Het moment van de overdracht door afgetreden president Chan Santokhi aan zijn opvolger, Jenny Simons. (Foto's: Ranu Abhelakh)
President Jenny Geerlings-Simons voorziet in het beleid van haar regering een gezonde balans tussen de macro-economie en de reële economie. Wat het fiscaal beleid betreft, maakt de president duidelijk dat de regering geen geld zal uitgeven dat er niet is. Anderzijds pleit zij ervoor dat er ruimte moet zijn voor productieve investeringen, om zo een evenwichtige economische groei te realiseren.

Een van de eerste vereisten is dan ook dat de begroting voor 2025 wordt goedgekeurd door De Nationale Assemblée (DNA), waarna gewerkt zal worden aan de begroting voor 2026. “Er kunnen natuurlijk momenten zijn waarop je uitgeeft omdat je verwacht dat de inkomsten volgens de begroting zullen binnenkomen,” stelt de president. “Maar dat mag geen structureel karakter krijgen. Anders loopt de staatsschuld alleen maar verder op,” zei het staatshoofd tijdens een persmoment woensdag. 

Simons erkent echter dat er ook onvermijdelijke uitgaven zijn, omdat veel zaken structureel zijn verslechterd. “De hele economie waarin mensen geld verdienen en produceren is achteruitgegaan,” stelt zij. Macro-economisch kan de Centrale Bank volgens haar tijdelijk bijsturen, maar dat is slechts op de korte termijn effectief. “Als je daarmee je reële economie niet verbetert, zal je altijd terugvallen,” benadrukt de president. Volgens haar zal er hoe dan ook geproduceerd moeten worden, zodat de macro-economische situatie zich duurzaam kan verbeteren.

Vicepresident Gregory Rusland feliciteert de president na de beëdiging.

De president benadrukt dat het aan het begin van de nieuwe regeerperiode een uitdaging zal zijn om offers te vragen van de samenleving. Toch mag het volgens haar nooit zo zijn dat kinderen zonder eten komen te zitten. “Als er geen geld op de begroting beschikbaar is voor zulke zaken, zullen we met z’n allen in onze zakken moeten tasten,” zegt zij. “Het gaat om fiscale discipline aan de ene kant, en aan de andere kant om het zoeken naar investeringsmogelijkheden.”

Het verhogen van de staatsinkomsten moet vooral worden aangepakt door het herstructureren van de belastinginning en door het geld te halen waar het daadwerkelijk zit. “Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het moet wel gebeuren,” zei Simons. Zij erkent dat de nieuwe regering voor een moeilijke opdracht staat: sectoren moeten worden ontwikkeld, en andere – die nu onvoldoende functioneren – moeten worden hersteld. Een van de belangrijkste uitdagingen voor zowel de regering als de samenleving is de voorbereiding op een periode waarin, als gevolg van de olieproductie, veel geld verdiend zal worden. Het is dan cruciaal dat deze middelen goed worden beheerd en niet worden verkwanseld.

IMF
In aanloop naar de kabinetsformatie zijn er gesprekken gevoerd met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Simons zegt dat deze gesprekken worden voortgezet en dat er wordt gekeken naar hoe en op welke manier de samenwerking met het IMF kan worden gecontinueerd. Duidelijk is dat de president nu wel voorstander is van verdere samenwerking, maar niet op de manier zoals die in de afgelopen vijf jaar is verlopen, met een herstelprogramma uitgevoerd door de regering-Santokhi.

“Onze instituten moeten worden versterkt, er zullen middelen nodig zijn en technische deskundigheid. Dat willen we graag. Wat we niet gaan doen, is het volk opnieuw blootstellen aan een reeks verarmende maatregelen. Een IMF-programma zoals we dat de afgelopen jaren hebben gekend, gaan we dus niet doen. Onze kinderen moeten we naar school kunnen sturen en ze moeten te eten krijgen”.

Bestuurlijke overdracht
Wat betreft de overdracht van het bestuur van de regering-Santokhi naar de regering-Simons geeft het nieuwe staatshoofd aan dat dit proces nog bij wet moet worden vastgelegd. Hoewel er reeds enkele overdrachtsmomenten en gesprekken hebben plaatsgevonden tussen aftredende en nieuwe ministers, vindt Simons dat het proces snel en vrij onvoorbereid verloopt. Voor haar is het van groot belang dat nauwkeurig wordt vastgesteld wat precies wordt overgenomen. Uit het gesprek met voormalig minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning is in ieder geval gebleken dat de uitbetaling van salarissen en de jaarlijkse vakantietoelage voor de maand juli is gegarandeerd.