Column: Afvaardigingen nader bekeken
29 Jul 2021, 00:59
foto
Foto: sportkroniek.blogspot.com


Sinds maart 2020 lag georganiseerde teamsport in Suriname op voetbal na, langer dan een jaar volledig stil. De reden hiervoor is al over en weer besproken. In mijn column van juli dat jaar, heb ik aangegeven dat er een streep getrokken moest worden door de regionale- en internationale sportkalender. Het heeft namelijk geen zin om grote groepen waarvan we weten dat ze niet de gelegenheid hebben gehad om zich adequaat voor te bereiden, af te vaardigen. Het is vanwege het mentale aspect onverantwoord om vooral jeugdsporters die niet getraind hebben te laten uitkomen tegen sporters die wel in vorm zijn. Het is alsof ze naar de slachtbank worden geleid om 'afgeslacht' te worden. Vooral hoe Suriname niet de gewoonte heeft om sporters na een nederlaag te begeleiden, vind ik het niet raadzaam om jeugdspelers aan zulke gevaren bloot te stellen. Daarnaast zouden de financiën in deze economisch moeilijke tijd, anders besteed kunnen worden.

De meesten willen graag kosteloos reizen, nemen de bovengenoemde punten niet in aanmerking en zijn verheugd om een snoepreisje te maken onder het mom van ervaring opdoen. Als het alleen maar gaat om het meedoen, kan er ook hier te lande in recreatieverband gesport worden. Dat is namelijk ook een vorm van meedoen, nota bene zonder mentaal en financieel nadeel. In het buitenland is sport een serieuze aangelegenheid en doet men er alles aan om goede prestaties neer te zetten. Die sporters zijn zich bewust van wat er bereikt kan worden met sport, dus gaan ze tot het uiterste om hun doel te bereiken. Natuurlijk lukt het niet aan een ieder om een lucratief contract te sluiten, maar zolang je als amateur een profcontract kan krijgen, is dat reeds een stap in de goede richting. Als beroepssporter maak je namelijk meer trainingsuren en heb je ook meer meetmomenten, waardoor jouw prestaties op termijn zullen verbeteren.

Zolang we in Suriname niet beseffen dat sport een beroep kan worden en het als zodanig benaderen, hoeven er geen afvaardigingen plaats te vinden. Als Surinaamse verenigingen regionaal een rol van betekenis willen spelen, moeten er hier professionele competities worden georganiseerd. Sporters moeten in staat zijn om van sport te leven, waardoor zij niet naast sporten ook nog een baan moeten hebben. Los van de sportverenigingen moeten ook de bonden professioneel worden. Men moet beseffen dat alle actoren (sporters, bestuurders, media en publiek) moeten samenwerken om successen te bereiken. Daarnaast moet er voor een grotere betrokkenheid van het publiek goed gecommuniceerd worden. Bij een afvaardiging weten we vaak genoeg niet eens wie er in de selectie zitten (de futsal en voetbalselectie zijn hier een uitzondering op). Ook is het vaak niet bekend op welke momenten de wedstrijden plaatsvinden en is het wenselijk dat tenminste de staatsmedia de wedstrijden zouden moeten uitzenden.

De invoering van professionele competities bij groepssport moet liever vandaag dan morgen geschieden. De bonden moeten samenwerkingsverbanden aangaan met het bedrijfsleven (lokaal en internationaal), waardoor er voldoende middelen zijn om beroepssport te kunnen introduceren. Als de bonden er niet in slagen om professionele competities op te zetten, dan moeten de verenigingen nagaan als ze hun talenten kunnen onderbrengen bij professionele clubs in de regio of daarbuiten. Als Surinaamse verenigingen serieus genomen willen worden, dan zal de hele organisatie professioneel moeten worden. Slechts van mensen die bij jouw in dienst zijn, kan je prestaties eisen. Bestuurders, technisch en administratief personeel en alle andere actoren moeten ook deel zijn van de professionele organisatie, waardoor iedereen zijn deel kan doen om succes te behalen.

In Suriname is de boven geschetste situatie helaas nog geen realiteit, maar enkel een wenselijkheid. De meeste personen die betrokken zijn bij nationale selecties zijn elders werkzaam en leveren in hun vrije tijd een bijdrage aan die betreffende sport. Vandaar dat zaken zo traag verlopen en de bondscoach die wel een professional is, wel een duizendpoot lijkt, want hij kan er niet van op aan dat mensen die in hun vrije tijd besturen, trainen etc., zich plichtsgetrouw zullen kwijten van hun taak. Suriname is nog heel ver verwijderd van de ideale sportbenadering en er is een totale mindshift nodig om het tij te keren. Zolang er geen professionele organisatie staat, is het vechten tegen de bierkaai.

Mireille Hoepel
Advertenties