Recentelijk zag en hoorde ik op de tv een jongeman die zich liet aankondigen als functionaris verantwoordelijk voor de voorlichting en organisatie binnen zijn nog geen half decennium oude politieke partij. Als gevraagd wordt waarom hij de politiek is ingegaan zegt hij het als zijn plicht te beschouwen om “oude politiek” te bestrijden. Dus, geen keuze vóór, maar tegen iets. Maar dan valt er een doodse stilte als de programmamaker vraagt wat zijn gast onder “oude politiek” verstaat.
Enkele dagen later hoor ik via een andere zender de woordvoerder van een politieke partij zeggen dat zijn partij met haar 37 jaren niet tot de oude gaarde behoort, doelende op politieke partijen die twee keer zo oud zijn als zijn partij.
Waarom de vrees van leden van politieke partijen voor het oud worden van hun partij? Voor zover ik mij kan herinneren begon de negatieve bestempeling – qua bestaan – van politieke partijen van het eerste uur in de jaren ‘80.
Vanuit een onterechte publieke veroordeling werd aan leden van partijen die toen in de regering zaten het boetekleed aangedaan van alles wat men vond dat verkeerd ging in Suriname. Het oordeel van het toen speciaal ingesteld gerechtshof was stukken milder dan van figuren die er baat bij hadden de in 1980 zittende regering te veroordelen, om zodoende een coup te rechtvaardigen.
Na 1987 zou blijken dat alles waarvan de zogenaamde oude politici werden beschuldigd in omvang en intensiteit in het niet viel qua corruptieve handelingen en mensenrechtenschendingen die tussen 1980 en 1987 in Suriname plaats vonden. Maar, de zondebok was al gecreëerd: de oude politieke partijen en de oude politieke orde. Aangezien niets en niemand van de oude politieke partijen is gerehabiliteerd – in ere is hersteld – zijn veel politieke partijen - tegen het universeel logisch principe in - bang om oud te worden, of ‘oud’ genoemd te worden. Wij zullen echter hiermee in het reine moeten komen, zodat anderen het niet als een heldendaad gaan beschouwen tij en ontij een politieke partij op te richten in ons land.
Sommigen zien de levensduur van een politieke partij als dat van een mens – inclusief het sterven na het bereiken van een bepaalde leeftijd. Internationaal kijkt men daar genuanceerder tegenaan. Is het omdat men daar steeds gewerkt heeft aan versterking van de interne democratie van politieke partijen. Zo is men er in Nederland trots op dat een politieke partij als de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) opgericht in 1948 nog steeds springlevend deelneemt aan het politieke proces. De Partij van de Arbeid (PvdA) die in 1946 werd opgericht ook nog steeds actief is. Ook de Staatskundig Gereformeerde Partij (SGP) de oudste nog bestaande landelijk opererende partij in Nederland, die opgericht werd in 1918 is nog springlevend met 3 parlementariërs in de Tweede Kamer, met 2 in de Eerste Kamer en in het Europees Parlement met 1 parlementariër vertegenwoordigd is.
Wat de Verenigde Staten van Amerika betreft verbaast het volgende mij steeds weer. Veel mensen die onze politieke partijen van het eerste uur a-priori in de beklaagdenbank zetten vragen zich af waarom wij landelijk, net als in de Verenigde Staten, niet slechts 2 partijen kunnen hebben. Om te beginnen moet ik dan even corrigeren dat er in de VS wel 100 politieke partijen zijn, maar slechts twee opereren federaal. Beide bestaan sinds de Burgeroorlog. De Republikeinse Partij werd opgericht in 1854, terwijl de Democratische Partij reeds in 1828 het levenslicht zag. Maar als partijen niet oud mogen worden wanneer kom je tot die twee vermeende dominante partijen? Nog daar gelaten of het wenselijk is partijen die weigeren zich te organiseren op basis van een ideologie of maatschappijvisie die rol te laten vervullen.
In de rest van het Caribisch gebied kunnen politieke partijen ongestoord en onbevreesd hun jaren tellen. Zo werd in Jamaica in 1938 door Norman Manley de People’s National Party (PNP) opgericht, terwijl Alexander Bustamente in 1943 de Jamaica Labour Party (JLP) oprichtte. Beide partijen domineren nog steeds actief het Jamaicaanse politieke leven. Het verschil met menig Surinaamse politieke partij is dat die partijen wel gestoeld zijn op een ideologie c.q. een maatschappijvisie.
Ik zou nog aardig wat landen kunnen noemen waar partijleden en het electoraat trots zijn op de ouderdom van hun politieke partij. In China is dat niet alleen met politieke partijen het geval, maar over de hele linie wordt senioriteit geprezen. Gezond oud worden wordt dan ook gezien als een bron van verzamelde wijsheid. Het was dan ook president XI Jinping van China die in 2023 de 100 jarige oud-minister van Buitenlandse Zaken van de VS, dr. Henry Kissinger uitnodigde voor een bezoek aan zijn land. China maakte graag gebruik van de grenzeloze kennis, wijsheid en ervaring van deze uitzonderlijke diplomaat. In China weet men ouderdom op waarde te schatten. Is China daarom nu bezig stormenderhand de wereld te veroveren?
Respect voor senioriteit moet verdiend worden. Politieke partijen in Suriname – ongeacht wanneer ze zijn ontstaan – zullen dan ook steeds meer moeten tonen dat zij lerende organisaties willen zijn.
Als ik de advertenties op de radio mag geloven is het enige oude dat de doorsnee Surinamer wil conserveren het menu uit oma’s tijd. Onlangs nog hoorde ik een eethuis zijn gerechten aanprijzen met als slotzin dat alle gerechten zijn voorzien van “oma haar speciale saus”. Aangezien de mens niet alleen van brood en oma’s oude gerechten zal leven ben ik blij dat wij in Suriname onder andere ook het dagblad De West hebben dat na 114 jaar nog dagelijks verschijnt.
Hans Breeveld