Moestadja: Minimumuurloon niet vastgepind op vast bedrag
31 May 2019, 01:52
foto
Minister Soewarto Moestadja van Arbeid, beantwoordt vragen.
(Foto: Raoul Lith)


Het minimumuurloon is niet gepind op een vast bedrag, maar de vaststelling wordt opengelaten voor de ideeën in de besprekingen tussen het ministerie, het bedrijfsleven en de vakbonden. “We spannen ons in om dat in lijn te brengen met de reële belangen van onze economie. Uiteindelijk moet de economie dat betalen en moeten we proberen dat te ontwerpen”, legt de minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, donderdag uit in De Nationale Assemblee, tijdens de tweede ronde van de regering bij de begrotingsbehandeling. 

Moestadja geeft hiermee antwoorden op de vragen van de leden Raymond Sapoen (coalitie) en NDP-fractievoorzitter Amzad Abdoel over de precieze vaststelling van het minimumloon. “Is het voorstel van SRD 8,41 per uur gerelateerd aan de SRD 13,61 zoals die nu wordt gehanteerd bij de armoedegrens,” vraagt Sapoen. Abdoel voegt daaraan toe dat ongeveer 600 ambtenaren beneden de armoedegrens zouden vallen, als nu alleen gekeken zou worden naar hun huidige bezoldiging. Maar met de heffingskortingen en de andere toeslagen die zij erbij hebben gehad, dan komt hun salaris boven de SRD 1800. “Dat geeft weer een ander beeld. Wat is het streven van het ministerie, wat zou de hoogte van het minimum uurloon op maandbasis moeten zijn”, wil Abdoel weten. Hij heeft graag een concreet beeld, zodat de samenleving een beeld heeft van wat het bedrag is en waarnaar de regering streeft ten aanzien van de wet die is ingediend.
 
De bewindsman legt tijdens zijn presentatie het verband tussen de armoedegrens en het minimumuurloon. Het berekenen van een nieuw acceptabel minimumloon door het ministerie, is geschied op basis van de gegevens en cijfers die genoemd worden in het rapport over de armoedegrens, gemaakt door de Nationale Commissie Voorbereiding Armoedegrens. Deze heeft een nationale definitie van armoede geformuleerd, waar het ministerie zich in terug kan vinden. “Armoede van huishoudens in Suriname kenmerkt zich door een gebrek aan inkomen en/of bezit om een basispakket van voedingsmiddelen en andere noodzakelijke goederen en diensten te verwerven, die nodig zijn om een menswaardig bestaan te leiden.”

Het huidige concept-staatsbesluit, dat nog niet is gepubliceerd, gaat uit van één minimumuurloon van SRD 8,40, zonder diversificaties. Hogere tarieven die al gebruikt worden in de verschillende bijzondere categorieën, blijven gehandhaafd. “Dit is naar aanleiding van het advies van de Sociaaleconomische Raad om de aanpassing van het minimumuurloon niet discriminatoir te laten gelden en de verhoogde percentages die van toepassing zijn op bepaalde sectoren na te laten”, benadrukt minister Moestadja. Hij merkt op dat voor personeel van horecabedrijven met meer dan 12 werknemers en voor personeel van bewakingsbedrijven, nu een tarief van SRD 8,60 geldt. Dit staatsbesluit is volgens Moestadja niet bedoeld om het toe te laten dat deze tarieven naar beneden worden bijgesteld.


Yvanka Ozir-Awailame
Advertenties