Minister Patrick Brunings. (Foto's: René Gompers)
Suriname is voornemens sneller “groen en duurzaam” te worden, maar wil tegelijk goed beschermd zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarvoor is veel geld nodig. Een deel kan worden opgebracht uit de inkomsten van de nieuwe olie-industrie. Minister Patrick Brunings van Olie, Gas en Milieu gaf aan dat Suriname op de internationale klimaatconferentie in Brazilië (COP30) zal benadrukken dat het land de olie-industrie onafhankelijk gaat ontwikkelen.

Een terugkerend thema bij internationale milieubijeenkomsten is dat opkomende landen vaak beperkt worden in hun economische en financiële ontwikkeling wanneer zij sterk afhankelijk zijn van mijnbouw, terwijl juist de rijke landen hun welvaart hebben opgebouwd met vervuilende activiteiten. In aanloop naar COP30 organiseerde het ministerie vrijdag in Utopia Heritage een bijeenkomst met belanghebbenden. Tijdens deze High Level Stakeholder Consultatie werd informatie uitgewisseld en gewerkt aan een gezamenlijk standpunt. 

Volgens Brunings voldoet Suriname vrijwel aan alle voorwaarden om financiering te ontvangen vanwege:
- de hoge bosbedekking van 92 procent,
- de lage uitstoot van CO₂,
- beleidsmaatregelen die binnenkort miljoenen aan valuta moeten opleveren uit duurzame houtkap.


Moeizame klimaatfinanciering
Een heikel punt tijdens de klimaatonderhandelingen blijft de vraag hoeveel geld ontwikkelde landen beschikbaar stellen aan armere landen. Hoewel er vaak miljarden worden toegezegd, blijkt het in de praktijk moeilijk om daadwerkelijk toegang te krijgen tot die middelen vanwege strenge eisen en voorwaarden.

Brunings benadrukte dat Suriname alle mogelijkheden zal benutten om middelen los te krijgen via internationale “green and climate financing”. Tegelijkertijd zal het land vasthouden aan het maximaal benutten van de nieuwe olie- en gasvoorraden op zee.

“Wij gaan aangeven dat wij onafhankelijk onze olie en gas willen ontwikkelen, zodat we sneller groen en duurzaam worden. Het gaat daarbij niet alleen om het milieu, maar ook om efficiëntie bij de overheid en diverse sectoren,” aldus de minister. Hij voegde eraan toe dat de partners in de offshore-olieprojecten hebben verzekerd dat de winning van het “zwarte goud” zo milieuvriendelijk mogelijk zal plaatsvinden.