Verdachte in zedenzaak in vrijheid gesteld en barst in tranen uit
09 Jun, 14:42
foto


De 55-jarige verdachte A.A. die ervan wordt beschuldigd meerdere keren seks te hebben gehad met een 14-jarig meisje tegen haar wil, is op de zitting van vrijdag door de kantonrechter Iswarpersad Sonai in vrijheid gesteld. Nadat twee getuigen breedvoerig werden gehoord vroeg raadsman Arjan Ramlakhan de rechter om af te zien van het horen van de derde getuige. Hij voerde aan dat de verdachte zich niet schuldig zou hebben gemaakt aan hetgeen hem ten laste is gelegd, althans zouden de ernstige twijfels die al bestonden zijn versterkt. De rechter honoreerde het verzoek van de advocaat en gelaste tevens de onmiddellijke in vrijheid stelling van de verdachte die in tranen uitbarstte.

De verdachte was coördinator van een kindertehuis in Commewijne en was onder andere belast met de uitbetaling van het personeel. Het slachtoffer verklaarde bij de politie dat de laatste keer toen het gebeurde de verdachte haar naar boven riep waar de slaapkamers zich bevinden. Hij was in de slaapkamer van het slachtoffer, maakte de deur dicht en misbruikte haar. Hij deed dat volgens het slachtoffer op een moment waar de begeleidster van het tehuis en de andere kinderen zich op het erf bevonden. Ook verklaarde zij te hebben gezien dat de verdachte een van de huismoeders betaalde zodat hij haar onopgemerkt kon misbruiken.

De verdachte heeft vanaf het begin alles ontkend. De advocaat merkte op dat er enige verschillen zijn in de verklaringen van het slachtoffer bij de politie die kennelijk leugenachtig zijn. Het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling werd op de vorige zitting afgewezen omdat de ernstige bezwaren op dat moment nog overeind stonden volgens de rechter.

Ramlakhan heeft via de rechter drie getuigen doen oproepen (a de charge) onder wie een buurvrouw van het slachtoffer, die het meisje gedurende vier jaren heeft opgevangen en de begeleidster die volgens het slachtoffer gelden zou hebben aangenomen van de verdachte. De buurvrouw heeft ter terechtzitting verklaard dat zij het meisje heel goed kent en dat zij een pathologische leugenaar en een manipulator is. Als zij haar zin niet kon krijgen, moest de persoon boeten. Voorts verklaarde zij dat het kind een verhaal kan opmaken, echter blijkt het uit de duim te zijn gezogen. Het slachtoffer is eerder misbruikt geworden door haar stiefvader die ook is veroordeeld.

Op de vorige zitting is het slachtoffer gehoord en heeft zij onder andere verklaard dat zij voor het eerst seks had gehad. Op verzoek van de advocaat aan de rechter werd het Openbaar Ministerie toen opgedragen om een onderzoek te doen instellen of het meisje eerder werd misbruikt door de stiefvader die zou zijn veroordeeld. De officier van justitie overhandigde ter terechtzitting een vonnis waaruit inderdaad blijkt dat de tiener eerder is misbruikt en dat de dader toen is veroordeeld.

De begeleidster die gelden zou hebben ontvangen en die door de politie is gehoord heeft dit ten stelligste ontkend. De beklaagde is nimmer als medeverdachte aangemerkt. Ook verklaarde zij dat de verdachte slechts één keer in de maand het tehuis aandeed om de salarissen uit te betalen en dat zij niets vreemds had opgemerkt. Voorts verklaarde zij dat de kamerdeuren van de meisjes geen slot hadden en dat er altijd een begeleidster in de gang tussen de kamers sliep. De officier van justitie deed het verzoek aan de kantonrechter om het slachtoffer weer te horen.

De advocaat van de verdachte verzette zich daartegen en vroeg de kantonrechter het verzoek resoluut af te wijzen meer nog in het belang van het slachtoffer en omdat er daarbij geen enkel belang gediend zou zijn. Bovendien zou het de voortzetting van de zaak onnodig stagneren omdat er een polemiek zou kunnen ontstaan tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie. De rechter wees het verzoek  af en stelde de zaak uit naar 4 juli in de stand van requisitoir en pleidooi.
Advertenties