Kenny, Maticha & Yoseva uit de documentaire 'Kinderen van Mavungu. Zij zijn allen van het dorp Pikin Slee.
De documentaire Kinderen van Mavungu van Mirjam Marks is deze week door de kinderjury op het Chicago International Children’s Film Festival uitgeroepen tot beste film. Het is in korte tijd de derde internationale prijs voor de film over het laatste jaar op de basisschool van Maticha, Kenny en Yoseva uit het dorp Pikin Slee aan de Boven-Surinamerivier. Eind oktober onderscheidde een jury van professionals op het filmfestival van Birmingham de documentaire als beste lange film. Vorige week bleek het volgens de jongerenjury de beste film tijdens het Filmfestival dei Popoli in Florence, Italië.

In Kinderen van Mavungu waakt bosgod Mavungu over het wel wee van de kinderen uit Pikin Slee. In vier draaiperiodes volgde Marks drie van hen tijdens het schooljaar 2021-2022.  Ze zitten in hun laatste jaar en maken zich op voor de overgang naar Paramaribo om verder te leren. In de film krijgt de kijker een indruk van het dagelijks leven van Maticha, Kenny en Yoseva in het bos. Zo gaat Kenny op jacht met zijn oom, ondergaat Maticha een rituele inwijding als jonge vrouw en is Yoseva aan het werk op het kostgrondje van haar tante. De vraag is of hun familie straks inderdaad geld kan vrijmaken en onderdak in de stad kan vinden om hun opleiding te vervolgen. De vier delen beginnen met een tori, in spoken word stijl ingeleid door rapper/muzikant Typhoon.

De jeugdserie werd gemaakt voor de VPRO en rond Keti Koti uitgezonden op de Nederlandse televisie. In juli is de film feestelijk in première gegaan in TBL Cinemas Paramaribo. Een paar dagen later volgde een vertoning voor de dorpsgemeenschap van Pikin Slee. De bioscoopversie is al te zien geweest tijdens filmfestivals in Toronto, Cinekid Amsterdam en Bergamo in Italië. 

Tijdens het IDFA in Amsterdam, het grootste documentaire festival ter wereld, dat tot en met deze week loopt, maakt de film deel uit van het scholierenprogramma. De makers hebben speciaal lesmateriaal hiervoor bij de film ontwikkeld. In totaal hebben inmiddels meer dan tweeduizend scholieren de film gezien in de bioscoop: in Suriname, Nederland en op Curaçao. Aansluitend gingen de kinderen in gesprek naar aanleiding van de film over onderwerpen als slavernij, natuur en cultuur en volgden ze verschillende workshops.

Op dit moment wordt gewerkt aan lesmateriaal voor Suriname. De makers streven ernaar dit in combinatie met de film begin volgend jaar beschikbaar te kunnen stellen aan alle basisscholen in Suriname.