Het nieuwe grondbeleid, boedels en misstanden
30 Sep 2017, 22:30
foto
A.C. Akkal-Ramautar


Ik ben zeer verheugd met het feit dat er aandacht wordt besteed aan het grondbeleid, de boedelproblematiek en de eventuele misstanden bij de uitvoering van de wettelijke regels ter zake grondbeleid in theorie en praktijk. Ik dank daarom dit medium Starnieuws voor het willen plaatsen van dergelijke artikelen, opdat een gezonde discussie ter zake ontstaat.

Een nadere discussie met o.a. belanghebbenden, juristen, landmeetkundigen, politici, MI GLIS enz. is van eminent belang. Een eerste aanzet hiertoe zal worden gegeven met het nationale congres dat ter zake boedels in de ruimste zin des woords zal worden gehouden begin januari 2018 in Suriname.
Uit de reeks van artikelen met betrekking tot dit onderwerp (23/08/2016, 29/08/2016, 31/08/2016, 27/08/2017, 5/09/2017, 8/09/2017, 17/09/2017 en 19/09/17), wens ik op enkele onderdelen summier in te gaan.

Met verwijzing naar het artikel van mr. Carlo Jadnanansing van 15 september jl, wens ik voor de goede orde te benadrukken dat de zeer gewaardeerde meneer mr. André Saheblal, een kenner van het Surinaamse recht in theorie en praktijk, in het jaar 1973 afstudeerde met als onderwerp voor zijn doctorale scripte 'over de afwikkeling van onbeheerde nalatenschappen' en reeds 44 jaar geleden werkbare oplossingen hiervoor heeft aangedragen. In 1999 heeft hij een aangepaste versie van zijn eerder genoemde scriptie van 1973 in boekvorm uitgegeven.

In mijn proefschrift heb ik naast de materie van de afwikkeling van de onbeheerde nalatenschappen ook de kwestie van de onverdeelde boedels op (plantage)gronden vanaf de 17e eeuw tot en met 2014 uiteengezet. Hierbij heb ik ook een uiteenzetting gegeven van de verschillende titels op de grond vanaf de 17e eeuw tot 2014, namelijk: eigendom, allodiale eigendom en erfelijk bezit, erfpacht, huur, grondhuur. Daarnaast heb ik een diepgaande vergelijking gemaakt van deze kwesties met die van Nederland en Curaçao. Een analyse van enkele plantagegronden vanaf de 17e eeuw tot heden is eveneens een onderdeel van mijn promotieonderzoek. In dit onderzoek is naast de Onteigeningswet ook het ontwerp-BW van Suriname met betrekking tot deze materie uiteengezet.

Vookoming boedelvorming volgens L-decreten
In mijn artikel van 08 september jl heb ik geconstateerd dat het nieuwe grondbeleid vervat in de L-decreten onder andere bedoeld was om boedels tegen te gaan en dat doelstelling in de praktijk helaas het beoogde doel niet heeft kunnen realiseren, omdat deze regels niet op de juiste wijze worden toegepast. Ik ben daarom blij met het artikel van de heer André Haakmat van 19 september jl en kan mij volledig in zijn conclusie terugvinden dat het “ in deze kwesties niet gaat om zaken die verkeerd in de decreten geregeld zijn, maar dat het betreft misstanden die door het niet op juiste wijze toepassen van de L-decreten ontstaan.”

Dat het een en andere redelijk goed geregeld is in de L-decreten blijkt eveneens uit de Surinaamse rechtspraktijk, waarbij de rechter in meerdere gevallen heeft beslist dat de artikelen in het Decreet Uitgifte Domeingrond (DUD) mbt het terugkeren in de boezem van de Staat, als gevolg van het verstrijken van de termijn na het overlijden van de grondhuurder, duidelijk zijn geformuleerd. Ik verwijs u in dit kader naar mijn proefschrift.

Ik ben het met mr Carlo Jadnanansing eens dat slechts in geval van overmacht het recht van grondhuur niet van rechtswege vervalt. Het hanteren van een eigen opvatting binnen het notariaat is naar mijn mening goed, zolang niet voorbij wordt gegaan aan een der ratio’s van deze wetgeving, namelijk het tegengaan van boedels. Zo kan naar mijn mening NIET worden overgegaan tot het opmaken van de akte van scheiding en deling van een recht van grondhuur dat reeds vervallen is.
Als de wet het begrip 'overmacht' niet heeft gedefinieerd, dan is aanpassing van de wet op dit gebied, danwel interpretatie van dit begrip door de rechter noodzakelijk.

Wij moeten ervoor waken dat onze kinderen en kleinkinderen in een situatie komen te verkeren dat zij zich blijven beroepen op overmacht en zodoende het recht van grondhuur decennia lang niet van rechtswege terugkeert in de boezem van de Staat, omdat niet duidelijk is wie de erfgenamen zijn of omdat er geen contact mogelijk is tussen de erfgenamen zodat niet één van hen als opvolger kan worden aangewezen. In dergelijke gevallen zullen wij gaan naar een situatie die NIET bevorderlijk zal zijn voor de ontwikkeling van Suriname, maar ook niet van die van de gerechtigden. Uiteindelijk zal de grond m.i. ten onrechte tot oneigenlijke boedelgrond gerekend worden met alle gevolgen van dien.

Optimale voorlichting van overheidswege en vanuit instanties zoals de Vereniging van Notarissen is in deze onontbeerlijk. Ook het door mij voorgestelde Grondinstituut zou hierin een voorname rol moeten vervullen. De in de huidige wetgeving opgenomen Grondkamer is helaas niet operationeel, maar heeft naar mijn mening een enge rol. Deze rol dient m.i. verder uitgebreid te worden met o.a. de taken door mij in mijn proefschrift gesuggereerd.

