De moties van de oppositie worden afgewezen met 17 stemmen vóór en 30 tegen.
Twee moties ingediend door de fracties van de NDP en BEP zijn kort na middernacht met 17 stemmen vóór en 30 tegen afgewezen door De Nationale Assemblee. In de eerste motie wordt gevraagd extra inkomsten van Staatsolie te besteden voor onder andere hulp aan de door watersnood getroffen dorpen in Brokopondo. In motie 2 wordt de regering opgeroepen om het uitgezette pad met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) terstond te verlaten.
In de motie ingediend door Assembleelid Stephen Tsang (NDP) wordt gevraagd om minstens de helft van de 44% extra (SRD 28 miljoen) die Staatsolie heeft gestort in de Staatskas te gebruiken voor de mensen die getroffen zijn door watersnood in Brokopondo, herstel van de gebieden en maatregelen ter voorkoming van dambreuk. Staatsolie heeft SRD 186 miljoen afgelopen jaar gestort in de staatskas. De noodsituatie is reeds twee maanden gaande in het binnenland. De aanpak behoeft prioriteit. Er geen verbetering in zicht is en dat de situatie zelfs kan verergeren door aanhoudende regens. Aan De Nationale Assemblee vroeg hij tevergeefs om vóór de motie te stemmen. Miquella Soemar-Huur (ABOP) zei dat de overwegingen van de motie niet kloppen. Hij voerde aan dat de regering al alle punten die in motie voorkomt aan het uitvoeren is. Zij vroeg het college om tegen de motie te stemmen.
Aan de regering wordt gevraagd onmiddellijk een gedegen rampenplan en rampenbeheersingsfonds op te stellen, indien dat er nog niet is. De getroffen gebieden tot rampgebied te verklaren en alle noodzakelijke maatregelen daartoe te treffen in belang van de gemeenschap aldaar. Er moet ook meer geld vrijgemaakt worden zodat het onderwijsproces in het binnenland gauw wordt hersteld en niet verder stagneert. Aangedrongen wordt om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het beheer van de stuwdam.
In de tweede motie, ingediend door Patrick Kensenhuis (NDP) het uitgezette pad met het IMF onmiddellijk stop te zetten en alternatieve financiële mogelijkheden aan te wenden. Een deel van de extra inkomsten uit de mijnbouwsector beschikbaar te stellen voor de productiesector. Gevraagd wordt een aangepast programma uit te voeren dat tot stand is gekomen door
alle maatschappelijke groeperingen, welke de gemeenschap in staat zal
stellen zich te herstellen na een periode van crisis en dat vooral de
aanzet zal geven tot hervatting van de nationale duurzame productie
sectoren. Er moeten middelen vrijgemaakt worden voor het sociaal beleid
en een aangepast sociaal programma uit te voeren welke beantwoordt aan
de vele sociale noden van de samenleving. Cedric van Samson (VHP) vroeg namens de coalitie de motie te verwerpen.