Collegiaal bestuur onder president Simons
Suriname kent op dit moment geen klassieke ministeriële verantwoordelijkheid zoals we die kennen uit parlementaire stelsels. De ministers zijn verantwoording verschuldigd aan de president, maar niet aan De Nationale Assemblée. Hoewel het parlement interpellatierechten heeft, kan het geen individuele bewindspersoon tot aftreden dwingen. In die zin bestaat er een duidelijke hiërarchische verhouding waarbij de president de ultieme beleidsverantwoordelijkheid draagt en ministers vervangbaar zijn op diens gezag.
Binnen die constellatie creëert Simons nu een bestuursvorm die de onderlinge betrokkenheid tussen ministers moet vergroten, en tegelijk een systeem introduceert waarin wanbeleid niet alleen meer door de president wordt gesanctioneerd, maar op teamniveau wordt besproken, herkend en aangepakt. Dat is bestuurlijk gezien een relevante innovatie.
Waar in eerdere regeringen ministers zich konden verschuilen achter de president of vicepresident bij falend beleid, zet Simons nu in op een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ze heeft publiekelijk aangegeven dat het kabinet als team zal beslissen over beleid, en dat ministers niet autonoom kunnen handelen zonder afstemming met het geheel. Dit doet denken aan het Nederlandse model van het college van burgemeester en wethouders, waarin besluiten worden genomen in collegiaal verband en waar ieder collegelid mede verantwoordelijkheid draagt voor het geheel.
Dit model heeft duidelijke voordelen in een crisissituatie. Het zorgt voor interne controlemechanismen, voorkomt dat individuele ministers zich isoleren of solistisch opereren, en vergroot de consistentie en samenhang van het beleid. In Nederland is dit model uitgewerkt in de Gemeentewet, waarin het college gezamenlijk optreedt en verantwoording aflegt aan de gemeenteraad als geheel. Hoewel Suriname deze structuur niet in wet heeft vastgelegd voor het nationale bestuursniveau, probeert Simons hier op informele wijze wel degelijk een soortgelijk bestuurlijk ethos te introduceren.
De gekozen stijl sluit bovendien aan bij het fundamentele tekort aan institutionele doorzettingsmacht in de Surinaamse bestuurspraktijk. Als elk ministerie een eiland vormt en ministers zich afzonderlijk bewegen, ontstaan botsingen, lacunes en bestuurlijke dubbelingen. In een systeem zonder duidelijke hiërarchische coördinatie en met zwakke interministeriële verhoudingen is het juist van belang dat een teamstructuur de rol van organisatorisch bindmiddel op zich neemt.
De door Simons gekozen benadering betekent dat bij incidenten of structurele tekortkomingen niet uitsluitend de president verantwoordelijk is voor ingrijpen. Door vooraf duidelijk te maken dat wanbeleid tot collectieve repercussies leidt, verschuift de president de focus naar interne normering: ministers worden geacht elkaar aan te spreken op fouten en tekortkomingen. Daarmee wordt het collegiaal bestuur een vorm van interne horizontale controle.
Het effect is dat het kabinet als systeem leert functioneren. Binnen een context waar formele checks and balances niet of onvoldoende werken, kan deze vorm van gedeelde verantwoordelijkheid tijdelijk als vervangende ordening dienen. Het bestuur wordt er niet alleen slagvaardiger van, maar ook transparanter, althans naar binnen toe.
Dit is vooral relevant zolang de crisis diepe sporen trekt in de samenleving. In tijden van acute nood zijn structuur, discipline en eenduidigheid in het bestuur essentieel. Het kabinet-Simons kiest dan ook voor een bestuursstijl die primair gericht is op beheersbaarheid en directe inzetbaarheid. Ministers worden geselecteerd op hun vermogen om meteen te kunnen aanhaken, snel beslissingen uit te voeren, en met elkaar tot afstemming te komen. In die zin vervult het kabinet de rol van een operationeel crisisteam.
Tegelijk is het belangrijk te onderkennen dat deze aanpak zijn grenzen kent. Collegiaal bestuur is functioneel in crisistijd, maar minder houdbaar naarmate het bestuur complexer wordt en langere termijnbeleid vereist. Sectorale ministeries dienen uiteindelijk inhoudelijk geleid te worden door deskundige bewindslieden die aanspreekbaar zijn op hun portefeuille. Dat vereist heldere toewijzing van verantwoordelijkheden, rechtstreekse verantwoording aan het parlement, en een publieke cultuur van bestuurlijke transparantie.
