Jaarafsluiting van het defensieministerie en het Nationaal Leger in de Memre Buku kazerne. (Foto: Ministerie van Defensie)
Surinaamse militairen hebben de afgelopen vier en half jaar hun plicht voldaan en kerntaken: Suriname beschermen en ondersteuning bieden uitgevoerd. Defensieminister Krishna Mathoera prijst de manschappen van het Nationaal Leger (NL) dat zij in deze periode nimmer het recht in eigen handen hebben genomen. “U heeft meerdere malen het pad gekozen van discussie, debat en dialoog. En zo behoort het te zijn.”

De bewindsvrouw vindt dat de legerleiding en militairen zich van hun beste zijde hebben laten zien: “overtuigen en collega’s bewust maken van waar we voor staan als natie en als leger”.  Het jaar 2024 was een van constant in beweging zijn: groeien, dienen, veranderen, leren van fouten en verbeteren. “En dit proces moet doorgaan.” Terugblikkend stelt Mathoera dat ze bij aanvang van haar ministerschap in juli 2020 niet had verwacht dat zij samen stappen voorwaarts zouden zetten om de gehele organisatie te transformeren richting een “professioneel, paraat en dienstbaar leger”. Zij sprak maandag bij de jaarafsluiting in de Memre Buku kazerne.

Het vertrouwen van de regering en de burgers in het leger is vergroot. Dit komt door hun inzet, loyaal zijn aan het bevoegde gezag, wet en recht. “Het imago is aanmerkelijk verbeterd”, concludeert Mathoera. De manschappen hebben hun verantwoordelijkheid genomen en in de meest kritieke, (financieel) uitdagende situaties, kalmte en focus gelegd op hun rol als leiders en militairen. “Wij hebben dit niet ondergeschikt gemaakt aan een individuele of het belang van welke politieke organisatie. En daar waar regels zijn overtreden, is corrigerend opgetreden.”

Rechtspositie verbeterd
Anderzijds heeft het ministerie ook interne zaken aangepakt. “Wij zijn verplicht om militairen te geven wat hen rechtens toekomt.” Zo is het gros van de rechtspositionele achterstanden in de afgelopen vier jaar weggewerkt. Ruim 3626 medewerkers zijn bevorderd, 1361 kregen een vaste aanstelling, 807 een gratificatie voor langdurige trouwe dienst en 322 mensen zijn gedecoreerd – in 2025 volgen meer. Ook de bijzondere toelage is tot twee keer toe verhoogd met een gemiddeld percentage van 100% en de prestatietoelage met 300%.

De gezondheidsvoorziening is verbeterd met de premium kaart. In het begrafenisfonds nemen al meer dan 400 personen deel en jaarlijks krijgen rond 700 personen een lening uit het steunfonds, deelde Mathoera enkele wapenfeiten. Voor ex-militairen (Binnenlandse Oorlog) is de resocialisatie- en invaliditeitstoelage nu SRD 1250 om SRD 1800 – voorheen was dat SRD 250 om SRD 750.

In- en uitstroom en positieve balans
Wat de in- en uitstroom betreft gaat het om 67 nieuwe ambtenaren om 945 uitstromers vanwege pensioen, op eigen verzoek en plichtsverzuim – in vier jaar tijd. De uitstroom resulteerde dat de balans 96% personeelskosten en 4% onderhoud bij overname in 2020, omsloeg naar een positieve balans: 83% personeel en 17% investeringen en onderhoud. Mathoera is trots: “Onze begrotingsrealisatie is elk jaar boven 95% geweest.” Gros van de middelen gaat jaarlijks naar voeding ( SRD 166 miljoen), brandstof en smeermiddelen (SRD 44 miljoen) en transport (SRD 93 miljoen).

Ruim SRD 29 miljoen is besteed aan de posten uitrusting en kantoorartikelen, renovaties (36 kantoorruimten en gebouwen) en opleidingen nationaal en internationaal. “In 2024 is een aanbesteding van SRD 11 miljoen gehouden voor de renovatie van gebouwen en ruimten. En SRD 73 miljoen is besteed aan de lease/aankoop van het marine patrouille vaartuig 2024.”

“Hebben we alles kunnen doen?”, stelt de bewindsvrouw retorisch. “Nee. Er is veel gedaan en er is nog heel veel werk aan de winkel.” Op agenda staat: aantrekken en aanvullen van personeel, renovaties, logistiek voor de landmacht en luchtmacht, meer uniformen etc. “Indien we deze koers vasthouden en voortzetten zullen we blijven groeien”, moedigde de minister haar gehoor aan. “We zullen een sterk en paraat leger worden met competente en enthousiaste mensen. En dat is wat ons volk en land nodig heeft.”