De behandeling van de strafzaak tegen Danielle Veira, voormalig hoofd van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), is maandag voortgezet met het repliek van het Openbaar Ministerie (OM). Auditeur-militair Romeo Rampersad ging daarbij in op de verweren van de raadslieden Derrick Veira en Cedric Meijnaar en hield vast aan de strafeis van negen jaar gevangenisstraf. Volgens het OM is deze straf “passend en geboden”, ondanks het standpunt van de verdediging die de eis als buitensporig bestempelt.

Rampersad stelde dat Veira een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de haar ten laste gelegde strafbare feiten. Zij wordt onder meer verdacht van medeplegen van gijzeling, huisvredebreuk, diefstal en diefstal met geweld, alsmede het onbevoegd verstrekken van wapenpasjes. Het OM benadrukte dat de ernst en samenhang van deze feiten een zware straf rechtvaardigen.

De auditeur-militair verwierp ook de kritiek van de verdediging op de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen. Volgens de raadslieden zouden verklaringen van het slachtoffer Rodney Cairo en een politieagent onvoldoende betrouwbaar zijn om als bewijs te dienen. Het OM weersprak dit en wees erop dat onderdelen van de verklaring van de agent worden ondersteund door camerabeelden in het dossier.

Daarnaast ging het OM in op het verweer dat de directeur van DNV bevoegd zou zijn om wapenpasjes te verstrekken op basis van een staatsbesluit. Volgens Rampersad is die uitleg onjuist. Hij onderstreepte dat voor medeplegen niet vereist is dat een verdachte zelf op de plaats van het delict aanwezig is geweest. “Het staat bovendien onomstotelijk vast dat Veira meerdere personen wapenpasjes heeft verstrekt,” aldus de auditeur-militair.

De zaak bevindt zich in de afrondende fase. Tijdens de volgende zitting zullen het dupliek van de verdediging en het laatste woord van de verdachte aan de orde komen. De rechterlijke uitspraak wordt nog voor het einde van dit jaar verwacht.