Column: DNA en haar kerntaken
07 Jul 2021, 00:59
foto


Bij een volgende Grondwetswijziging zou De Nationale Assemblee (DNA) de bevoegdheid moeten krijgen om ministers naar huis te kunnen sturen. Dit is althans de wens van de parlementariërs Asis Gajadien en Mahinder Jogi. Met deze wens zetten de heren de deur open naar het verleden.

Het Surinaams staatsbestel had tot 1980 als grondslag het parlementair stelsel. Als kolonie van Nederland werd dit stelsel geadopteerd en na 1975 gecontinueerd. Conform dit stelsel - of systeem - is de aanname van een motie van wantrouwen door het parlement voldoende om een minister af te zetten dan wel het hele kabinet naar huis te sturen.
 
In 1987 werd met de aanname van een nieuwe Grondwet het presidentieel stelsel in Suriname geïntroduceerd. Maar tot nu toe zijn aspecten van het parlementair stelsel in onze Grondwet te vinden. De Constitutie van 1987 legde echter middels artikel 110 lid e de bevoegdheid tot het benoemen en ontslaan van ministers bij de president. Opeenvolgende presidenten zijn met de nodige omzichtigheid omgesprongen met het benoemings- en ontslagbeleid t.o.v. ministers.

President Bouterse echter muntte uit in het 'wegsturen van bewindvoerders'.  Vanwege zijn zogenaamd 'reshuffle beleid' zaten ministers op een schopstoel. Er waren Surinamers die in de lach schoten als Bouterse weer zo een reshuffling aankondigde. Zij begrepen niet dat uiteindelijk de belastingbetalers, dus ook zij zouden moeten opdraaien voor de kosten van deze verspilling van humaan potentieel.

Het grote verzuim bij al die reshufflingen is dat het volk bij wie -  volgens de grondwet - de politieke macht berust systematisch onkundig werd gehouden t.a.v. de reden waarom ministers de laan uit werden gestuurd. Zelfs parlementariërs werden in het ongewisse gelaten. Over deze schoffering zouden de parlementariërs zich druk moeten maken. Het is te hopen dat deze regering de trend van ongemotiveerd ministers ontslaan niet voortzet. Een gerespecteerd minister als Diana Pokie is reeds weken niet meer op haar ministerie verschenen – of mocht niet verschijnen – terwijl beslissingen t.a.v. haar toekomstige positie in raadselen gehuld blijven.

De schaduwzijde van dit onvoorspelbaar handelen is dat personen van statuur, personen die zichzelf respecteren het ministersambt aan zich voorbij zullen laten gaan; met als gevolg steeds zwakker bestuur. Het streven moet niet zijn om bewindvoerders zoveel als mogelijk te bedanken, maar hen na een gedegen selectie - op grond van hun kennis en kunde te benoemen - en hen zo lang als mogelijk in functie te behouden. Het zou in Suriname weer normaal moeten zijn dat kabinetten in zijn geheel de regeerperiode uitzitten.

Het lijkt mij dat in plaats van meer taken op zich te nemen het parlement zich zou moeten concentreren op haar kerntaken. De 3 in het oog springende zijn:  
-Volksvertegenwoordiger van het Surinaamse volk op nationaal niveau
-Medewetgevend orgaan
-Controleur van het regeringsbeleid.

Het parlement zou vooral haar wetgevende en controlerende taken serieuzer ter hand moeten nemen. Staatsrechtelijk hebben ze tenminste de volgende instrumenten ter beschikking:
Recht van interpellatie (recht vragen te stellen aan de regering)
Recht van amendement (recht tot het wijzigen van wetsvoorstellen)
Recht van initiatief (recht om zelf wetsvoorstellen in te dienen)
Het budgetrecht (recht om mede de begroting vast te stellen: geen uitgave mag worden gedaan die niet door het parlement is goedgekeurd).
Het enquêterecht (recht om buiten de ministers om onderzoek in te stellen).

Het zou een zegen voor Suriname zijn indien al deze rechten ten volle zouden worden geïmplementeerd door het parlement. Wat de grondwetswijziging betreft zou ik zeggen dat alvorens weer het hoofd te buigen over de grondwet, eerst gekeken wordt naar de grondwetswijzigingsvoorstellen van de Staatscommissie Grondwetsherziening 2011, onder voorzitterschap van mr. S. F. Polanen. Op 8 maart 2016 werd het eindverslag aangeboden aan president D.D. Bouterse. Ik weet niet of de president het document aan het parlement heeft aangeboden.

Ons parlement zou zo sterk moeten worden dat zwakke broeders en zusters zelf tot de conclusie zouden moeten komen dat ze ver weg moeten blijven van het ministersambt. Laten we op alle gebieden streven naar professionalisme; ook in het parlement. In ieder geval zou het streven van het parlement moeten zijn de werkzaamheden meer te verdiepen dan onnodig te verbreden.

Hans Breeveld
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April