de jongere en oudere mensen die willen surviven in dit overigens toch nog steeds gezegend land.”
“Die mensen zijn er, maar wij zien ze over het hoofd. We kijken maar naar allerlei arrogante lawaaimakers en politieke avonturiers, die onze ontevredenheid willen misbruiken om ‘binnen te komen’, zoals het velen vóór hen is gelukt.”
“Dan noemt u zo een voorbeeldfiguur met een positief trackrecord die we in feite over het hoofd zien?”
“Ik noem minister Mac Andrew, voor mij een lichtend voorbeeld. Maar als je hem noemt, hoor je duizend-en-een bezwaren.”
“Men wil zeker dat geboefte dat zo onsmakelijk vecht om een ministerszetel om dat geld voor de verkiezingen daar te gaan plunderen.”
“Dus voor uw part blijft hij minister van Binnenlandse Zaken ad interim?”
“Ja, hij kent het ambtelijke en vooral: hij weet met mensen om te gaan, in tegenstelling tot zijn voorganger daar of die waardeloze opgeblazen kikker op OW en V die niet eens de vuilophaal kan organiseren.”
“Klopt, en die nu uit onvermogen op stel en sprong de subsidie op de vuilophaal wil intrekken, dat is vergooid geld. We gaan binnen 6 weken contracten met vuilophalers moeten afsluiten.”
“Och, dat is snel gedaan, zo een 70.000 huishoudens waar het vuil van wordt opgehaald. Wat een ‘Jan-jurk-lik-m’n-vestjebeleid is dat?”
“Hou nog 6 maanden vol. Deze Mac is voor mij de beste niet-politieke deskundige persoon die zovele mensen helpt met opleidingen en daar niet zit om z’n zak te vullen met allerlei louche-deals.”
“Dus u ziet zo iemand als een kandidaat voor de VeePee of zelfs President?”
“Jawel, Mac for pres, veel beter dan de res.”
“U bedoelt: …dan de rest?”
“Ach ja, maar ik zeg ‘res’, anders rijmt die slagzin niet.”
“En ziet u ook een dyaya uma?”
“Jazeker, maar ik zal haar naam in dit mannengezelschap niet ongevraagd noemen. Ik weet alleen dat er onlangs een biografie van haar is verschenen; daarin lees je hoe deze dyadya uma zich met succes sinds de jaren ’80 voor de ten achter gestelden, vooral vrouwen, heeft ingezet.”
“Maar nee, we kijken niet naar deze integere mensen; we kijken eerder naar die leeghoofdige kletskousen die ons al minstens één regeerperiode hebben belazerd.”
“En sommigen durven ons met droge ogen om nog een kans te vragen.”
“Klopt! Schaamteloos stelletje bij elkaar.”
“Maar hoe krijgen we deze integere kandidaten gekozen?”
“Dat is punt twee. En er zijn nog meer, maar de vraag is of ze willen, daar staat en valt alles mee. Anders zijn we weer overgeleverd aan dat… dat… die… ach, laat maar.”
“En vele opgejutte kiezers blijven maar als ezels juichend rennen achter allerlei criminelen en oplichters.”
“Omdat die mensen eerder geloven in etniciteit dan integriteit."
“Kijk wat je krijgt: een bromki dyari vol met geboefte. Kijk hoe ze zich al klaarmaken om ons weer eens te pakken met hun loze beloften: één hectare grond, een stadion, een vette bankrekening voor elke nieuwgeborene...”
“Ik zeg: elk volk krijgt wat het waard is.”
“Maar mijn hemel, we zijn toch veel meer waard? Alles is verpauperd, verwaarloosd en is een free for all. Kijk het verkeer, wan bigi chaos.”
“Ja, nu de verkiezingen naderen, gaan we dat effe met het korps regelen. Praten en praten, na vier jaren, zonder daden of maar voor een paar weken met die stomme en hinderlijke verkeerscontroles."
“Heren niet zo negatief. Het komt wel goed. Laten we daarop toasten. Proost.”
“Ja, een toast op proost.”
Rappa