Column: Thuiskomen in het theater bij De Gliphoeve
19 Apr 2021, 00:59
De Gliphoeve van theatergezelschap Orkater op het toneel in Amsterdam onder strenge voorwaarden.
Een wattenstaaf in de neus voor een sneltest, uitgaanskleding aan en eindelijk weer naar het toneel. Na maanden van gesloten theaters en bioscopen voelt het meteen als thuiskomen. Niet in de laatste plaats door de voorstelling zelf: De Gliphoeve van theatergezelschap Orkater, in samenwerking met het Bijlmer Parktheater. Die ademt in alles Suriname. Een bord moksi alesi met een ijskoude dyogo en het feest was helemaal compleet geweest.
De Gliphoeve is het tweede deel van de Surinaamse trilogie van regisseur Geert Lageveen over de komst van Surinamers naar Nederland. In Woiski versus Woiski – in 2019 ook gespeeld voor uitverkochte zalen in Paramaribo - stonden Max Woiski sr. en jr. centraal. Deze muziekpioniers en later nachtclubeigenaren golden in Amsterdam voor en na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk als exotische attractie.
De Gliphoeve staat model voor de stroom Surinamers die vanaf de onafhankelijkheid de oversteek maakten en in ‘Holland’ bepaald niet onverdeeld enthousiast werden ontvangen. Deel drie - nog in de maak - gaat over de Surinaamse generatie in Nederland die nog nooit in Suriname is geweest.
De tweede voorstelling – te zien in een soort testweekend met zes Amsterdamse theaters en onder strenge voorwaarden en toegangseisen - speelt zich af in en rond de flats van de Gliphoeve in de voormalige Bijlmermeer in Amsterdam. Eind jaren ’70 was dit dé broedplaats van vooral Surinaamse muzikanten, kunstenaars, dichters en schrijvers. Om binnen een paar jaar, onder meer door het wegvallen van gemeentelijke subsidies, ernstig te verpauperen. Na het schoonvegen van de Zeedijk in de binnenstad verplaatste het epicentrum van de drugshandel zich met de talloze verslaafden naar de kelders en garages van de Gliphoeve.
In deze omgeving strijkt moeder Etta Trustfull (Manoushka Zeegelaar-Breeveld) neer met dochter Millie (Dionne Verwey) en zoon Glenn (Daniël Kolf). Vader Stanley (Gery Mendes) blijft achter in Paramaribo. Het drietal koestert aanvankelijk grootse plannen en ambities. Etta gaat voor een succesvol vervolg van haar loopbaan als onderwijzeres, Millie wil carrière maken als advocaat en Glenn wordt profvoetballer. Anderhalf uur later pakt het allemaal net iets anders uit.
Na afloop zijn de ruim dertig mensen in de zaal laaiend enthousiast. Geen wonder, ze hebben een meeslepende muziekvoorstelling gezien. Waarin Kolf alles uit de kast haalt als verslaafde drugsdealer en Zeegelaar-Breeveld moeiteloos het evenwicht vindt tussen de kracht en de kwetsbaarheid van zijn moeder. Terwijl Sanne Landvreugd met haar saxofoon door het betonnen decor sluipt en Walther Eddy Muringen haast achteloos drumt en trompet speelt tegelijk. Daarbij klinken Mendes’ arrangementen van evergreens als Jerusalem en Adyosi verfrissend en ontroerend. Voor zo’n theateravond mogen ze gerust twintig wattenstaven tegelijk in mijn neus boren.