Column: In memoriam: Barabas
11 Jul 2016, 08:03
foto
Lino Olijfveld, bekend als Barabas, een van de leiders van het toenmalige Jungle Commando. Hij is omgekomen in de Binnenlandse Oorlog.


Brunswijk had luid en duidelijk op de radio verkondigd: hij zou nooit met me praten! Op de Dag van Nationale Rouw zat hij twee stoelen verwijderd van mij. Ik had hem verwelkomd, gaf hem een hand en zei dat ik blij was met zijn komst. Na de ceremonie namen we afscheid. Ik riep nog terwijl hij wegliep: “Un kan taki toch?” Hij riep terug: “Zeker!”
Brunswijk heeft zich een staatsman getoond. Zijn persoonlijke emoties weet hij ondergeschikt te maken aan het belang van het land. Het is niet de eerste keer dat hij dit doet.

Tijdens de Binnenlandse Oorlog kwam hij op een gegeven moment tot het inzicht dat de oorlog alleen maar verliezers opleverde en er niets te winnen was. Hij ging toen ook een traject in van vredesbesprekingen. Dat is niet gemakkelijk als er over en weer veel doden zijn gevallen en de gevoelens van wraak en weerwraak nog vers zijn.

Tijdens mijn onderzoek kwam ik een tragisch verhaal tegen over hoe ook vrede mensenlevens kan eisen. Het is het verhaal van Barabas, één van de commandanten van het Jungle Commando (JC). Zijn echte naam is Lino Olijfveld. Hij is van de stam van de Kwinti-marrons en is afkomstig van het dorp Witagron. Hij was ongeveer 40-45 jaar. Hij opereerde eerst in West Suriname en later in het zuiden waar hij de onbetwiste leider was van het JC.

Wie ik ook spreek over Barabas (militairen, burgers in het binnenland), iedereen vertelt hetzelfde verhaal: de man was heel gevreesd en wreed. Het wreedste voorbeeld was het geval van Ewout Leefland. Hij was gedetacheerd op Zanderij. Op een dag ging hij met een tweetal collega’s van de MP op stap en liep bij Witagron in een hinderlaag. Hij werd neergeschoten. De twee anderen wisten te ontsnappen.
Leefland werd door Barabas gevangen genomen. Uit een audiobandje van een afgeluisterd gesprek tussen de leiding van het JC en Barabas blijkt dat hij de opdracht had gekregen om Leefland te onthoofden. Die opdracht voerde hij uit en rapporteerde later met krachttermen dat hij de job had geklaard. Volgens sommigen werd zijn onderbroek om zijn hoofd gedaan.

Ik vertel dit verhaal niet om het JC in een kwaad daglicht te stellen, zoals straks zal blijken. Ik vertel het verhaal, omdat de waarheid over wat er is gebeurd niet verzwegen mag worden. Die waarheid moet niet gebruikt worden tegen hen. Oorlog is wreed en van beide kanten zijn wreedheden begaan. Het leger kent procedures in het kader van de Geneefse conventie en menige militair is ook voor de Krijgsraad verschenen. Het JC was geen regulier leger.

Ondanks de wreedheden zag ik merkwaardig genoeg dat bij sommige militairen er respect was voor Barabas. Tijdens de vredesbesprekingen – die soms verstoord werden door gevechtshandelingen – was Barabas de onbetwiste leider die de besprekingen in het Zuiden leidde. De militairen die ik sprak zagen hem als een gedisciplineerde, moedige en harde krijger waarvoor ze respect hadden. Hij was een woudloper en kenner van het bos. Een voormalig legerofficier en lid van de Inlichtingendienst was zijn gesprekspartner voor het Nationaal Leger.
De officier: “Ik was toen dertig jaar. Hij was ouder. Ik heb meerdere gesprekken met hem gehad, maar op een gegeven moment zijn we drie dagen en nachten achter elkaar met elkaar opgetrokken in het kader van de vredesbesprekingen en de ontmanteling van JC strijders in het Brokopondo en het Brownsweggebied. Tijdens één van de gesprekken vroeg hij mij: ‘Waarom vechten we eigenlijk met elkaar?’ Hij was tot het inzicht gekomen dat er alleen maar verliezers waren en wilde vrede. Onze gesprekken gingen over de vraag hoe we vrede konden bereiken. Het ging met kleine stappen: de dorpen voorzien van voeding, het ontmantelen van de posten van het Jungle Commando. Later zouden wij jongens van het gebied zelf trainen om hun woongebieden te beschermen. Er zijn zelfs elementaire opleidingen in de gebieden verzorgd.”

