Column: Burenruzies
20 Dec, 00:59
foto
Hans Breeveld


Het is begrijpelijk dat er veel belangstelling in Suriname bestaat voor het conflict tussen Venezuela en Guyana. Essequibo die door Venezuela wordt opgeëist vormt ruim 2/3 deel van het territoir van ons buurland Guyana. Ik hoop dat deze gebeurtenis het startpunt zal zijn voor veel Surinamers om zich meer voor het internationaal gebeuren te gaan interesseren. In ieder geval zal het winst zijn als meer Surinamers gaan beseffen dat de wereld groter is dan slechts Suriname en Nederland alleen. 

Een escalatie van het conflict – met wapengekletter – zal slechts achteruitgang voor de regio betekenen, maar ook kan het leiden tot buitenproportionele bewegingen van mensenmassa’s richting o.a. Suriname. Als lidstaat van Caricom kunnen wij ons niet afzijdig houden van wat zich afspeelt tussen twee landen op ons continent.

Hoofdschuddend las ik dat de Caricom lidstaten – inclusief Suriname - in dit conflict hun steun verlenen aan Guyana. In het bericht staat het er alsof die steun conditioneel plaatsvindt. Gelet op onze ervaringen met Guyana en onze vriendschappelijke banden met Venezuela zou ondersteuning aan Guyana tenminste conditioneel moeten plaatsvinden. Bij onderhandelingen is het niet ongebruikelijk dat bij de besluitvorming één deelnemer binnen een collectiviteit een afwijkend standpunt heeft. Dat lid zou zelfs een minderheidsnota kunnen indienen. 

Het is ook niet ongebruikelijk conditioneel je steun te verlenen aan partners. In deze zou een conditie kunnen zijn dat de steun wordt gegeven in ruil voor het onvoorwaardelijk afzien door Guyana van zijn vermeende claim op de driehoek in het zuidwesten van Suriname en als betwist gebied wordt aangeduid. Op grond van ervaringen met Guyana in het verleden en in het heden heeft Suriname alle reden zich op dat standpunt te stellen.

Wat vandaag bekend staat als Guyana werd in 1831 tot Brits-Guyana geformeerd door de samenvoeging van Essequibo, Demerara en Berbice. Een verkenningsreis door Robert Herman Schomburgk tussen 1835 en 1839 in opdracht van de Britse regering wees volgens hem uit dat de Coeroenie als voorzetting van de Corantijnrivier gezien zou moeten worden. Bij zijn volgende verkenningsreis (1840 – 1844) kwam hij tot dezelfde bevinding. 

De Engelsman Charles Barrington Brown, die van 1870 – 1872  eveneens in opdracht van de Britse regering de Corantijn opvoer voor een geologische verkenning ontdekte een nieuwe rivier, die in lengte, breedte en stroomsterkte de Coeroenie verre overtrof. Metingen van deskundigen zouden dit later bevestigen: De nieuwe rivier is de hoofdbronrivier van de Corantijnrivier.

In 1958 start minister Frank Essed van Opbouw met het Grasshopper project; het aanleggen van vliegvelden in het binnenland. Hij geeft ook concessies uit in het zogenaamde betwist gebied. Er wordt daar ook een airstrip aangelegd. In 1963 wordt Jopie Pengel minister-president van Suriname. In de vergadering van de Raad van Ministers op 20 november 1964 wordt besloten dat New River, die de grens tussen Suriname en het voormalige Brits-Guyana vormt, voortaan de Boven Corantijn genoemd zal worden. Het gebied, dat tot dan als betwist gebied bekend staat aan Suriname toebehoort. Dit bericht verschijnt in het Gouvernementsblad.

Op 25 mei 1966 wordt Guyana onafhankelijk. Permanente onenigheid tussen Forbes Burnham en Cheddi Jagan maakt dat premier Burnham middels het thema ‘gebiedsuitbreiding’ op zoek gaat naar een gemeenschappelijke vijand. De reden daartoe was dat Venezuela twee derde deel van Guyana tot Territorio en reclamación (Territorium in claim/Opgeëist gebied) had verklaard. Suriname en Guyana gaan echter in gesprek. In juni 1966 wordt in vriendschappelijke sfeer in Londen onderhandeld tussen afgevaardigden van beide landen.

Bij een officieel bezoek aan Venezuela in 1967 ontvangt premier Pengel de hoogste onderscheiding van dat land nl. “La Orden del Libertador” en “el Grado de Gran Cordón”.

Ondanks de vriendschappelijke gesprekken die Suriname en Guyana in Londen hadden, worden door Guyana op 12 december 1967 in het door Guyana betwiste gebied aldaar werkende Surinaamse hydrologen en arbeiders verdreven en wordt het kamp door de Guyanese politie bezet. Als reactie hierop richtte Suriname een verdedigingspost op aan de monding van de Boven-Corantijn onder de Codenaam Tigri (tijger). Vanaf toen kennen we het “Tigri gebied”.

Omdat Nederland weigerde de TRIS (Troepenmacht in Suriname) in te zetten voor de grensbewaking richtte Pengel het korps Defensie Politie (DefPol) op dat onder leiding stond van militair La Pré. Op 19 augustus 1969 landden 2 vliegtuigen van de “Guyana Defense Force”  – met daarin 58 soldaten op de airstrip in het Tigri gebied. Ze namen de post over en doopten deze om in “Jaguar” en het gebied in “New River Triangle”.

Op initiatief van premier Eric Williams vonden er op 9 en 10 april 1970 in Trinidad en Tobago gesprekken plaats tussen de Surinaams premier Jules Sedney en de premier van Guyana Forbes Burnham. Suriname pleitte voor voortzetting van de in 1966 aangevangen besprekingen in Londen na herstel van de situatie van vóór 12 december 1967.

In het protocol van Chaguaramas, dat sluitstuk van deze besprekingen was werd gesteld dat het gebied zou worden gedemilitariseerd. Guyana hield zich niet aan deze afspraak. Integendeel oefende Guyana nog meer activiteiten uit in dat gebied. Alvorens de kant van Guyana te kiezen is het goed het verhaal van Suriname te kennen. Meer hierover is te lezen in de nieuwste pennenvrucht van ambassadeur Evert G. Gonesh: Het grensgeschil tussen Suriname en Guyana

Iedere Surinamer moet zich laten informeren en zeker onze bewindvoerders. Artikel 2 van onze grondwet stelt namelijk: De Staat vervreemdt geen grondgebied of soevereiniteitsrechten die hij daarover uitoefent.

Hans Breeveld
Advertenties