De Amerikaanse kustwacht heeft aangekondigd dat vanaf 17 september strenge voorwaarden gelden voor schepen die de Verenigde Staten binnenvaren na een bezoek aan Surinaamse havens. De maatregel komt nadat de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) en de commerciële havens van het land zijn geplaatst op de Amerikaanse blacklist van landen zonder effectieve antiterreurmaatregelen of met verhoogde risico’s op drugshandel.

Suriname staat hiermee in één rij met landen als Cuba, Venezuela, Nigeria, Noord-Korea, Syrië, Jemen en Iran. Schepen die een van deze havens aandoen, moeten voldoen aan extra beveiligingsvereisten, waaronder:
- uitvoering van maatregelen op Security Level 2;
- continue bewaking van alle toegangspunten;
- registratie van alle acties in het scheepslogboek;
- en rapportage van deze maatregelen aan Amerikaanse autoriteiten vóór aankomst.

Indien schepen dit niet kunnen aantonen, lopen zij risico op vertragingen, extra controles of zelfs weigering van toegang tot Amerikaanse havens. Bovendien kan geëist worden dat gewapende beveiligers aan boord komen zodra het schip in de VS aanmeert.


Ernstige gevolgen voor Suriname
De beslissing kan grote economische gevolgen hebben. De VS is een belangrijke handelspartner, en het feit dat Suriname nu tot dezelfde risicolanden behoort als Noord-Korea en Iran, kan leiden tot een forse beperking van de export. Bedrijven vrezen hogere kosten, vertragingen en reputatieschade.

De Surinaamse autoriteiten staan onder druk om de maritieme veiligheid snel te verbeteren. Het gaat niet alleen om het versterken van beveiligingsprotocollen in de havens, maar ook om geloofwaardig toezicht door de MAS. Alleen zo kan Suriname voorkomen dat de export langdurig wordt bemoeilijkt en dat het vertrouwen van internationale handelspartners verder afneemt.