Personeel van Trinidad en Tobago werkt aan het veiligstellen van de vlotgekomen Gulfstream-olietanker. (Min. van Energie en Energie-industrie van T&T)
De mysterieuze tanker die in februari een grote olieramp veroorzaakte na het kapseizen voor de kust van Trinidad en Tobago, is succesvol vlot gekomen, aldus de overheid. De operatie werd maandag afgerond en het schip, dat alleen bekendstaat als de Gulfstream, wordt nu door duikers geïnspecteerd voordat het wordt weggesleept, aldus het ministerie van Energie.

Het schip werd aangetroffen zonder bemanning aan boord nadat het aan de grond was gelopen en was omgeslagen voor de kust van zuidwestelijk Tobago. Er zijn geen noodoproepen gedaan en de lokale autoriteiten hebben niemand kunnen vinden die verantwoordelijk is voor het incident.

Sindsdien zijn er zo'n 50.000 vaten olie gelekt, waardoor de ongerepte stranden van het Caribische eiland zijn beschadigd en de regering een nationale noodtoestand heeft uitgeroepen.

In een verklaring zei het ministerie van Energie dat de Gulfstream nu 60 meter diep in de zee drijft, vastgezet en ondersteund door sleepboten.

Een team van duikers zal de tanker beoordelen en alle hangende rommel verwijderen die van invloed zou kunnen zijn op het slepen naar de hoofdstad Port-of-Spain in Trinidad.

De regering is er tot nu toe niet in geslaagd om te achterhalen wie verantwoordelijk is voor het incident, dat plaatsvond op de vooravond van de carnavalsvieringen van het land.

Kort nadat de olieramp plaatsvond, suggereerden de autoriteiten dat de tanker afkomstig was uit Panama en was gesleept door een sleepboot. Ze zeiden dat het leek alsof het "op weg was naar Guyana".

De sleepboot is nooit gevonden.


Tijdens een opruimoperatie werkten zo'n 1.000 vrijwilligers samen met overheidspersoneel op de stranden van Tobago.

In mei schatte de minister van Energie, Stuart Young, dat de totale schade op $ 30 miljoen zou kunnen uitkomen.

In de eerste paar weken verspreidde de olieramp zich honderden kilometers, tot aan het eiland Bonaire.