Column: De minister, tussen lezen en begrijpen
01 Feb 2023, 00:59
foto
Hans Breeveld


In mijn column van 7 december 2022 schreef ik het volgende over de tapu yari konmakandra van de Pertjajah Luhur (PL) van 3 december 2022: … als door de conferenciers steeds moet worden gevraagd om meer applaus dan denkt de willekeurige kijker dat je niet te doen hebt met een goed opgekomen publiek, maar met een goed opgehaald publiek. Was de onderliggende gedachte van de vele duizenden … niet: Yu tyari un dya fu wan nyan, wan dringi nanga wan prisiri, ma no fu kon applaudisseer.

Minister Bronto Somohardjo – tevens secretaris van de partijraad maakte hiervan: Hans Breeveld schrijft in zijn column dat de mensen hier komen voor een bordje eten. Het is duidelijk dat de minister uit mijn tekst niet wil lezen dat het applaus op de toespraken zeer teleurstellend was. Ik vind dat een organisatie die zichzelf serieus neemt zou moeten nagaan of de mensen daar waren voor de toespraken of voor wat anders.

Applaudisseren voor of het uitjouwen van sprekers zijn doorgaans spontane uitingen op gepresenteerde toespraken. Er moet dus nooit gevraagd worden om applaus. Veel, weinig of geen applaus moet als graadmeter dienen voor de organisatie. Het was dan ook heel storend bij de opo yari konmakandra in Nickerie dat door een conferencier steeds werd gevraagd om een “daverend applaus”. Misschien vond het publiek de toespraken geen daverend applaus waard. Applaus moet je verdienen. Als je dat niet krijgt moet je bij jezelf te rade gaan.

Ik neem de minister niet kwalijk dat hij mijn woorden verdraaid heeft, want tijdens de tapu yari konmakandra heeft vader Somo aangegeven dat de minister nog in de leer is bij de vp. Daaraan boven weten wij dat ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Maar ik vond het wel vergaand, misschien zelf desavouerend voor een minister toen Somohardjo sr. – bij opo yari konmakandra publiekelijk zei volmacht te hebben gegeven aan de vp om minister Bronto een pak rammel te mogen geven indien hij fouten maakt.

Op diezelfde avond zei Somohardjo sr. – als een kind zo blij - dat nergens ter wereld een politieke partij die slechts één zetel heeft gehaald 2 ministerposten krijgt. Misschien is dat waar, maar het lijkt mij dat Salam Somohardjo onvoldoende stilstaat bij de prijs die hij en zijn volgelingen daarvoor moeten betalen. Somohardjo sr. weet hoe moeilijk het voor Bouterse was om als president te functioneren met een vonnis van de Nederlandse Staat op zak. Hij weet wat dat het Surinaamse volk heeft gekost om als president Bouterse naar het buitenland moest, aangezien Bouterse niet via Nederland kon reizen. En toch ondersteunt Somohardjo een mogelijk presidentschap van Brunswijk in 2025. Dit is maar een klein deel van de ferplekti payman. Zelf denk ik dat er meerder redenen zijn waarom Brunswijk zich geen kandidaat zou moeten willen stellen voor de functie van president.

Dat PL haar opo yari konmakandra met het volk deelt is prijzenswaardig. Politieke partijen zijn nu eenmaal geen besloten verenigingen. Hun visies dienen ze – net als de overige partijen – regelmatig met de potentiële kiezers te delen. Politieke partijen nemen namelijk deel aan verkiezingen om uiteindelijk volksvertegenwoordigers en beleidsmakers voort te brengen, die de belangen van ons allen zullen moeten behartigen.

Iedereen dient de handel en wandel van de toppers van de politieke partijen zoveel mogelijk te volgen en na te gaan hoe het met de interne partijdemocratie staat, wat hun maatschappijvisie is, maar vooral proberen te zien uit welk hout de politici van de verschillende partijen gesneden zijn. Het volk mag niet afzijdig staan. We moeten bemoeien met alle partijen om te kunnen inschatten wat je na verkiezingen mag verwachten.
De stem die een kiezer uitbrengt moet gebaseerd zijn op een beoordeling c.q. inschatting of een partij wel of niet welvaart en welzijn zou kunnen brengen voor de totale bevolking. Men moet daarbij ook de competenties, onder ander de scholing van kandidaten kunnen beoordelen.

Wat betreft de rol van het electoraat en van het politiek leiderschap kunnen we te rade gaan bij twee geleerden. Ten eerste de Duitse psychiater/filosoof Karel Jaspers. Hij formuleerde ooit de Metafysische schuld. Hij gaat daarbij uit van het solidariteitsprincipe. In essentie komt het erop neer dat degene die niet alles doet waartoe hij/zij in staat is om iets te voorkomen of te realiseren medeschuldig is aan de gevolgen. Concreet gezegd zou het erop neer kunnen komen dat wanneer u politici niet kritisch volgt of niet gaat stemmen u medeschuldig bent voor eventuele gevolgen.
De tweede geleerde is onze eigen historicus Eugene A. Gessel – voor intimi oom Syeni Gessel. Zijn boodschap is vooral een waarschuwing voor politieke leiders. De historicus heeft ons veelvuldig het volgende voorgehouden: Wie de Goden willen vernietigen, slaan ze met blindheid.

Hans Breeveld
Advertenties