Een vlag en volkslied zijn niet voldoende

Suriname zoekt al decennia naar echte eenheid. De vlag wappert, het volkslied klinkt, maar zonder begrip voor elkaars cultuur blijft verbondenheid oppervlakkig. Echte saamhorigheid vraagt om méér: om cultuureducatie, in het klaslokaal, in buurthuizen en op nationale podia.

Een droom van verbroedering
Leiders als Lachmon, Pengel en Adhin spraken ooit over verbroederingspolitiek: een samenleving waarin iedereen zich Surinamer voelt. Mooie woorden, maar zonder concreet beleid bleef het vaak bij idealen. Nog altijd leven we vooral binnen de grenzen van onze eigen gemeenschap.

Dat is niet vreemd. Taal, religie en feesten vormen de kern van ieders identiteit. Maar wanneer nationale feestdagen alleen binnen de eigen kring worden gevierd, verliezen ze hun verbindende kracht. Divali, de Dag van de Vrijheden of Chinees Nieuwjaar zijn vaak besloten vieringen. Zo blijven ze losse etalages van trots, zonder gezamenlijke betekenis.

Meer dan symbolen

Eenheid groeit niet uit toespraken, maar uit ervaring. Cultuureducatie kan die ervaring bieden. Geen droge kennis, maar leren door te doen:
- Leerlingen die kawina-ritmes klappen of tassa-drums bespelen,
- Jongeren die samen koken, dansen of toneelspelen,
- Verhalenvertellers die Anansitori delen in de klas.

Door zulke ontmoetingen ontstaat respect én trots op een gezamenlijke Surinaamse identiteit.

Onderwijs als motor

Ons onderwijssysteem, gevormd in koloniale tijd, bracht culturen niet samen maar hield ze juist apart. Dat patroon moeten we doorbreken. Cultuureducatie hoort geen bijzaak te zijn, maar een vast onderdeel van het curriculum.

Ironisch genoeg trekken Surinaamse artiesten als Jeangu Macrooy, Kenny B en Roué Verveer volle zalen in Nederland, terwijl jonge talenten in eigen land vaak geen podium vinden. Een Nationaal Curriculum Cultuureducatie (NCC), te ontwikkelen door het Directoraat Cultuur, samen met scholen, culturele verenigingen en academies, kan daar verandering in brengen. Zo leren kinderen van jongs af aan de diversiteit van hun land kennen én waarderen.

Samenwerken voor eenheid

Culturele organisaties als NAKS, Hindostaanse en Javaanse stichtingen doen waardevol werk, maar vaak binnen hun eigen kring. Door samenwerking in nationale projecten kunnen ze hun impact vergroten. Gezamenlijke festivals, schoolprojecten en buurtactiviteiten maken van tradities geen grenzen, maar bruggen.

Begin nu
We praten al vijftig jaar over nationale eenheid. Het is tijd om te handelen:
- Op school: lessen waarin elke cultuur een plek krijgt.
- In buurthuizen: jongeren die samen kunstprojecten organiseren.
- Op podia: festivals en concerten met gemengde programma’s.
- Op feestdagen: gezamenlijke Surifesta's, geïnspireerd door Carifesta.
- Met de diaspora: uitwisselingen die culturele dagen wereldwijd betekenis geven.

Van woorden naar verhalen
Een sterk land bouw je niet met toespraken, maar met gedeelde herinneringen: de liederen die we samen zingen, de dansen die we samen uitvoeren, de verhalen die we doorgeven.

Wanneer een Marron-jongen op school leert over de angisa, en een Hindostaanse leerling enthousiast meeklapt bij een kawina, groeit er iets wezenlijks: trots op jezelf én respect voor de ander. Dáár begint echte verbondenheid.

We zijn Creool, Hindostaan, Javaan, Marron, Chinees, Inheems, en bovenal Surinamer. Laten we dat niet alleen zeggen, maar beleven. De sleutel ligt klaar: cultuureducatie. Nu is het tijd om hem te gebruiken.

Headly R. Binderhagel