Een vrouw heeft aangifte gedaan tegen haar zoon, B.C., wegens het overtreden van een beschermingsbevel op grond van de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld.

Uit het onderzoek blijkt dat B.C. bij zijn moeder woonde, maar op last van het beschermingsbevel de woning moest verlaten. Daarnaast was het hem verboden zijn moeder te bedreigen, te intimideren of haar eigendommen te vernielen. Nadat de deurwaarder hem uit de woning had gezet, besloot de moeder hem na een afgesproken periode van twee weken toch weer toe te laten.

Ondanks deze tweede kans bleef B.C. zich agressief en intimiderend gedragen. De situatie escaleerde toen hij de keukenkraan vernielde. Daarop besloot de moeder opnieuw melding te maken van aanhoudende mishandeling en intimidatie.

B.C. werd woensdag aangehouden. Na afstemming met het Openbaar Ministerie is hij in verzekering gesteld.