Dikke complimenten aan alle ‘vrije’ media
12 Aug 2020, 00:58
foto


Ook ik heb met grote belangstelling het zelfkritische artikel van collega Arny Belfor gelezen. Maar ik voelde mij niet geroepen om te reageren, want mijn standpunt is dat als je kritiek krijgt, je die liever tot je neemt in plaats van te pareren. Zeker als journalist die op van alles en iedereen kritiek heeft. Dus dat ik tot nu zweeg, kwam niet omdat ik ‘met stomheid’ geslagen was, zoals Stan Dijksteel stelt. Wel heeft Dijksteel gelijk dat het muisstil bleef om welke reden dan ook.

Collega’s – en zeker die van de Ware Tijd, met wie ik vele jaren heb gewerkt en ook als leidinggevende – kennen mij als zeer (zelf)kritisch naar de beroepsgroep. Mijn kritiek komt erop neer dat menige Surinaamse journalist veel meer uit zichzelf kan halen, door een andere attitude aan de dag te leggen. De attitude van passie voor het vak, dat zich niet laat vangen als een nine-to-five-job. Zij dienen zich niet te verschonen met dat het ‘te weinig betaald’. Men verwarre passie niet met ‘je best doen’. 

Voor menige journalist is het werk inderdaad geen vetpot en men zegt: ‘If you pay peanuts, you get monkeys.’ Maar wat komt eerst: de kip of het ei? Ga je beter presteren omdat je beter beloond wordt of word je beter beloond als je je kwalitatief onderscheidt? Voor beide valt wat te zeggen. Mijn houding was en is altijd één van: al betalen ze mij te weinig en veel te laat, mijn naam staat erbij, dus lever ik kwalitatief goed werk af als mijn visitekaartje. Anders verlies je dubbel: slecht betaald en een slechte naam!

Collega Nita Ramcharan heeft al gereageerd op het schrijven van collega Belfor en eigenlijk kon ik volstaan met haar column mede te ondertekenen. Collega Belfor heeft beslist niet de ‘spijker op de kop geslagen’, zoals Dijksteel stelt. Wel heeft Belfor een heel belangrijk pleidooi gehouden voor een veel kritischere houding van de journalistiek in het algemeen. Maar hij slaat de spijker toch enigszins mis – en daarmee de plank – door te stellen dat hij “de Surinaamse pers in belangrijke mate verantwoordelijk houdt voor wat in de afgelopen tien jaar en daarvoor, is gebeurd”.

Dat is zowel kort door als uit de bocht. Hoe kan je de media in ‘belangrijke mate’ verantwoordelijk houden voor het desastreus en corruptief beleid van een ex-dictator, die als een dictator de ‘democratie’ en de rechtsstaat heeft misbruikt en verkracht, door vrijwel alle belangrijke instituties uit te hollen en de staatsmedia en ‘voorlichtingsdienst’ als niet aflatende propagandamachine in te zetten. Daar bovenop heeft hij zijn minister van Financiën een vrijbrief gegeven voor corruptief financieel beleid. Zelfs de machtige Amerikaanse media – met al hun middelen en miljoenen als budget – zijn niet in staat een eigengereide president Trump in toom te houden. Laat staan wij een Bouterse.

Belfor stelt over de journalistiek: “Het was niveauloos, weinig verheffend, destructief en ongekend beschamend.” Daarmee schoor hij alle media en journalisten – en ik neem aan ook zichzelf – over één kam. Ik ben het met Belfor eens dat het door de bank genomen allemaal veel meer op niveau kan, verheffender, constructiever en minder beschamend.
Maar ik moet zeggen dat ik trots ben op wat bepaalde (jonge) collega’s en media hebben gepresteerd in het versterken en brengen van kritisch geluid. Een dictator is nu eenmaal zo, dat hij zich van geen enkel onwelgevallig geluid – hoe hard ook – wat aantrekt. Maar van één ding ben overtuigd: zonder de Surinaamse media had Bouterse glansrijk zijn derde termijn gehaald. Want mensen zijn tijdig wakker geworden. ‘Gelukkig’ waren de ‘grootste bankroof aller tijden’, de straffeloosheid van Hoefdraad en Covid-19 daar tijdig als momentum.

Dat dictator Bouterse en zijn dievenclan aan het kortste eind hebben getrokken, was een gezamenlijke inspanning van moedige en kritische burgers, het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven, de vakbeweging en oppositionele partijen. Maar zonder de Surinaamse (‘doorgeefluik’)media zouden hun geluiden goeddeels verstomd zijn gebleven.
Daarom wil ik alsnog, zonder uitzondering, alle ‘vrije’ media – hoe ‘gekleurd’ of doorgeefluikerig zij ook waren – een dikke compliment geven. Ik ben al 35 jaar journalist, waarvan 25 in Suriname; voor het eerst in mijn leven had ik (enigszins) het gevoel dat we van ‘invloed’ zijn geweest. Belfor stelt over de journalistiek: ‘een grote maatschappelijke ramp’. Maar geldt dat niet voor (vrijwel) alle sectoren en gelederen van ons ‘switi’ Sranan? Mijn voorstel: laten we de boodschap van collega Belfor ter harte nemen, maar de verpakking mag in belangrijke mate de prullenbak in. De verpakking is een veel voorkomend euvel van de Surinaamse journalistiek.

Iwan Brave
Advertenties