“Ik las een leerrijk artikel op Sterrennieuws, getiteld: Vaderlandsliefde is geen kreet’, waarin de schrijver zich afvraagt hoe het komt dat we van jongs af wel leren hoe we onze tanden goed en op tijd moeten poetsen, maar dat we onze kinderen niet trainen om hun vuil netjes in een ton te doen of bij zich te houden.”
“Klopt, het lijkt alsof kinderen en de latere volwassenen juist leren om hun rommel uit het autoraam, uit de bus, op de hoek of op een leeg perceel te gooien.”
“De auteur is de afgelopen jaren in een aantal Afrikaanse landen geweest, en daar was alles kraakschoon: geen zwerfvuil, geen mini-vuilnisbelten vol ratten, awaries, zwerfhonden en dengue-muskietenlarven.”
“Je maakt vandaag op kosten van de belastingbetaler de zaak schoon en morgen beginnen ze daar weer vuil te gooien.”
“En als er ziekten uitbreken, dan hoor je: ‘de regering moet wat doen.”
“Maar wat doen wij, die onze tijd meer zitten te verdoen met het politiek kibbelen met elkaar?”
“De ene lijkt een ware klopjacht te houden op functionarissen van een vorige regeringspartij, al functioneerden sommigen naar tevredenheid, en de andere voelt zich etnisch gepasseerd en kwebbelt maar daarover, vooral opgestookt door sommigen met Surinaamse roots daar in het Noorden.”
“Ach, die sommigen daar en hun futuboi alhier zijn gewoon blijven steken ergens tussen 1973 en 1980.” 
“Dat mogen ze, is hun mening, maar ze moeten ophouden met hun negatieve gespuit van daaruit, dat ons tegen elkaar ophitst.” 
“Vind ik ook. Laat ze liever in hun land aldaar bemoeien met de niet al te beste politieke verwikkelingen en geweldsuitbarstingen, vooral met de komende verkiezingen.”
“Het leek onlangs een compleet slagveld, daar rond het Malieveld in Den Haag.”
“Ze gaan doen tot de politie in het nauw met scherp terugschiet en er onschuldige doden en gewonden vallen. Misschien lokken die hooligans dat uit.”
“Ik leer meer uit opmerkelijke gebeurtenissen, zoals van die Nederlandse parlementariër die de wereldpers haalde door met een bloesje in de kleuren van de Palestijnse vlag in de vergaderzaal te verschijnen.”
“Nou, ze maakte dapper haar punt, maar trok wel later een ander bloesje aan.”
“Natuurlijk, een mooie verkiezingsstunt, maar wel met een stevige inhoud.”
“Ik vond haar woorden wel het overdenken waard, namelijk: ‘Meneer de voorzitter, alles van waarde is weerloos. We gaan alleen vooruit komen als we het meest kwetsbare centraal durven te stellen; als we durven te redeneren vanuit de belangen die zichzelf niet kunnen verdedigen.”
“Inderdaad, mooie overdenking, maar die Nee-than-yahoo doet gewoon wat hij wil, want die rode-nekman daar in dat Blanche Home steunt hun onvoorwaardelijk met z’n wapentuig.”
“Maar daarom begint de wereld zich steeds meer te keren tegen de staat Israël, op zanggebied, op sportgebied; net als vroeger tegen het Apartheidsregime in Zuid-Afrika.”
“En wij moeten hier maar het smakeloze gebekvecht en bekgevecht en vechtgebek aanhoren tussen een minister en een partijvoorzitter over het naar buiten brengen van een voordracht van een ambassadeur.”
“Jong ambitieus haantje tegen een oudere haan met nauwelijks veren meer, die zich in z’n kruis getast voelt. Jeetje, hebben we niets beters te doen?”
“Ik vond die verpeste sfeer tussen mensen goed geïllustreerd in een Youtube filmpje dat een vriend voor me stuurde.”
