Deze week is officieel bevestigd wat ik al een tijdje vermoedde. Omdat het een privéaangelegenheid betreft, heb ik er alleen in bedekte termen over geschreven. Maar vorige week, bij de officiële opening van het Surinamemuseum in Amsterdam, moest ik er weer aan denken. Toen verklaarde koning Willem-Alexander tot twee keer toe zich “enorm te verheugen” op het staatsbezoek met Máxima aan Suriname. Dat had hij “héél graag veel eerder willen doen”, voegde het staatshoofd eraan toe.

Volgens mij kwam dit koninklijke verlangen voort uit een onbewust gevoel van heimwee. Toen hem afgelopen juni, tijdens het jaarlijkse gesprek met de Nederlandse pers, werd gevraagd of hij naar Suriname zou afreizen rond de viering van 50 jaar Srefidensi, antwoordde hij eerst, diplomatiek en protocollair, dat daar een uitnodiging van het ontvangende land aan vooraf hoort te gaan. Niettemin liet hij zich aan het einde van de persbijeenkomst ontvallen dat hij erg nieuwsgierig was naar het land. En dat hij, mocht het tot een officieel bezoek komen, “Suriname hoopte te beleven op de manier waarop zijn moeder dat had gedaan.”

Met terugwerkende kracht is dat een prikkelende opmerking. Ik ben meteen in de archieven gedoken om de periodes die Beatrix als prinses in Suriname heeft doorgebracht te achterhalen. Dat waren er verschillende, omdat de Ferriers en de Oranjes het uitstekend met elkaar konden vinden en elkaar geregeld opzochten. En dan bij voorkeur buiten de officiële programma’s als gouverneur, president dan wel staatshoofd om. Vraag maar aan Cynthia McLeod of Kathleen Ferrier.

De beelden rond de soevereiniteitsoverdracht in het Surinamestadion, met een juichende kroonprinses, hebben de meeste mensen wel paraat en werden de afgelopen dagen veelvuldig herhaald op televisie. Beatrix juicht en danst en is oprecht blij voor de nieuwe republiek. Naast haar staat prins Claus te popelen om de bar te bestormen en zijn sma de dansvloer op te sleuren.

Op andere foto’s is Beatrix te zien tijdens eerdere trips in Suriname. In 1966 bijvoorbeeld, tijdens haar huwelijksreis. Daar zit ze in een korjaal over de Marowijnerivier, drinkt ze kokoswater in Coronie of geniet ze van een Groningse markoesa. Ook hier straalt Claus van top tot teen: je ziet zo dat hij zich het liefst van zijn officiële kostuum wil ontdoen om mee te dansen en te springen. Een huwelijksreis zoals een huwelijksreis bedoeld is, ben je geneigd te denken.

Toch bleef de zinderende reis, waarbij het paar ook Canada, de VS en Mexico aandeed - en in één oogopslag zag dat je daar met gemak een WK-eindtoernooi kunt organiseren - zonder gevolgen. Met mij gingen ook historici dit na. De huwelijksreis van Beatrix en Claus vond immers plaats van half februari tot half maart 1966, terwijl van nageslacht tot begin 1967 geen sprake was. WA werd pas geboren op 26 april 1967.

Maar wat blijkt? In juli 1966 reisden Beatrix en Claus nógmaals af naar Suriname. En jawel, daar zwieren ze andermaal door het land. Een gulle lach, los in de heupen en volkomen ontspannen. Nu wordt ook duidelijk waarop een andere opmerking van de koning is gebaseerd: “Mijn moeder heeft altijd gezegd dat Suriname het mooiste land is dat ze ooit heeft bezocht.”

En meteen ook het vruchtbaarste. Want het doen en laten van het kroonprinselijk paar in juli 1966 kan ik uitstekend volgen. Ben ik in Suriname, dan ga ik het liefst ook naar het binnenland om de rivier op te gaan en sula’s te trotseren. Als het even kan pluk ik de vruchten van de bomen op het erf. Een groot danser ben ik niet, maar op feestjes kan ik niet stil blijven zitten. Bovendien weet ik vrij zeker dat mijn jongste dochter er is verwekt. Maar dat blijft onder ons.

Diederik Samwel