De toegang tot de markt voor Amerikaanse dollars en euro’s, is niet
vanzelfsprekend beschikbaar om commerciële banken in Suriname te faciliteren in
het aantrekken en uitlenen van cash. De balans tussen de hoeveelheid fysiek
aanwezige euro’s en Amerikaanse dollars in het land fluctueren naar gelang de
periodieke behoefte aan beide valuta, legt minister Gillmore Hoefdraad van
Financiën uit. Het tekort of overschot van één van beide valuta heeft direct invloed op de wisselkoers euro/US$ ten
opzichte van de Surinaamse munteenheid.
De
uitleg van Hoefdraad komt na de berichten over de geldzending van 19,5 miljoen
euro die het Nederlandse Openbaar Ministerie vorig jaar in beslag heeft
genomen. De bewindsman vindt de berichtgeving daarover "speculatief".
Hij zegt dat er specifiek suggestieve vraagtekens worden geplaatst bij de
stopzetting van geldzendingen door tussenkomst van de Nederlandse Bank. Hij
legt uit dat in de loop van 2012 de dalende inkomsten uit de goud- en
olie-industrie en de toenemende vlucht in de dollar, een tekort aan US-dollar op de
Surinaamse geldmarkt veroorzaakten. "Commerciële banken in Suriname hadden
dringend behoefte aan US-dollar cash flow, maar werden ook gehinderd, omdat de
appetijt voor banknote trading vanuit de aanbieders van deze services steeds
verder afnamen en zelf stil kwamen te liggen."
Het volledig bericht van de minister van Financiën luidt:
De minister van Financiën heeft kennisgenomen van de recente
berichtgeving met betrekking tot de vorig jaar door het Nederlandse Openbaar
Ministerie ingenomen geldzending van EUR 19,5 miljoen van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en acht het
noodzakelijk, duidelijkheid te verschaffen omtrent de noodzaak van
geldzendingen en de keuze van de CBvS om zulks sedert 2013 op andere wijze in
te richten. In de berichtgeving hierover worden recent speculaties gedaan
rondom de keuze van de Correspondentbank van de CBvS en de gevolgde route om
dergelijke omzetting van euro’s te faciliteren. Specifiek worden suggestieve
vraagtekens geplaatst bij de stopzetting van geldzendingen door tussenkomst van
De Nederlandsche Bank. De minister hecht eraan te verduidelijken dat de
economische context van het fysieke geldwezen en de verantwoordelijkheid van
een Centrale bank met betrekking tot het beheren van de totale hoeveelheid geld
op de markt bepalend zijn in die keuze.
De
toegang tot de markt voor Amerikaanse dollars en euro’s, is niet
vanzelfsprekend beschikbaar om commerciële banken in Suriname te faciliteren in
het aantrekken en uitlenen van cash. De balans tussen de hoeveelheid fysiek
aanwezige euro’s en Amerikaanse dollars in het land fluctueren naar gelang de
periodieke behoefte aan beide valuta. Het tekort of overschot van een van beide
valuta heeft direct invloed op de wisselkoers EUR/USD ten opzichte van de
Surinaamse munteenheid. In de loop van 2012 begon zich een materiële
verandering in de vraag- en aanbodverhoudingen op de goud- en oliemarkten te
voltrekken, die de prijzen van Suriname’s export goederen niet ongemoeid
lieten; die daalden. De goudprijs brokkelde in 2013 en 2014 met gemiddeld 15%
per jaar af en de olieprijs met ruim 9%. De eerder geschetste omslag in het
prijsbeloop van onder andere goud en olie had zijn weerslag op de algemene
bedrijvigheid in Suriname. Onder andere deze ontwikkelingen- de dalende
inkomsten uit export van grondstoffen en de tendens van dollarisatie- zorgden
voor het ontstaan van een tekort op de geldmarkt voor US dollars in Suriname;
de vraag naar de Amerikaanse dollar werd verhoudingsgewijs te groot.
Commerciële banken in Suriname hadden dringend behoefte aan US dollar cash flow
maar werden ook gehinderd omdat de appetijt voor banknote
trading vanuit de aanbieders van deze services steeds verder afnamen en
zelf stil kwamen te liggen.
De
geldzendingen die door tussenkomst van De Nederlandsche Bank tot 2013 werden
verricht hadden enkel betrekking op de giralisering van aangeboden euro’s ter
aanvulling van de nostro accounts van de commerciële banken in Suriname. De
CBvS moest op zoek naar andere mogelijkheden ter structurele harmonisatie van
de aanwezigheid van (en behoefte aan), euro’s en Amerikaanse dollars in het
land. Met De Nederlandsche Bank had de CBvS geen Banknote
Trading Agreement en het is ook nooit de intentie geweest van de CBvS
deze aan te gaan. In het kader van het zoeken naar oplossingen zijn er
gesprekken gevoerd met onder andere de Hong
Kong Monetary Authority (HKMA) die drie financiële instellingen aanwees
die mogelijk konden bijdragen aan de mogelijkheid tot corresponding
banking en levering van US dollars. Uit de aangedragen kandidaten ICBC bank,
HSBC bank en Bank of China (BoC) bleek de laatste het beste te kunnen voldoen
aan corresponding banking en onze behoefte overschotten aan girale euro’s af te
storten in het kader van betalingsverkeer van de Surinaamse banken en de
levering van US dollars ter dekking van de fysieke tekorten in Suriname. Deze
route van de geldzendingen Suriname – Nederland – Hong Kong heeft geen andere
reden dan door het ontbreken van een rechtstreekse route en het feit dat
Schiphol de enige trans-Atlantische bestemming is waarop vanuit Paramaribo
wordt gevlogen. Deze geldzendingen voldoen aan strikte compliance eisen en
worden vervoerd door gespecialiseerde transport bedrijven (Cash/Valuables In
Transit “CVIT” ) die toegang hebben tot een breed scala aan hoog beveiligde
maatregelen. Zij maken onderdeel uit van de reguliere economische activiteit
van een Centrale bank.
Voor wat betreft de kanttekeningen die op zichzelf worden geplaatst bij
de noodzaak van geldzendingen licht de minister toe dat ontwikkelde economieën verder zijn om toegang tot
liquiditeit geheel giraal te maken. De elektronische valutahandel vindt vaak
plaats tussen banken onderling (interbancair). Echter, naast deze elektronische
valutahandel blijft contant geld (cash), vooral in ontwikkelingslanden, een
belangrijk betaalmiddel. Dat is niet beperkt tot Suriname. De handel in fysieke
vreemde valuta vindt plaats tussen banken en niet-bancaire financiële
instellingen. Groothandelaren in cash bankbiljetten zijn bijvoorbeeld
wisselkantoren. Dat brengt risico’s met zich mee, maar is zeker niet
ongebruikelijk. De CBvS is - net als Centrale banken over de hele wereld -
bezig met de voorbereiding van een de-cashing beleid, echter het minimaliseren
van cash uit het economische systeem, kan op zichzelf geen korte termijn
doelstelling zijn van een Centrale bank.