Een volk met een gedeeld verleden en een gedeelde toekomst draagt ook een gedeelde verantwoordelijkheid. Dat is niet slechts een mooi ideaal, maar een onmisbare noodzaak. De keuzes die we maken, de leiders die we kiezen, de manier waarop we met elkaar en met onze omgeving omgaan, bepalen niet alleen ons eigen leven, maar dat van de generaties die na ons komen.

Surinamers, we zijn samen verantwoordelijk voor de koers die ons land vaart. Niet alleen op het politieke toneel, maar ook in de dagelijkse omgang met onze ouders en grootouders, in de zorg voor onze natuur, en in het vormen van de jonge generaties. Dit zijn stukjes van één groot mozaïek waarin ieder van ons een rol speelt. Wie deze verantwoordelijkheid ontloopt, ontloopt het fundament van onze samenleving.

Leiderschap is een gedeelde taak. Wij kiezen hen, maar zij handelen namens ons. Daarom kunnen we niet alleen naar politici wijzen; we moeten ook zelf de hand in eigen boezem steken. Zijn wij zelf het voorbeeld dat we van onze leiders verwachten? Luisteren wij naar elkaar, ook als meningen verschillen? Geven wij ruimte aan de stemmen van kwetsbaren? Koesteren wij de aarde die ons draagt en beschermen wij het erfgoed dat ons gevormd heeft?

Deze verantwoordelijkheid wordt extra voelbaar nu ons land terugkijkt op 50 jaar onafhankelijkheid. Vijftig jaar van samen opbouwen, van strijd en vooruitgang, maar ook van lessen en uitdagingen. Dit jubileum is een moment van bezinning: wat hebben we allemaal samen doorstaan, wat hebben we samen bereikt, en wat laten we na aan degenen die ons opvolgen? Het is een herinnering dat onze toekomst niet vanzelfsprekend is, maar het resultaat van onze gezamenlijke inzet.

Vooral nu er een nieuwe economische toekomst aan de horizon gloort, met de komst van de olieboom die veel kansen belooft. Deze ontwikkeling kan ons land welvaart en groei brengen, maar het succes ervan hangt af van onze gezamenlijke zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid. Het vraagt om duurzaam denken, rechtvaardige verdeling en het behoud van onze natuurlijke rijkdommen. Alleen door samen te handelen, met oog voor mens en milieu, kunnen we ervoor zorgen dat deze nieuwe bron van welvaart een zegen wordt voor iedereen, nu en in de toekomst.

Gedeelde verantwoordelijkheid betekent ook dat we niet wegkijken van problemen die ons raken, maar ze samen aanpakken. Of het nu gaat om sociale ongelijkheid, klimaatverandering of de opvoeding van kinderen in een steeds complexere wereld: deze uitdagingen kunnen we alleen overwinnen als we elkaar vinden in onze gezamenlijke plicht. Elk individu, elke gemeenschap, elk instituut heeft daarin een aandeel.

En dat begint dichtbij huis. Hoe gaan wij om met onze ouderen? Met respect en zorg, of laten we hen te vaak aan hun lot over? Wat doen we met de natuur rondom ons? Beschouwen we haar als een onuitputtelijke bron, of beseffen we dat onze toekomst ervan afhangt hoe we haar behandelen? En vooral: welke waarden dragen we over aan onze kinderen, die straks onze samenleving voortzetten?

Gedeelde verantwoordelijkheid is de lijm die ons bindt. Het is het besef dat we samen sterker zijn, dat onze toekomst niet de som is van losse individuen, maar van een collectief dat elkaar ondersteunt en uitdaagt. Het is een oproep om actief mee te bouwen aan een samenleving waarin iedereen telt, waarin we samen leren van het verleden om een rechtvaardige toekomst te creëren.

Want zonder die gedeelde verantwoordelijkheid verliest een volk zijn samenhang, en daarmee zijn toekomst. Laten we daarom niet wachten tot anderen het doen, maar vandaag beginnen – met kleine stappen, met bewuste keuzes. Samen zijn wij de architecten van morgen.

Indra Toelsie