Overdracht onroerend goed/perceelland
Vanwege de vele reacties die ik heb ontvangen met betrekking tot de koop-verkoop en levering/overdracht van een onroerend goed wens ik op de uitgebreide uitleg van mr Carlo Jadnanansing in zijn artikel van 15 september jl het volgende aan te vullen c.q. te benadrukken: Volgens onze huidige wetgeving kan de levering van onroerende zaken alleen door de overschrijving van de (notariële) akte in de registers bij MI GLIS geschieden. In de Surinaamse notariële praktijk (en in de Nederlandse notariële praktijk) wordt wegens uiteenlopende omstandigheden in sommige gevallen gekozen voor een onderhandse koop-verkoop- of ruil- of schenkingsovereenkomst, enz enz. Als na deze handeling partijen verzuimen om de overdracht te doen geschieden dan kunnen zij niet als (nieuwe) eigenaar worden aangemerkt.

Deze situatie brengt heel veel ongemakken met zich in de praktijk. Ik breng u o.a. in herinnering de koopovereenkomsten die met verkopers (veelal verkavelaars) worden aangegaan die nog geen goedkeuring voor de bestemmingswijziging en of overdracht hebben gehad van de minister van RGB en de recentelijke perikelen in de kwestie stichting Denny. Ik haast mij te vermelden dat in de casus Stichting Denny ook andere zaken het L-Decreet rakende zich voordeden. Ik heb het in deze alleen over de gedachtegang van de kopers als gevolg van een onderhandse koop-verkoop overeenkomst. Degenen die meenden het perceelland te hebben gekocht, waren geen eigenaren van het perceelland geworden. Ook zijn vele gevallen in Coronie, Nickerie, Saramacca, Para en Wanica ter zake bekend.

Allodiale eigendom en erfelijk bezit
In ben blij met het artikel van mr Carlo Jadnanansing van 17 september jl en ben blij dat hij aandacht schenkt aan de materie of het opstalrecht ook bij grondhuur kan. In dit kader is uiteraard interessant de verhouding c.q. de status van het opstalrecht ten opzichte van de gerechtigden (voor zover deze particulieren zijn) na overlijden van de grondhuurder en verloop van de termijn van 18 maanden conform DUD.

In bedoeld artikel geeft mr Carlo Jadnanansing terecht aan dat Suriname twee soorten eigendom kent, namelijk volle of B.W-eigendom en allodiale eigendom en erfelijk bezit (AEEB). Volgens hem is AEEB “een overblijfsel uit de koloniale periode van vóór de invoering van het Burgerlijk Wetboek (B.W.) in 1869 en wordt in de praktijk van het notariaat en het hypotheekkantoor (M.I. Gliskantoor) vrijwel op gelijke wijze behandeld als B.W.-eigendom”.

Ik verwijs in dit kader naar mijn eerder artikel van 29 augustus 2016 en wens te benadrukken dat hetgeen door mr Carlo Jadnanansing gesteld m.i. onjuist is. Het is waar dat allodoale eigendom en erfelijk in de koloniale tijd is ontstaan (ook BW-eigendom en erfpacht dateren uit de koloniale tijd) en dat deze vanaf het jaar 1936 niet meer is gehanteerd bij de uitgifte van de grond als titel, maar de wetgever heeft in het jaar 1982 in het Decreet Beginselen Grondbeleid (DBG) wederom expliciet benadrukt dat AEEB een beperkt zakelijk recht is en dat op dit beperkt zakelijk recht op domeingrond de bepalingen van het Surinaams Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn.

Met verwijzing naar het DBG kan ik mij niet terugvinden in de constatering van mr Carlo Jadnanansing in het artikel van 29 augustus 2017, alwaar hij als volgt schrijft: “Maar ook bij deze plantages kan slechts van allodiale eigendom gesproken worden als de originele grondbrief (warrant), die eeuwen geleden is uitgegeven, boven water komt. Zo niet, dan moeten ook deze plantages volgens de wet als B.W.–eigendom behandeld worden”.
Alhoewel enkele warrands niet meer te vinden zijn en deze voor 1820 niet eensluidend waren, blijkt in de praktijk dat het overgrote deel van de warrands te vinden is in de archieven en of in de registers van het Domeinkantoor. De warrands zijn tegenwoordig zelfs gedigitaliseerd en bovendien is het Koninklijk Besluit van 1820 (waarin de voorwaarden van AEEB zijn opgenomen) nog steeds van toepassing op AEEB die vanaf 1820 zijn uitgegeven. Aangezien niet alle voorwaarden van genoemd Koninklijk Besluit meer valide zijn, ben ik voorstander van dat de wetgever het DBG in dier voege aanpast dat de aan het recht van AEEB verbonden voorwaarden en of de aard van AEEB nader worden geregeld.

Als men de betreffende warrands niet meer kan terugvinden en dus de eigendom niet zou kunnen aantonen, dan moeten wij terugvallen op het Domeinbeginsel vervat in DBG, hetgeen inhoud dat Alle grond, waarop niet door anderen recht van eigendom wordt bewezen, is domein van de Staat’.

Ten slotte wens ik voor de goede orde aan te geven dat volgens de voorwaarden van het recht van grondhuur/erfpacht toestemming van de minister van RBG vereist is bij o.a. overdracht van de grond. Bij volle eigendom en allodiale eigendom en erfelijk bezit is dit vereiste NIET opgenomen in respectievelijk het Burgerlijk Wetboek en warrands c.q. Koninklijk Besluit 1820 en is de toestemming van de Minister van RGB bij o.a. overdracht daarom niet nodig.

A.C. Akkal-Ramautar
Email: chequitaram@hotmail.com
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May