De officier bouwde een band op met zijn voormalige vijand: ”Als je zo lang en intensief met elkaar optrekt, dan praat je niet alleen over zaken. We vertelden elkaar over onze dromen van vrede. Hij leerde mij ook veel over het bos: de bomen, de dieren en hoe het bos leeft. Hij was een redelijke man. Ik realiseerde mij door onze gesprekken ook hoe slecht wij als overheid gecommuniceerd hadden met de bewoners van het binnenland, waardoor ze vaak ongewild onderdeel werden van een bijna onoverzichtelijke strijd en als consequentie daarvan een hoge prijs hebben betaald.”
Maar het vredesproces was hobbelig. Er waren krachten aanwezig die steeds weer aanstuurden op gewelddadige confrontaties. Een groep van het JC had een dam bij het stuwmeer bezet. Het leger had in die periode een verbod van de toenmalige regering om te opereren in die gebieden. De legerleiding besloot om Barabas erbij te halen om te kijken of het gevecht gestopt kon worden middels praten. Barabas was ervan overtuigd dat hij zijn kameraden kon overtuigen om de wapens neer te leggen en het pad van vrede te volgen. Met een eenheid van militairen liep hij drie dagen en nachten door het Brokopondo gebied om de verschillende posten te overtuigen dat verdere strijd zinloos was. Onderweg naar een van de laatste posten voor de Afobaka Stuwdam, bekend als 'dam 10' begaf hij zich op een heuvel tegenover een locatie waar het JC een uitkijkpost had. Hij had verwacht dat hij een JC zou aantreffen die op wacht stond. Maar de jongeman was naar de overkant gegaan, dus op de heuvel waar Barabas aanwezig was en was op zijn rug op de grond in slaap gevallen met een geladen geweer in zijn hand. Barabas liep naar hem toe om hem zijn wapen afhandig te maken. Maar de jongen schrok wakker en schoot hem in zijn gezicht. Hij was op slag dood. De jongen kwam om in een vuurgevecht met het leger.

De militairen besloten om Barabas te vervoeren naar Brownsweg. Ze hadden geen auto en moesten dat te voet doen. Maar de JC eenheid die de dam had bezet voerde regelmatig patrouilles uit met een pick-up van Suralco. Tijdens één van de patrouilles werd een pick-up buitgemaakt via een hinderlaag en kon het lijk naar Browsweg gebracht worden. Daarbij kwamen enkele JC leden om. In de avond kwamen ze aan. Er werd een kist gemaakt. De volgende ochtend werd hij begraven nabij een spoorweg. Militairen, JC-leden en burgers hebben een rol gespeeld in het vredesproces, maar Barabas heeft de hoogste prijs betaald voor de vrede.
De officier: “Als ik aan Barabas denk, denk ik aan een moedige man die visie had over hoe hij zijn gemeenschap wil ontwikkelen. Hij was een dappere krijger, een leider en vocht voor waar hij in geloofde, zowel in oorlogstijd als op het pad op weg naar vrede.”
Het idee dat Barabas ergens begraven ligt zonder dat zijn familie afscheid van hem heeft kunnen nemen, maakte me verdrietig. Ik vind dat hij alsnog een waardige begrafenis moet krijgen als symbool voor alle andere leden van het JC die gevallen zijn tijdens de Binnenlandse Oorlog. Misschien zouden de militairen die toen met hem het pad van de vrede hebben bewandeld, samen met andere leden van het Jungle Commando en zijn familie, een herbegrafenis kunnen bijwonen. Het is bij uitstek een taak die het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek geweld op zich kan nemen. Wie weet kunnen we dit jaar nog een waardig afscheid organiseren van een commandant van het JC die zijn leven gaf voor oorlog en vrede.

Sandew Hira
Advertenties