“Ik vind vele die filmpjes maar oppervlakkig tijdverdrijf, maar wat was er zo geweldig aan die jouwe?”
“Wel, je zag een heuvelachtig, boomloos veldje, ik dacht ergens in Engeland, met uitzicht op de zee; leuke plek om te relaxen, wat vele mensen daar ook doen.”
“Ow, wat een idyllisch…”
“Ja, bespot me maar. Op dat veld hadden verschillende bezoekers in de loop der tijd met daar liggende stenen figuurtjes getekend: een hartje met letters, ik zag een voornaam ‘William’ en andere letters en figuren, beter herkenbaar van een afstandje.”
“Wat spannend, ik tril helemaal…”
“Ach, je zeurt. Niet lang terug moet een stel fanatiekelingen daar een levensgroot kruis met die stenen hebben gevormd; dat was volgens mij de eerste fout.”
“Waarom? Iedereen mag daar toch figuurtjes maken?”
“Maar net als die kleding van die dame in het Nederlandse parlement: het moet neutraal blijven. En dat opvallende grote kruis op dat veldje nam bijna een kwart van de beschikbare ruimte in beslag.”
“Een soort opdringerige reclame, dus. Dat is onbeleefd.”  
“Maar dat kan reacties uitlokken.”
“Klopt, en dat is nou net wat er gebeurde, en dat was in dat filmpje te zien.”
“Wat gebeurde er?”
“Ik weet het: een stel tulband-vrienden van Wilders dozerde dat kruis weg.”
“Maak geen grappen, maar misschien wordt die de volgende premier, want dat Schuif-schoof-schoef-experiment is gebleken een totale mislukking te zijn.” 
“De koning moet weer zoals voorheen de informateur en formateur aanwijzen, niet de grootste politieke partij.” 
“Dat is hun zaak, hun hoofdpijn. Maar wat was die reactie op dat veldje?”
“Een ander groep fanatiekelingen voelde zich geroepen om een Davidsster te gaan vormen met stenen.”
“Nou, so what? De ene groep z’n christelijk kruis, de andere z’n Joodse Davidsster.”
“Ja, oké, maar dan niet met de stenen van dat kruis.”
“Wat? Dus den Djoe ontmantel a kruis fu meki den ster?”
“Klopt.”
“Dat kan niet! Vrijpostig stel, daarom krijgen ze nu de wereld steeds meer tegen zich.”
“En dat filmpje ging viraal en velen in Groot-Brittannië zijn natuurlijk woest om deze daad.”
“Zie hier dus hoe door ‘two wrong things’ het plezier van de doorsnee mensen die daar komen om vrij met elkaar te relaxen, wordt verstoord.”
“En dat is nou net wat een klein stel politieke holle hoofden al een tijdje bezig is te doen in ons land, aan beide kanten geruggesteund door nog hollere hoofden van overzee.”
“Klopt! Ze stoken etnische groepen alhier gewoon tegen elkaar op; dan met blaka boebbah zus, bruine babbah zo en: waar was je met je kritiek toen, wat zeg je nu, en meer van dat waardeloos over-en-weer geleuter.”
“Waarom doet men dat? Waarom den e pori a plei dyaso?”
“Misschien voelen zij daar zich, ondanks alle welvaart, eenzaam en miskend, en kunnen zij niet zien dat wij hier, ondanks alle crises en pinari, toch redelijk lekker met elkaar omgaan, zeker onze jongeren.”
“Ja, die willen gewoon vooruit en niet na elke verkiezing weer achteruit.”
“Luister, laten we hen daar met hun zogenaamde roots van hier, rustig maar laten stoken en laten we ons er zo min mogelijk aan storen.”
“En zeker niet in hun kolk gaan. Ik proost daar op.”
“Ik ook. Laat ons maar lekker hier voortmodderen; we komen er wel. Hou je maar met daar bezig.”
“Proost.” 

Rappa