Zodra de situatie genormaliseerd is, zal Suriname niet kunnen volstaan met een informele teamstructuur. De institutionele onderbouw van het bestuur zal dan versterkt moeten worden. Dat betekent: wettelijk vastleggen van ministeriële verantwoordelijkheid, codificatie van coördinatieverhoudingen, en hervorming van de Grondwet op dit punt.
Wat Simons met haar bestuursstijl doet, is in wezen het strategisch gebruiken van bestaande presidentiële bevoegdheden om gedeelde verantwoordelijkheid tot stand te brengen. Zij centraliseert niet, maar spreidt macht over het team, en precies dat geeft het bestuur tijdelijk legitimiteit en samenhang. Het is een vorm van ordening binnen een systeem dat geen formele zelfcorrigerende mechanismen kent. Daarmee is het niet enkel een stijlkwestie, maar een tijdelijke oplossing voor een constitutioneel vacuüm.
Zolang die oplossing effectief blijft bijdragen aan crisisbeheersing, verdient zij bestuurlijke steun. Maar het is van groot belang dat deze bestuursstijl op termijn niet het ontbreken van fundamentele verantwoordingsmechanismen blijft maskeren. De bestuurlijke kracht van collegialiteit moet uiteindelijk worden ingebed in een sterker institutioneel fundament.
Jim A. Yard
Juridisch bestuurskundige/wetgevingsjurist
Vandaag
-
05:38
Overwegend zonnig weer met bewolking en verspreide buien
-
03:17
VS roept ambassadeurs terug, ook in Suriname
-
01:44
Parmessar wil onderzoek uitgifte honderden hectaren grond in Nickerie
-
00:59
Column: Een wet met een prijskaartje: US$ 20 miljoen en een prullenmand
-
00:00
Danielle Veira: ‘Ik ben smalend weggezet als een ondeugd en als verdachte’
Gisteren
- Reactie op ‘OM wijst college van PG af'
- Diakonessenhuis breidt zorg uit met gespecialiseerde Pijnpoli
- Man bezwijkt in ziekenhuis aan steekverwondingen na vechtpartij
- Bos- en Natuur Autoriteit Suriname (BosNas) van groot belang
- China: Inbeslagname schepen door VS 'ernstige schending' internationaal recht
- Gajadien vraagt president om volledige openheid over schuldoperatie 2025–2033
- Brug Parakreek per direct dicht voor zwaar verkeer
- Olieprijzen stijgen nu VS actie tegen Venezolaanse tankers opvoert
- Wat staat Suriname in 2026 te wachten?
- Shen Long doneert kerstpakketten aan 15 sociale instellingen; president waardeert geste
- DSB zet stevig in op digitaal bankieren met nieuwe online diensten
- Weerbeeld blijft wisselvallig
- Lula: Amerikaanse interventie in Venezuela kan catastrofaal zijn
- Column: Kleine dingen, grote liefde
- Monorath: Versterking politie en criminaliteitsbestrijding blijven prioriteit
Eergisteren
- Column: Borrelpraat no. 903
- Dronken man bedreigt vrouw met bijl: aangehouden na mishandeling
- 15-jarige met, illegaal opgevoerde bromfiets bij verkeerscontrole aangehouden.
- Visser (54) vermoedelijk verdronken bij monding Coppenamerivier
- Beheerder aangehouden na gewelddadige beroving aan Fredericiweg
- Premier Trinidad en Tobago noemt Caricom onbetrouwbare partner
- Jeugdraad evalueert en gaat voor sterkere jeugdparticipatie in 2026
- Jongeman ontvoerd en mishandeld na conflict over autobetaling
- Historische continuïteit, internationale normen en institutioneel evenwicht
- Advocaat moordverdachte vraagt om contra-expertise
- Zon, bewolking en regen vandaag
- Amerikaanse troepen stoppen opnieuw olietanker voor de kust van Venezuela
- Kerstviering voor senioren in tuin van het presidentieel paleis
- Tien jaar cel geëist tegen stiefvader voor seksueel misbruik en hiv-besmetting