Het democratisch meetmoment van 25 mei 2020
30 May 2020, 07:38
foto


Een confrontatie met de werkelijkheid

 Als je het aan een kind van 5 jaar of een hoogbejaarde vraagt wie is de grootste politieke partij?, dan zal het antwoord zijn de NDP. Zo weergalmde het via de microfoon in handen van de president van het land tevens voorzitter van de NDP, op een oplegger van grote truck.

Deze retoriek van uit de oplegger van de truck had geen andere bedoeling dan om een voorschot te nemen op de toekomstige bestuurlijke positie van de president en zijn partijgenoten, in verband met de algemene verkiezingen van 25 mei 2020. Maar hoe zeer mensen er anders erover willen denken, het blijft een feit dat de democratische staat  niet een onveranderlijk fenomeen is. Hij wordt beïnvloed door zijn historie, niet minder door de politieke omstandigheden. 
Zo heeft elke democratische rechtstaat in zijn historische ontwikkeling  eigen accenten aan de democratische waarden toegekend. In Suriname hebben in mijn opvatting deze accenten te maken met de samensmelting met een militaire dictatuur, die nog niet volledig door de legitieme democratische waarden is overruled.

Aangezien de stemgerechtigden in de politieke partij en ook daarbuiten, de functie hebben om bij meetmomenten in het democratisch bestuurlijk bestel, zoals van 25 mei 2020, waardering of afkeuring van de bestuurlijke gedragingen te doen blijken en het gedrag van haar leiders niet aan hen is voorbij gegaan, hebben zij onbetwistbaar de NDP afgewezen. 
Hoe het ook mag zijn de opvatting dat God gezorgd heeft voor een bepaalde bestuurlijke positie, bracht ook de verplichting om godswerk niet te beschamen, immers Vox Populi, Vox Dei (de stem van het volk is de stem van God.)  

Dat het grootste deel van de stemgerechtigde burgers zijn stem niet op de NDP heeft  uitgebracht is een gegeven dat aangeeft dat wij niet alleen maar twijfels over het functioneren van onze democratische rechtsstaat mogen hebben.  
Het komt mij voor dat de onregelmatigheden bij de gebrekkige verkiezingsorganisatie in handen van de overheid meer te maken hebben gehad met oppervlakkigheid en onkunde, maar hebben zeker niet de grens overschreden naar oneerlijke verkiezingen. 
Dit natuurlijk mede door agressieve burgerlijke toezicht, waarbij ook weer overdreven verwijzingen naar frauduleuze handelingen, zelfs door politieke leiders werden gedaan.

Naar het zich laat aanzien zal de definitieve uitslag van de verkiezingen, ook al laat die op zich wachten niet veel afwijken van de voorlopige uitslag welke ons bekend is. Hier is weer het bewijs geleverd dat welke gebreken wij ook in de democratie  constateren, de ruimte voor een andere werkelijkheid groter is dan in andere staatsvormen. Daarom moet het systeem worden gekoesterd en versterkt.
De toekomstige bestuurders zullen niet alleen met de mond rechtsstatelijke democratische waarden moeten bepleiten, maar zullen moeten beseffen dat de kracht van de democratie ook wordt afgemeten aan de mate waarin afwijkingen van de overheersende mening worden toegelaten.

De aanwijzingen dat minder democratisch ingestelde leiders zich niet gemakkelijk zullen neerleggen bij hun verlies dienen zich al aan. Aan de andere kant moeten wij de gemeenschap meegeven dat te verwachten dat nieuwe bestuurders snel rigoureuze herstel van bestuurlijke misstanden zullen bewerkstelligen, in gaat tegen de ervaring die de politiek bestuurlijke praktijk leert. Laten wij, in de hoop op een snelle definitieve afsluiting van deze verkiezingen, een betere toekomst verwelkomen. 
Zeker niet de hoop als uitgestelde teleurstelling, maar als inspiratiebron voor de verwezenlijking van de gedachte.

Armand W. van der San 
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April