Nederlandse premier bevestigt voortzetting 'Suriname beleid'

Het gesprek vond donderdag plaats in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Schoof heeft ook aangegeven dat de uitvoering van hetgeen is afgesproken over de uitgesproken excuses in verband met het slavernijverleden voortgang zullen hebben. Hiertoe zullen de gesprekken met de Nederlandse autoriteiten geïntensiveerd worden. President Santokhi heeft aangegeven dat in Suriname gewerkt wordt aan de totstandkoming van een representatief platform die dit proces verder zal begeleiden, meldt de Communicatiedienst Suriname.

Santokhi heeft ook aangedrongen op de afhandeling van de restantmiddelen van de ontwikkelingshulp uit 1975 op basis van de recent overeengekomen prioriteiten van de Surinaamse regering. Van de beschikbare middelen zal een bedrag van 6 miljoen euro besteed worden aan de versterking van de gezondheidszorg middels de aankoop van noodzakelijke apparatuur en andere benodigdheden. Een bedrag van 2 miljoen euro zal gereserveerd worden voor de verdere opzet en operationalisatie van de Zorgautoriteit. Reeds was afgesproken dat een bedrag van 5.6 mln. euro zal worden besteed om het  Productiefonds onder beheer van de Nationale Ontwikkelingsbank  alsmede de verdere opzet en ondersteuning van de Suriname Investment and Trade Agency.

De president heeft ook de behoefte van verdere technische bijstand op het stuk van de voorbereiding van een groot aantal wetsproducten aangegeven, alsook steun gevraagd voor de verdere professionalisering van de Belastingdienst en de douane.

Bij het gesprek waren ook aanwezig minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, ambassadeur Sunil Sitaldin, directeur Mirjam Mac Intosh van BIBIS, Maarten Boef, Nationale Veiligheidsadviseur, Joost van Deutekom, Adjunct-adviseur Buitenlands Beleid en Defensie en Yoka Brandt, Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden bij de VN.