Ziekenhuis bespreekt rouwverwerking bij doodgeboorte
11 Dec 2014, 14:00
De grote groep participanten aan de discussieavond over rouwverwerking bij doodgeboorte. (Foto: St. Vincentius Ziekenhuis)
Het St. Vincentius Ziekenhuis heeft een discussieavond gehouden over een van de meest gevoelige zaken in de zorg, namelijk rouwverwerking bij doodgeboorte. Uit de statistieken blijkt dat in Suriname jaarlijks ongeveer 200 baby’s levenloos worden geboren. Gemiddeld om de ene dag is er sprake van een doodgeboorte. Zo’n uitermate treurige uitkomst van een zwangerschap brengt grote emoties met zich mee voor de vrouw die haar langverwachte baby’tje plotseling is kwijtgeraakt, maar ook de zorgverlener is hier vaak niet voldoende op voorbereid en worstelt met de eigen gevoelens.
Algemeen directeur Manodj Hindori zegt dat het St. Vincentius Ziekenhuis het voortouw heeft genomen om de begeleiding en rouwverwerking bij doodgeboorte bespreekbaar te maken. De belangstelling voor dit onderwerp was overweldigend, het auditorium van het St. Vincentius Ziekenhuis zat woensdag helemaal vol met verloskundigen, verpleegkundigen, gynaecologen, psychologen en maatschappelijk werkers. Op de discussieavond heeft epidemioloog Ashna Hindori-Mohangoo de cijfers gepresenteerd hoe vaak doodgeboorte voorkomt in Suriname. De verschillen in doodgeboorte en de risicofactoren bij verschillende leeftijdscategorieën, meerlingen en etnische groepen zijn nader belicht.
Professor Humphrey Kanhai van het Leids Universitair Medisch Centrum in Nederland gaf de verschillende fasen in het proces van rouwverwerking aan. Het belangrijkste is dat de zorgverlener empathie heeft met de vrouw die net een enorm verlies te verwerken heeft gekregen. Hij wees de zorgverleners op het belang van het nemen van waardig afscheid, het respectvol begraven of cremeren van het lichaampje, het bewaren van tastbare herinneringen en het respecteren van religieuze en culturele wensen van de ouders.
Rol verloskundige
De hoofdverloskundige Astrid Joeroeja van het St. Vincentius Ziekenhuis verwoordde de rol van de verloskundige bij een doodgeboorte. De verloskundige laat zich leiden door de besluiten die de vrouw zelf neemt, vanuit de verlosafdeling wordt dan zoveel mogelijk emotionele begeleiding gegeven. De verloskundige springt ook in als organisatorische en wettelijke zaken moeten worden geregeld. Wel is het zo dat de verloskundigen zelf onvoldoende getraind zijn om emotionele begeleiding te kunnen bieden. Uit de drie casussen die op de discussieavond zijn behandeld blijkt dat in de praktijk ouders vaker erg emotioneel zijn en met de beschuldigende vinger wijzen naar de zorgverleners.
De discussieavond toonde de grote behoefte aan professionele hulp bij doodgeboorte. De aanwezigen waren het er unaniem over eens dat de zorgverleners meer getraind moeten worden op dit gebied. Gepleit is voor het ontwikkelen van een speciaal trainingsprogramma, dat voor alle betrokkenen in alle ziekenhuizen wordt verzorgd. Ook wordt bepleit dat de zorgverleners zich middels intervisie meer met elkaar kunnen uitspreken, zodat zij elkaar kunnen versterken. Verder is aanbevolen om een standaard checklist te ontwikkelen, waarmee nagegaan kan worden als de getroffen vrouw en familie wel alle ondersteuning heeft gekregen bij haar rouwverwerking. Hindori die optrad als discussieleider, is ingenomen met de grote belangstelling voor dit initiatief en verzekerde dat er gewerkt gaat worden aan het concreet omzetten van de aanbevelingen in acties.