Vandaag staat de Verenigde Staten opnieuw op een kruispunt. De verkiezingen van dit jaar hebben de potentie om de koers van het land en de wereldeconomie ingrijpend te beïnvloeden. Voor Amerikanen draait het wellicht om binnenlandse prioriteiten, maar de beslissingen die in het stemhokje worden genomen, zullen tot ver buiten de Amerikaanse grenzen resoneren. De wereld kijkt gespannen toe, omdat de keuze voor continuïteit of verandering verstrekkende gevolgen zal hebben.
Donald Trump is de Republikeinse presidentskandidaat. De voormalig president (2017-2021) staat bekend om zijn directe stijl en populistische benadering en om zijn focus op thema's als immigratiebeperking en strenge handelsmaatregelen. Als Donald Trump opnieuw aan de macht komt, zou dat waarschijnlijk leiden tot een versterking van zijn protectionistische beleid, waarbij verdere verhogingen van importtarieven niet uitgesloten zijn. Zijn strategie, gericht op economische zelfbescherming, brengt echter aanzienlijke risico’s mee voor de mondiale economie. De zogenaamde ‘America First’-strategie is meer dan een slogan: het betekent een toename van importtarieven en een versterking van binnenlandse productie, koste wat het kost. Hoewel deze aanpak Amerikaanse bedrijven op korte termijn kan beschermen, zijn de werkelijke gevolgen vaak groter, met negatieve effecten voor zowel de gewone Amerikaan als voor internationale handelspartners.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwt dat een dergelijke strategie de groei van de wereldeconomie zou kunnen schaden en internationale handelsstromen zou verstoren. Hoewel Amerikaanse bedrijven mogelijk profiteren van deze bescherming, schuift de belasting hiervan door naar consumenten en handelspartners wereldwijd. In reactie op deze maatregelen is een escalatie van tegenmaatregelen door handelspartners te verwachten, waardoor handelsrelaties wereldwijd verder onder druk komen te staan. De vraag blijft of een politiek van isolatie op de lange termijn houdbaar is in een steeds meer verweven wereldeconomie.
Kamala Harris is de Democratische presidentskandidaat. De huidige vicepresident onder Joe Biden wordt gezien als een gematigd progressieve leider met een nadruk op thema’s zoals gelijke rechten, internationale samenwerking, en sociale hervormingen. Als Kamala Harris het presidentschap overneemt, zou ze vermoedelijk een behoudende maar minder radicale koers volgen, voortbouwend op het bestaande beleid van de regering-Biden. Haar benadering zou streven naar een evenwicht tussen nationale belangen en internationale stabiliteit, waarbij zij bestaande importtarieven waarschijnlijk grotendeels intact zou laten, maar minder geneigd zou zijn tot verdere escalatie. Hoewel de fundamenten van Amerikaans protectionisme daarmee blijven bestaan, biedt haar beleid tegelijkertijd een kans op meer stabiliteit en vertrouwen tussen de VS en hun handelspartners. Dit zou de deur openen voor dialoog en mogelijk herstel van de mondiale handel, al blijft de toekomst op dit gebied enigszins onzeker.
Onder Harris zou er mogelijk meer ruimte komen voor een meer open benadering van handel en samenwerking, waarbij aandacht wordt besteed aan eerlijke handel, arbeidsrechten en klimaatvriendelijke afspraken. Hoewel een volledig terugdraaien van protectionistische maatregelen onwaarschijnlijk is, geeft haar koers hoop op een duurzamere en meer sociaal verantwoorde economische strategie.
Voor landen met een kleine economie, zoals Suriname, kan de impact van de Amerikaanse koers ingrijpend zijn. Suriname, met haar economie die sterk afhankelijk is van geïmporteerde goederen, wordt mogelijk extra kwetsbaar bij hogere Amerikaanse importtarieven. Duurdere producten uit de VS zouden de inflatie in Suriname (verder) kunnen aanwakkeren, wat een last zou vormen voor zowel consumenten als de overheidsbegroting. Een soepele handelsrelatie met grote partners, zoals de Verenigde Staten, is voor een kleine economie van cruciaal belang om prijsstabiliteit te behouden en de koopkracht van de bevolking te beschermen. Om de economische gevolgen van een nieuwe Amerikaanse politieke koers te verzachten, zou de Surinaamse overheid proactief beleid moeten voeren om inflatie te beheersen en alternatieve handelswegen te verkennen.
De keuze die het Amerikaans electoraat vandaag maakt, reikt dus veel verder dan de eigen landsgrenzen. Het is een beslissing tussen geslotenheid en openheid, tussen kortzichtige winst en duurzame vooruitgang, en heeft verstrekkende gevolgen voor zowel de wereldmarkt als de geopolitieke verhoudingen. Kiest de VS voor een meer isolationistische benadering, met verdere polarisatie in handelsrelaties, of bieden zij hun handelspartners ademruimte en herstellen ze hun rol als voorvechter van een eerlijke en stabiele wereldorde? De inzet is groter dan ooit, niet alleen voor de VS, maar ook voor de rest van de wereld, die zich voorbereidt op de mogelijke economische schokgolven en de slechte smaak die deze keuze met zich mee kan brengen.
Vincent Roep