Vlag en wapen staan er mooi bij, maar bij de presentatie die de wereld rondgaat namens de Republiek Suriname, is een verkeerde kaart van het land afgedrukt.
Waarom struikelt niemand erover dat een verkeerde kaart van de Republiek Suriname is gebruikt bij de US$ 150 miljoen die het land via Oppenheimer aan het zoeken is! Dat is veel erger dan de lening zelf. Hoe kan formeel namens de Republiek Suriname, straks 44 jaar oud, een internationale presentatie worden gehouden, met een verkeerde kaart! Het lijkt alsof alleen het geld telt. Ook voor de oppositie. De regering verdient in elk geval een rode kaart hiervoor! We worden als land aan beide kanten weggevreten, zonder dat iemand zich daar druk over maakt. Als het wapen en de vlag van Suriname niet op de presentatie stonden, hadden we ons niet druk hoeven te maken, want dan zou het niet gaan om ons land met onjuiste grenzen. 

Het is kort dag tussen nu en 31 december. Alcoa moet ongeveer US$ 120 miljoen krijgen voor achterstallige stroomrekeningen. Als de dollars niet op tafel gelegd worden, zal de Afobaka krachtcentrale niet worden overgedragen aan Suriname. Dit is het resultaat van de onderhandelingen die vier jaar gevoerd zijn. De onderhandelaars hebben niet ervoor kunnen zorgen dat de schuld op een andere manier is verwerkt, ook al is de bodem van de staatskas verpulverd. US$ 120 miljoen lokaal lenen, zit er niet in. 

Het is de tweede keer dat de regering de kapitaalmarkt opgaat. In oktober 2016 is via Oppenheimer een obligatielening van US$ 550 miljoen genomen, tegen een rente van 9,25%. Toen werd er ook heel veel kritiek geleverd, maar toch was de rente vrij goed te noemen. Intussen daalt de waarde van deze bond. Velen dumpen hun obligatie, waardoor het effectieve rendement is opgelopen naar bijkans 13%. Hoger risico betekent namelijk hogere rendement eisen. Het vertrouwen neemt duidelijk af. 

Nu gaat Oppenheimer weer shoppen. De regering is op zoek naar US$ 150 miljoen, US$ 30 miljoen meer dan wat aan Alcoa moet worden betaald. Opvallend is dat geprobeerd wordt deze lening aan te gaan tegen een rente van 10%. Als onderpand voor deze lening, wordt niet de Afobakadam gegeven, zoals eerder werd geopperd. Alle dividend die Staatsolie betaalt, de royalty's uit de goudsector en haar inkomsten uit de verkoop van energie, geeft de regering als onderpand voor deze lening. 

Intussen is de kritiek losgebarsten op deze stap van de regering. De oranje leider heeft zelfs Oppenheimer voor de tweede keer gewaarschuwd dat na de verkiezingen er problemen zullen komen. De leningen zullen onder het vergrootglas worden geplaatst. De VHP denkt dat Oppenheimer gaat luisteren, want de regering maakt zich niet druk om de oppositie. Oppenheimer is bezig zijn miljoenen te verdienen met deze deal en zal zich niet laten afschrikken door een brief van de sheriff. 

In elk geval is de lening nog niet in kannen en kruiken. Oppenheimer moet nog zijn best doen om de zaak te verkopen - met of zonder de goede kaart van Suriname. Wat niet logisch is dat mensen hun obligaties van de 550 miljoen bond dumpen, waardoor de rente is opgelopen tot bijkans 13%. Waarom zouden mensen met geld op basis van dezelfde risico's genoegen nemen met 10% rente, terwijl ze nu voor hetzelfde 13% kunnen krijgen? Het verschil is wel dat de US$ 550 miljoen geen onderpand had. Deze nieuwe bond heeft wel onderpand met strenge voorwaarden. Maar toch moet niemand verwonderd opkijken als uiteindelijk het effectieve rendement wordt verhoogd, omdat de bond voor lager wordt verhandeld. Het is een race tegen de klok met de rug tegen de muur. 

Nita Ramcharan